29 522
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met betrekking tot de plaats van levering van gas en elektriciteit (implementatie richtlijn gas en elektriciteit)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 14 juni 2004

De leden van de CDA-fractie constateren dat het onderhavige wetsvoorstel een aantal belangrijke knelpunten bij de BTW-heffing op de levering van elektriciteit en gas oplost. Daarbij stellen zij vast dat de BTW-regels zo worden geharmoniseerd dat voor het bepalen van de plaats van levering van gas via het aardgasdistributiesysteem en van elektriciteit niet langer het vervoer het criterium is. Zij merken op dat Nederland relatief veel gas en elektriciteit exporteert en vragen de regering te schetsen wat de budgettaire consequenties zijn van deze wijziging. Zij vrezen in dit verband nadelige gevolgen.

Ik deel de opvatting van deze leden dat bij de levering van elektriciteit en gas naar andere lidstaten en naar landen buiten de EU de plaats van heffing overeenkomstig de huidige Nederlandse regelgeving in Nederland ligt en dat onder de nieuwe regeling de plaats van heffing ter zake van die leveringen veelal in het buitenland zal liggen. Deze verschuiving van de plaats van heffing leidt evenwel niet tot nadelige budgettaire gevolgen, omdat onder de huidige regels in Nederland een BTW-nultarief van toepassing is op de levering van deze energie naar een andere lidstaat of naar buiten de EU. Zo wordt een dubbele heffing voorkomen omdat dezelfde transactie in het land van de afnemer ook wordt belast als invoer, wanneer het gaat om een levering naar een land buiten de EU, of, afhankelijk van de interpretatie, als intracommunautaire verwerving of levering in de lidstaat van de afnemer.

Ik ben verheugd dat de leden van genoemde fractie zeer content zijn met de introductie van de verleggingsregeling naar de afnemer indien de plaats van levering is gelegen in een lidstaat waar de leverancier niet is gevestigd. Naar aanleiding van hun vraag om inzicht in de Nederlandse bedrijven die profiteren van deze regeling, merk ik op dat het hier in de eerste plaats gaat om de ondernemers die in het binnenland van oudsher reeds gas en elektriciteit leveren aan particuliere en zakelijke afnemers, en die daarnaast ook energie leveren aan met name zakelijke afnemers in andere lidstaten. Daarnaast is de verleggingsregeling ook van belang voor de groep van de meer internationaal opererende ondernemers die voornamelijk handelen in energie met vaak buitenlandse afnemers.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven