Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29540 nr. 95 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29540 nr. 95 |
Vastgesteld 15 juni 2004
De vaste commissie voor Defensie1 heeft op 9 juni 2004 overleg gevoerd met minister Kamp van Defensie en staatssecretaris Van der Knaap van Defensie over het Jaarverslag 2003 en de Slotwet.
Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
Woensdag 9 juni 2004
19.00 uur
De voorzitter: Albayrak
Aanwezig zijn 3 leden der Kamer, te weten:
Albayrak, Veenendaal en Kortenhorst,
en de heren Kamp, minister van Defensie, en Van der Knaap, staatssecretaris van Defensie.
Aan de orde zijn:
het Jaarverslag 2003 van het ministerie van Defensie (X) (29540, nr. 22);
het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2003 van het ministerie van Defensie (29540, nr. 23);
de Wijziging van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2003 (Slotwet) (29591, nrs. 1 en 2);
de lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag 2003 van het ministerie van Defensie;
de lijst van vragen en antwoorden over het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2003 van het ministerie van Defensie;
het verslag bij de Wijziging van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2003 (Slotwet);
de nota naar aanleiding van het verslag bij de Wijziging van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2003 (Slotwet).
De voorzitter:
Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Veenendaal, die helaas na haar bijdrage deze vergadering zal moeten verlaten.
MevrouwVeenendaal(VVD)
Voorzitter. Ik heb geprobeerd, het jaarverslag 2003 van Defensie door te nemen. Ik weet niet of het aan mijn beperkingen ligt of aan de korte tijd dat ik woordvoerder ben, maar ik vind het zware kost. Bij de start van de VBTB-operatie was het de bedoeling om de jaarverslagen zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, zoals ook bij het bedrijfsleven de gewoonte is. Daarnaast was het de bedoeling, de Kamer in de gelegenheid te stellen om het beleid van de minister en de staatssecretaris te controleren. De informatie voor dit laatste is erg moeilijk te achterhalen in het jaarverslag.
In de inleiding staat dat een van de beleidsprioriteiten het bestrijden van terrorisme is. Op het moment dat deze begroting in 2002 werd vastgesteld, was dit een zeer belangrijk onderwerp. Op grond van het VBTB-proces moet hieruit een meetbaar doel worden geformuleerd en dat mis ik nog in het verslag. De VVD-fractie vindt dit zeer belangrijk. De Algemene Rekenkamer stelt dit overigens in haar verslag ook vast. Van de 34 operationele doelstellingen zijn er 22 niet goed omschreven in het jaarverslag. Hieruit blijkt dat het jaarverslag nog niet voldoende informatie geeft over de mate waarin de doelen zijn bereikt. Wat is de reactie van de minister op de bevindingen inzake de kwaliteit van de beleidsinformatie? Op welke termijn zullen alle operationele doelstellingen in de begroting en in het jaarverslag naar behoren zijn toegelicht op de aspecten "kosten", "maatregelen" en "effecten"? Kan in het jaarverslag 2004 in ieder geval een toereikende verklaring worden gegeven voor de afwijkingen in de schema's van doelstellingen in begroting en jaarverslag? Ik ga ervan uit dat de minister de opmerkingen van de Rekenkamer ter harte neemt en er alles aan zal doen om te voorkomen dat dergelijke opmerkingen in het volgende jaarverslag weer aan de orde komen.
Vanwege de beperkte tijd ga ik slechts op enkele onderdelen van het verslag in, de zogenaamde droge feiten. De minister meldt dat de gerealiseerde investeringsquote achter is gebleven bij de begrotingsquote. Er is 16,9% gerealiseerd, terwijl 19,7% was begroot. Een duidelijke onderverdeling van dit percentage over de verschillende krijgsmachtdelen wordt niet gegeven. Wel wordt per artikel in de tabel "budgettaire gevolgen van beleid" een overzicht gegeven van de gerealiseerde en de begrote investeringsuitgaven, evenals van het totaal van de programma-uitgaven, de apparaatsuitgaven en de totale uitgaven. Hoe de investeringsquote wordt berekend – als percentage van de programma-uitgaven of van de totale uitgaven – is niet geheel duidelijk. Dit verklaart de vertraging als reden van de achterblijvende investering, maar niet het verschil tussen de krijgsmachtdelen. Is er misschien verschil in kwaliteit op het punt van het projectmanagement? De kasgeldverschuivingen leiden niet tot vertragingen in de projecten. Wat is nu wel de oorzaak daarvan? Is alleen de voorbereiding van de ombuigingen een verklaring voor het verminderen van de investeringen? Wat is de oorzaak van het verschil in realisatie van de investeringsquote tussen de verschillende krijgsmachtdelen? Op welke wijze waarborgt de minister dat het ter beschikking stellen van middelen voor investeringen in de komende jaren ook leidt tot het realiseren hiervan?
Bij Defensie is er nog steeds sprake van onrechtmatige verplichtingen, onzekerheden over de rechtmatigheid van uitgaven of ondeugdelijk weergegeven uitgaven. Kan de minister garanderen dat in 2004 de financiële administratie van Defensie volledig voldoet aan de eisen van de Comptabiliteitswet?
De heerKortenhorst(CDA)
Voorzitter. Wij bespreken vandaag het jaarverslag en allerlei rapporten daar omheen. Er wordt nu vooral teruggekeken.
De Algemene Rekenkamer heeft drie ernstige tekortkomingen geconstateerd, namelijk het wapen- en munitiebeheer, het magazijn- en het voorraadbeheer en het materieelbeheer divisie gevechten en commando. De Rekenkamer stelt echter ook vast dat er een meerjarige verbeteringstendens is waar te nemen in de financiële verantwoording. Dat brengt mij tot de conclusie dat het ministerie wel degelijk over verbetervermogen beschikt. Als het dan ook nog een reactie op het Rekenkamerrapport geeft waaruit de Rekenkamer een positieve verwachting afleidt, wie ben ik dan om die discussie over te doen? Ik zal verder geen opmerkingen maken over deze ernstige tekortkomingen, maar ik blijf deze punten natuurlijk wel goed volgen.
Defensie maakt een megareorganisatie door. De minister en de staatssecretaris hebben bij meerdere gelegenheden aangegeven dat dit proces een enorme inspanning vraagt van iedereen die daarbij betrokken is. Er zijn tal van oorzaken voor een toenemende druk, waardoor de kans op fouten toeneemt. Uit eigen contacten hoor ik berichten over piepende wagens en zaken die heel moeilijk gaan. De Rekenkamer waarschuwt dat de verbetertendens weleens zou kunnen omslaan wanneer er niets gedaan wordt om de extra spanning die een dergelijke reorganisatie op het bedrijf legt, weg te nemen. Welke specifieke maatregelen zijn er genomen om erachter te komen waar de gevoelige punten liggen bij de reorganisatie? Welke maatregelen worden in dit opzicht genomen?
Vorig jaar hebben wij bij de behandeling van het jaarverslag onze zorg uitgesproken over de inzichtelijkheid in de operationele gereedheid van de krijgsmacht. Uit de zeer sterk samengevatte en dus nauwelijks meer te interpreteren cijfers, was niet af te leiden hoeveel fregatten, vliegtuigen en dergelijke daadwerkelijk ingezet konden worden. Vorig jaar is verbetering op dit punt toegezegd. Tot mijn grote schrik lees ik in het rapport van de Rekenkamer dat er bij slechts 12 van de 34 operationele doelstellingen voldoende inzicht werd geboden. Dat is niet goed. Een organisatie moet op grond van haar managementverantwoordelijkheid permanent het resultaat van het functioneren in de vorm van operationele diensten kunnen zien. Alleen dan weet men of hetgeen wordt gedaan ook tot de gewenste doelen leidt. Daarbij komt dat bij een grote reorganisatie de gevoeligheid voor het afnemen van de operationele gereedheid groter wordt. Om het reorganisatieproces adequaat te kunnen managen, is het van buitengewoon groot belang dat er continu structureel inzicht is in de operationele gereedheid. Hoe en wanneer kan de Kamer inzicht krijgen in alle 34 operationele doelstellingen? Welke gerichte maatregelen worden genomen om dit inzicht structureel te verbeteren?
Op blz. 59 van het jaarverslag staat dat er 10 mln te weinig is uitgegeven aan werving. De staatssecretaris heeft echter gemeld dat er een probleem is met de werving van 4000 BBT'ers voor volgend jaar. Heeft dat iets met elkaar te maken? Wat wordt gedaan om dit enorme wervingsprobleem op te lossen? Ik heb buitengewoon groot respect voor de inspanningen die het personeel van defensie overal over de wereld levert. Als de mortieren je om de oren vliegen, kun je werk dat door zes mensen gedaan moet worden, niet door vier mensen laten doen. Dat verdienen onze militairen niet.
MinisterKamp
Voorzitter. Mevrouw Veenendaal meent dat de bestrijding van terrorisme niet de eerste prioriteit is van Defensie, omdat dit vooral de taak van andere ministeries is. Defensie draagt echter wel bij aan de bestrijding van terrorisme en met het oog daarop moet dit in een doelstelling zijn opgenomen. Ik zal zien, op welke wijze wij dit volgend jaar wat scherper naar voren kunnen brengen.
De heer Kortenhorst valt het ons gelukkig niet zwaar dat wij op een aantal punten forse kritiek van de Rekenkamer hebben gekregen. Hij ziet verbetering. Het is toch zorgelijk dat de Rekenkamer voor de derde maal achtereen constateert dat er iets niet goed is. Er zijn wel verbeteringen doorgevoerd, maar op sommige punten nog onvoldoende. Ten aanzien van het wapen- en munitiebeheer verdient Defensie eigenlijk geen krediet meer van de Kamer. Op dat punt mag er geen tolerantie zijn. De administratie moet precies bijgehouden worden. Ik heb maatregelen genomen die ertoe moeten leiden dat dit jaar het wapen- en munitiebeheer wel op orde is. Eind van dit jaar zullen wij de Kamer daar apart over informeren.
Bij de andere tekortkomingen hebben wij de oorzaken in beeld. Wij hebben ook in beeld welke maatregelen genomen moeten worden. Ik denk echter niet dat het mogelijk is om alles in één keer goed te krijgen. Daarvoor zitten de tekortkomingen te diep in de organisatie. Zij hebben ook met de cultuur te maken. De organisatie is ook kwetsbaar omdat er nogal wat mensen weg moeten. Betrokkenen maken vaak de keus om zo snel mogelijk de krijgsmacht te verlaten en dan is het niet eenvoudig om op korte termijn de taken door anderen te laten uitvoeren. Kortom, wij werken er hard aan, maar ik kan niet garanderen dat alles dit jaar in orde komt. Nadat wij drie keer op de vingers zijn getikt door de Rekenkamer, zijn wij er inmiddels van doordrongen dat dit snel opgelost moet worden.
De heerKortenhorst(CDA)
Ik word door de beantwoording bevestigd in mijn vermoeden dat een reorganisatie extra druk op de organisatie legt.
MinisterKamp
Dat is absoluut waar, maar die relatie kan niet één op één gelegd worden. De druk is vooral waarneembaar bij degenen die projecten leiden: het middenkader en het topkader. Het gewone werk moet gedaan worden. Daarnaast moet veel extra werk gedaan worden voor buitenlandse missies onder vaak moeilijke omstandigheden. Men weet hoe het in Irak zit, wat er in Afghanistan speelt en wat er in Bosnië aan de orde is. Tegelijkertijd is een omvangrijk reorganisatieproces aan de gang dat is onderverdeeld in aparte projecten. Degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn, zijn vaak ook degenen die de gewenste verbeteringen moeten doorvoeren. De fouten worden voornamelijk gemaakt door degenen die zich met het uitvoerende werk bezighouden. Ondanks de reorganisatie zouden zij hun werk moeten kunnen doen, ware het niet dat velen de organisatie verlaten. Degenen die de gaten moeten opvullen, ontbreekt het vaak aan ervaring en inzicht. Daarom is de organisatie kwetsbaar.
