29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1092 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ontvangen ter Griffie op 1 april 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 29 april 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 30 april 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2022

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit tot aanpassing van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure1.

Inhoud ontwerpbesluit

De mate van arbeidsongeschiktheid in de diverse arbeidsongeschiktheidswetten wordt vastgesteld met behulp van het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). Het CBBS bevat zo’n 6000 functies die op de Nederlandse arbeidsmarkt voorkomen, inclusief de belasting van die functies. Om de beschrijving van deze functies te maken, brengt een arbeidsdeskundig analist van UWV een bezoek aan de werkplek waar de functie wordt uitgevoerd om de belasting ter plekke vast te stellen.

De COVID 19-maatregelen hebben al geruime tijd gevolgen voor de actualisatie van de functiebeschrijvingen in het CBBS. Tijdens lockdowns waren bedrijfsbezoeken niet mogelijk. In de periode voorafgaand en na afloop van lockdowns waren werkgevers daarnaast terughoudend om de arbeidsdeskundig analist van UWV op de werkplek toe te laten. Ook door quarantainemaatregelen van betrokken personeelsleden werden bedrijfsbezoeken uitgesteld.

De achterstanden in de actualisatie van het functiebestand die daardoor zijn ontstaan, kan UWV niet op korte termijn volledig wegwerken.

UWV start een offensief om de aankomende periode meer functieonderzoeken te kunnen uitvoeren, maar desondanks zal, zonder aanvullende maatregel, een deel van het functiebestand vervallen. Om grootschalig functieverval te voorkomen, wordt de geldigheidsduur van functies in het CBBS tijdelijk verlengd naar 36 maanden tot 1 juli 2023. Per 1 juli 2023 wordt de geldigheidsduur teruggebracht naar de normale geldigheidsduur van 24 maanden. Dit is eveneens in het ontwerpbesluit geregeld, zodat de tijdelijkheid van de wijziging gewaarborgd is.

De sociale partners zijn geraadpleegd over de problematiek rondom de achterstanden in de actualisatie van het functiebestand. Gezamenlijk zijn de voor- en nadelen van diverse oplossingsrichtingen verkend, waaronder geen verlenging of een verderstrekkende verlenging van de geldigheidsduur. Mede naar aanleiding van deze overleggen en de afweging van de diverse belangen, is gekozen voor de voorliggende tijdelijke verlenging van de geldigheidsduur. Daarnaast start SZW samen met UWV een traject om te komen tot een structurele oplossing, waardoor het systeem bestendiger wordt tegen crises die een impact hebben op de werkplek van werknemers. De uitkomsten van dit traject zullen na de zomer worden gedeeld met uw Kamer.

Voorlegging

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 6, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 18, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 2, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de artikelen 1a:1, negende lid, 2:5, zevende lid, en 3:1, negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en artikel 19ab, vijfde lid, van de Ziektewet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overlegd.

Hieruit volgt dat het ontwerpbesluit bij beide Kamers der Staten-Generaal wordt voorgehangen tot en met 29 april aanstaande. Met het oog op tijdige inwerkingtreding, verzoek ik u de behandeling van het voorgelegde ontwerpbesluit spoedig ter hand te nemen, zodat het ontwerpbesluit zo spoedig mogelijk voorgelegd kan worden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven