29 543
Herziening van het inburgeringsstelsel

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2006

Tijdens het debat van 9 maart 2006 over het naturalisatieverzoek van de heer Kalou is toegezegd dat de Kamer zal worden geïnformeerd over de status van een richtlijn «Naturalisatie topsporters» van het Ministerie van Justitie uit 2001. Met deze brief zend ik U de gevraagde informatie.

Het betreft hier het Tussentijds Bericht Nationaliteiten 2001/4, gepubliceerd in de Staatscourant van 12 juli 2001, no. 132. Deze richtlijn wordt ook wel genoemd: TBN «topsporters».

Een Tussentijds Bericht Nationaliteiten (afgekort: TBN) is een beleidscirculaire van (eerder) de Staatssecretaris van Justitie en heden de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Een TBN wijzigt in beginsel het in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap neergelegde beleid. Na bekendmaking per TBN van nieuw beleid wordt de tekst van een TBN na enige tijd door middel van een supplement verwerkt in de losbladige uitgave van de Handleiding.

Om die reden staat standaard onder aan een TBN de vermelding: «De tekst van dit TBN zal bij de eerstvolgende aanvulling in de Handleiding worden opgenomen.» Deze zin staat ook in TBN 2001/4. Ook vermeldt het TBN dat het daarin geïntroduceerde topsportersbeleid slechts van toepassing is op verzoeken om naturalisatie na de inwerkingtreding ervan (d.i. 1 augustus 2001).

TBN 2001/4 is in november 2001 tekstueel verwerkt in de toelichtende tekst bij artikel 10 Rijkswet op het Nederlanderschap in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet. In 2001 betrof dat de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap uit 1999 (gepubliceerd in de Staatscourant van 22 oktober 1999, no. 204).

De tekstuele verwerking geschiedde door de relevante tekstblokken in het TBN tussen te voegen in de bestaande toelichting op artikel 10 RWN in de Handleiding. In het bijzonder uit deze tussenvoeging in de toen bestaande Handleidingtekst komt naar voren dat het topsportersbeleid niet separaat kan worden gezien van het totale beoordelingskader voor artikel 10 RWN.

Ten gevolge van de ingrijpende wetswijziging op 1 april 2003 is op die datum ook een grotendeels herziene Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap in werking getreden (supplement bij de Staatscourant van 4 maart 2003, no. 44). In de uit 2003 stammende Handleiding is het topsportersbeleid van (oorspronkelijk) TBN 2001/4 zonder wijziging overgenomen, zij het dat dit sindsdien als laatste paragraaf in de toelichtende tekst bij artikel 10 RWN is opgenomen.

Een onderdeel van TBN 2001/4 (en derhalve van de huidige Handleiding) is o.a. de richtlijn van de Staatssecretaris van VWS van 9 april 1999, betreffende het vaststellen van de niveau’s waarop een sporter als «topsporter» wordt aangemerkt. Op basis van die richtlijn uit 1999 stelt de Staatssecretaris van VWS haar advies aan mij op. Het advies van de vakminister weeg ik mee in mijn totale afweging van de vraag of een naturalisatieverzoek op grond van artikel 10 RWN voor inwilliging vatbaar is.

Uit het bovenstaande volgt dat de richtlijn «Naturalisatie topsporters», waarvan tijdens het debat sprake is geweest, nog steeds een geldende richtlijn is. De richtlijn is heden ten dage geïncorporeerd, zoals TBN 2001/4 ook bepaalde, in de toelichtende tekst bij artikel 10 RWN in de Handleiding. Concluderend kan worden gesteld dat indien er beroep wordt gedaan op artikel 10 RWN, alle onderdelen van de toelichting worden meegewogen. Betreffende beleidslijn is dus ook in de afweging van onderhavige zaak meegenomen, alvorens daarop is beslist.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Naar boven