Ik wil dit zeker niet als excuus gebruiken. Uit de verbeteringen blijkt dat wij op een aantal punten ons werk goed doen. Bij de punten die nog verbeterd moeten worden, moeten wij de gang erin houden. Ik maak een uitzondering voor het wapen- en munitiebeheer dat dit jaar echt op orde moet zijn. De Rekenkamer heeft erkend dat de organisatie onder druk staat en heeft geadviseerd, niet te ambitieus te zijn. Zij heeft aanbevolen, een terughoudend, realistisch ambitieniveau te definiëren. Dat hebben wij gedaan, maar wij willen toch iets verdergaan. Wij willen een goed perspectief voor de toekomst formuleren en dat moet goed bij de betrokkenen in beeld gebracht worden. Wij houden de druk er een beetje op, omdat de organisatie steeds bezig moet zijn om zichzelf te verbeteren.
Om twee redenen is de investeringsquote niet gehaald. De minst belangrijke is dat er enkele malen achtereen verkiezingen hebben plaatsgevonden, in 2001, 2002 en 2003. Als er nieuwe bewindslieden komen, weet men in de organisatie dat er nieuwe prioriteiten worden gesteld. Een nieuw regeerakkoord leidt tot nieuwe financiële kaders. Het is dan ook goed om aan het eind van een regeerperiode terughoudend te zijn. Men weet dat snel daarna nieuwe dingen moeten worden gerealiseerd.
De andere reden is staatssecretaris Van der Knaap. Hij zag op een gegeven moment dat er een nieuw evenwicht nodig was om te voorkomen dat later de investeringen ter discussie zouden komen te staan. Met het oog daarop hebben wij besloten om een aantal dossiers stil te leggen. Nadat er duidelijkheid was geschapen over het nieuwe evenwicht, hebben wij het investeringstraject weer volop in gang gezet.
Het dalen van de investeringsquote is niet het gevolg van onvoldoende kwaliteit van het projectmanagement. Voor dit management geldt een aanpak die defensiebreed is voorgeschreven. Ik meen dat de gemiddelde kwaliteit van het projectmanagement bij luchtmacht, landmacht, marechaussee en marine hoog is. Het ligt meer aan de bijzondere omstandigheden van projecten. Sommige projecten zijn gerelateerd aan andere die vanwege de eerder genoemde redenen zijn vertraagd. Daarnaast hebben wij te maken met industrieën die niet altijd direct op verzoeken kunnen reageren. Het is bekend dat bij de scheepsbouw een lange voorbereidingstijd nodig is. Daar komt bij dat wij in toenemende mate afhankelijk worden van ontwikkelingen in het buitenland.
De investeringsquote is een percentage van de totale begroting. Overigens wordt de bijdrage aan de NAVO als investering gezien, evenals de bijdrage voor het EVDB.
De heerKortenhorst(CDA)
Ik heb toch goed begrepen dat de middelen voor Defensie beschikbaar blijven, ondanks de vertragingen in investeringen?
MinisterKamp
Als wij geen afspraken hadden gemaakt met minister Zalm, hadden wij het risico gelopen een deel van de middelen kwijt te raken. Er is afgesproken dat er dit jaar en volgend jaar voor in totaal 225 mln gekort wordt op ons investeringsbudget. In de twee jaren daarna krijgen wij dit bedrag zonder enige korting weer terug. Op deze manier zijn wij toch in staat om de geplande investeringen in deze kabinetsperiode te realiseren.
De financiële administratie voldoet aan de eisen van de Comptabiliteitswet. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. In zo'n grote organisatie is het echter onvermijdelijk dat zich financiële problemen voordoen of dat dingen mislopen. Er gaat per jaar 7 mld in om en op dit moment staan er ongeveer 70.000 mensen op de loonlijst. Het is een zeer complexe organisatie in een politiek gevoelige omgeving. Wij moeten ons uiteraard aan de wettelijke bepalingen houden. De accountant moet een goedkeurende verklaring kunnen afgeven en de Kamer moet volledig inzicht hebben in alles wat er gebeurt. Ik kan echter niet garanderen dat er geen sprake zal zijn van tekortkomingen.
