29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1021 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2020

Bijgaand vindt u, zoals verzocht in de motie van de leden Van Weyenberg en Palland1, uitgewerkte technische beleidsvarianten ter verdere invulling van het advies van de Commissie Regulering van werk2. Het betreft een ambtelijke uitwerking van de maatregelen die de Commissie noemt in haar rapport.

De bundel bevat 39 uitgewerkte beleidsvarianten op het terrein van de regulering van werk. Het betreft uitsluitend varianten die direct volgen uit het eindadvies van de Commissie Regulering van Werk en/of een invulling vormen van andere moties. Zo wordt voldaan aan de motie van de leden Palland en Van Weyenberg, die de regering verzoekt concrete beleidsopties te verkennen op het terrein van driehoeksrelaties.3 En aan de motie van de leden Van Weyenberg en Palland, die de regering verzoekt inkorting van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte naar één jaar uit te werken.4 Zoals toegezegd aan uw Kamer zijn aannames die ten grondslag liggen aan de nadere uitwerking van de varianten expliciet gemaakt in de tekst van de betreffende variant.

UWV, de Inspectie SZW, VNG, de Raad voor de Rechtspraak en de Raad voor de Rechtsbijstand hebben meegelezen op conceptversies van varianten die in deze bundel zijn opgenomen. De Belastingdienst heeft geen voorlopige inschatting kunnen geven van de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de maatregelen. Bij de opgenomen inschattingen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van maatregelen geldt het voorbehoud dat dit een voorlopig oordeel betreft dat geen vervanging biedt voor een uitvoeringstoets door de betreffende uitvoeringsorganisatie(s). De uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid kan pas met precisie worden vastgesteld als de definitieve vormgeving van de maatregelen bekend is.

De uitwerking van de beleidsvarianten is technisch van aard. Dat betekent dat per maatregel bekeken in hoeverre deze technisch mogelijk is. Tevens is een inschatting gemaakt van een realistisch invoeringstijdpad. De inhoud van de beleidsvarianten zijn het resultaat van een uitsluitend ambtelijk proces. De opties in deze bundel bevatten nadrukkelijk geen oordeel over de wenselijkheid van de opgenomen maatregelen.

De varianten zijn bovendien overwegend in isolatie uitgewerkt. Dit is van belang omdat de Commissie Regulering van Werk adviseerde de regels rond werk integraal te herontwerpen, dat wil zeggen de verschillende beleidsgebieden (arbeidsrecht, sociale zekerheid, fiscaliteit en (praktijk)scholing en ontwikkeling) bij een herontwerp van de regels in samenhang te bezien.

Eerder heeft uw Kamer reeds 20 relevante varianten ontvangen als onderdeel van de Bouwstenen voor een beter belastingstelsel.5 Deze bundel kan tevens gezien worden als een aanvulling op de rapporten van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen.6 Ten tijde van verzending van deze bundel wordt nog aan 11 technische beleidsvarianten gewerkt. Deze varianten komen naar verwachting in het najaar van 2020 gereed. Bij verzending van deze varianten zullen naar verwachting de Belastingdienst en de Raad voor Rechtsbijstand voorlopige inschattingen van uitvoeringsgevolgen toevoegen aan de in deze bundel opgenomen uitwerkingen.

Tevens na de zomer zal uw Kamer ontvangen:

  • de kabinetsreactie op het advies van de Commissie Regulering van werk en het WRR-rapport «Het betere werk»

  • de beleidsdoorlichting van SZW- begrotingsartikel 1 (arbeidsmarktbeleid), inclusief kabinetsreactie.7

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 35 300 XV, nr. 63.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 29 544, nr. 996.

X Noot
4

Kamerstuk 29 544, nr. 987.

X Noot
5

Kamerstuk 32 140, nr. 71.

X Noot
6

Kamerstuk 32 359, nr. 4.

X Noot
7

Zie Kamerstuk 30 982, nr. 50.

Naar boven