29 537
Illegalennota

nr. 13
MOTIE VAN HET LID HUIZINGA-HERINGA C.S.

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 21 juni 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat (niet zelden gedwongen) tewerkstelling in de prostitutie een van de belangrijkste drijfveren is achter de internationale mensenhandel;

overwegende, dat de bestrijding van illegaal verblijf in Nederland mede gericht dient te zijn op die factoren die ertoe leiden dat de vraag naar illegaal hier verblijvende mensen in stand blijft;

overwegende, dat het wetsvoorstel Uitvoering internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel degene strafbaar stelt die voordeel uit de uitbuiting van een ander trekt;

overwegende, dat illegale prostituees in de meeste gevallen per definitie in een uitbuitingssituatie verkeren;

verzoekt de regering zich te bezinnen op maatregelen die erop gericht zijn de vraag naar het gebruikmaken van diensten van illegale prostituees te ontmoedigen, waaronder de strafbaarstelling van de prostituant die gebruik maakt van de diensten van een prostituee waarvan hij vermoedt of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze zich illegaal in Nederland ophoudt en de Kamer daarover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Huizinga-Heringa

Van der Staaij

Van Fessem

Nawijn

Naar boven