Wij hebben geprobeerd om het ontstaan van spanning in de organisatie tegen te gaan. Om te beginnen worden de afspraken over de verbeteringen zowel met de zittende mensen als met hun opvolgers gemaakt. Op die manier weten allen waar zij zich aan te houden hebben. Defensie is een strak geleide organisatie. Al het werk wordt schematisch neergezet en opgedeeld in projecten. De leidinggevenden houden in de gaten of er iets mis dreigt te gaan. Verder is het SAMSON-project gestart. Via die weg krijgen wij eenmaal per kwartaal rapportages en meldingen binnen. Wij streven ernaar om die rapportages maandelijks te laten verschijnen, zodat wij op nog kortere termijn kunnen bijsturen.
De heerKortenhorst(CDA)
Misschien zijn er in het kader van de reorganisatie wel 150 projecten gaande. Weet de hoogste leiding welke projecten het meest kwetsbaar zijn en dus extra aandacht behoeven?
MinisterKamp
Daartoe is het project SAMSON opgezet. Ik zal binnenkort met de voorzitter van de commissie nagaan of het zinvol is om het functioneren van dit project voor de Kamer inzichtelijk te maken.
De staatssecretaris ziet regelmatig mogelijkheden voor nieuwe initiatieven. Het is verleidelijk om dan weer een extra project te starten. Wij zijn echter terughoudend vanwege de bestaande druk op de organisatie. Alleen projecten waarvan duidelijk is dat er in twee jaar belangrijke bedragen mee terugverdiend kunnen worden, worden opgepakt. Projecten met een terugverdientijd van zeven of acht jaar, blijven nog even op de plank. Daarvoor geldt dat eerst de oude projecten moeten worden afgerond.
Om de operationele gereedheid te kunnen beoordelen, wordt een vrij grove systematiek gehanteerd. Inmiddels wordt een verbetering van die systematiek uitgewerkt. Het is de bedoeling om per wapensysteem een nauwkeurig overzicht van de beschikbaarheid te kunnen geven. Wij verwachten dat in het najaar de nieuwe systematiek uitgetest kan worden. Bij verschillende onderdelen zullen pilots worden gestart. Het streven is om deze systematiek in 2005 defensiebreed in te voeren. De Kamer zal op de hoogte worden gebracht van eventuele moeilijkheden of vertraging. Hoort de Kamer hier niets over, dan wordt de nieuwe systematiek in 2005 ingevoerd.
De heerKortenhorst(CDA)
Volgend jaar zullen dus alle operationele doelstellingen door de Rekenkamer als goed inzichtelijk zijn beoordeeld.
MinisterKamp
Dat gaat iets te ver. Ik heb het gehad over de operationele gereedheid, bijvoorbeeld van helikopters. Wij willen een systeem ontwikkelen op basis waarvan duidelijk is hoeveel helikopters op welk moment inzetbaar zijn. Daaruit kan ook afgeleid worden of het onderhoud binnen de normale marges blijft en hoeveel meer tijd er eventueel nodig is. Dat systeem wordt in een aantal pilots uitgetest.
De doelstellingen zijn echter iets anders. Ik doe er niets aan af dat slechts in een deel van de operationele doelstellingen een goed inzicht wordt geboden. Gemiddeld geven alle ministeries een goed inzicht in eenderde van de doelstellingen, terwijl Defensie iets hoger uitkomt. Relatief doet Defensie het dus niet slecht, maar de Kamer krijgt onvoldoende informatie. Voor een deel hebben wij de informatie in het kader van de begroting al behoorlijk op orde. Het moet vrij gemakkelijk zijn om die gegevens vervolgens naar het jaarverslag te vertalen. Men moet zich echter realiseren dat het ook voor ons worstelen is op dit punt. Van oorsprong heerst de gedachte dat vooral de organisatie goed op orde moet zijn, zodat er goed voldaan kan worden aan de NAVO-verplichtingen – tegenwoordig óók de EU-verplichtingen – en er in voldoende mate ondersteuning kan worden geboden. Dat is echter voor de Kamer niet genoeg, en terecht. Wij proberen, een en ander zoveel mogelijk uit te splitsen in concrete doelstellingen die nauwkeurig te controleren zijn. Bij ruim eenderde van de doelstellingen wordt nu al een goed inzicht geboden in het jaarverslag. Wij stellen er een eer in om te proberen, dit aandeel zo snel mogelijk op te voeren. Wij zullen in ieder geval proberen om boven het rijksgemiddelde te blijven. Bij een eerstvolgende gelegenheid zal het tijdschema ter zake gepresenteerd worden.
