nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtsmacht
van het Koninkrijk uit te breiden en daartoe over te gaan tot de instelling
van een aansluitende zone, in het bijzonder om inbreuken op voorschriften
inzake douane, belastingen, immigratie, volksgezondheid of monumenten te voorkomen
alsmede om inbreuken daarop te bestraffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
1. Er is een aansluitende zone van het Koninkrijk.
2. De aansluitende zone van het Koninkrijk is het gebied buiten en grenzend
aan de territoriale zee van het Koninkrijk dat zich niet verder uitstrekt
dan 24 zeemijlen vanaf de basislijnen, vanwaar de breedte van de territoriale
zee wordt gemeten.
Artikel 2
De buitengrens van de aansluitende zone wordt vastgesteld bij algemene
maatregel van rijksbestuur.
Artikel 3
Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor elk van de landen van het Koninkrijk verschillend kan worden
vastgesteld.
Artikel 4
Deze rijkswet wordt aangehaald als: Rijkswet instelling aansluitende zone.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,