De heerKortenhorst(CDA)
Dank voor deze toezegging. Het is mooi dat Defensie boven het rijksgemiddelde zit. Ik ben blij dat zij de minst diepe onvoldoende van alle ministeries heeft. Ik hoop dat het tijdschema duidelijk maakt dat dit zeer hoge prioriteit heeft. U formuleert zelf de operationele doelstellingen. Het is van groot belang dat tijdens de reorganisatie duidelijk is wat er precies in alle afdelingen gebeurt. Ik heb een hoge verwachting van die brief.
MinisterKamp
Deze informatie is voor ons van belang om sturing te kunnen geven en voor de Kamer om het benodigde inzicht te krijgen. Ik zal de analyse met bijpassend tijdschema maken. U kunt er van op aan dat dit de aandacht krijgt die het verdient.
StaatssecretarisVan der Knaap
Voorzitter. De minister heeft de vraag over de werving voor mij overgelaten. De vraag had betrekking op pagina 59 van het jaarverslag en het antwoord daarop is te vinden op pagina 60. Vanwege de taakstelling moest de organisatie krimpen. Omdat er al sprake was van een surplus, was ons er alles aan gelegen om het instroombeleid zo goed als stil te leggen. In 2003 zijn heel wat minder BBT'ers geworven dan in de begroting was aangegeven. In het debat van vorige week over de plaatsen waar de landmacht moet worden gehuisvest, is langdurig gesproken over Havelte en Ermelo. In dat kader heb ik erop gewezen dat er een omslag gemaakt moet worden. Wij moeten ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk weer BBT'ers kunnen instromen. Op dit moment zijn er overigens 1300 vacatures. Volgend jaar moeten er minimaal 4000 BBT'ers instromen. De werving in 2004 zal een heel ander beeld te zien geven dan die in 2003. Binnenkort is er een algemeen overleg over de personeelsproblematiek gepland en daarbij kunnen wij hier uitvoerig op terugkomen.
De heerKortenhorst(CDA)
Hieruit blijkt ook maar weer hoe lastig het is om zo'n grote organisatie aan te sturen. In 2003 kon er kennelijk niet geanticipeerd worden op de aantallen BBT'ers die binnenkort nodig zijn. Ik hoop dat Defensie buitengewoon succesvol is in de werving.
StaatssecretarisVan der Knaap
In het algemeen overleg zal ik duidelijk maken dat wij geprobeerd hebben om het probleem van overtolligheid via generieke maatregelen op te lossen. Nu zijn wij langzaam het moment genaderd dat er specifieke maatregelen nodig zijn voor bepaalde categorieën die overbodig zijn geworden. Er kunnen bijvoorbeeld bemiddelingsorganisaties worden ingezet. De uitdaging is dat er aan de bovenkant mensen weg moeten, terwijl aan de onderkant juist nieuwe mensen nodig zijn.
Sluiting 19.45 uur.
Samenstelling:
Leden: Klaas de Vries (PvdA), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Duyvendak (GroenLinks), Albayrak (PvdA), voorzitter, Wilders (VVD), Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Mastwijk (CDA), Herben (LPF), ondervoorzitter, Kortenhorst (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Straub (PvdA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA) en Brinkel (CDA).
Plv. leden: Van Dam (PvdA), Lambrechts (D66), Waalkens (PvdA), Cornielje (VVD), Halsema (GroenLinks), Fierens (PvdA), De Ruiter (SP), Vendrik (GroenLinks), Adelmund (PvdA), Veenendaal (VVD), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Oplaat (VVD), De Haan (CDA), Nawijn (LPF), Smilde (CDA), Hermans (LPF), Bruls (CDA), Van der Staaij (SGP), De Wit (SP), Jan de Vries (CDA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Van Heemst (PvdA), Tichelaar (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA) en Van Dijk (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29540-95.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.