nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op Richtlijn 2003/92/EG
van de Raad van de Europese Unie van 7 oktober 2003 tot wijziging van
Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regels inzake de plaats van levering
van gas en elektriciteit (Pb L 260) noodzakelijk is de Wet op de omzetbelasting
1968 aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt na onderdeel f het woord «of».
Voorts wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door
« ; of », na onderdeel g toegevoegd:
h. bestaat in gas dat via het aardgasdistributiesysteem wordt geleverd
onder de voorwaarden van artikel 5b dan wel in elektriciteit die wordt geleverd
onder die voorwaarden.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «a tot en met g» vervangen
door: a tot en met h.
B. Na artikel 5a wordt een nieuw artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 5b
1. Ingeval de levering van gas via het aardgasdistributiesysteem of van
elektriciteit wordt verricht aan een ondernemer die wederverkoper is, wordt
die levering, in afwijking van artikel 5, verricht op de plaats waar deze ondernemer is gevestigd of een vaste inrichting heeft waarvoor
de goederen worden geleverd, dan wel, bij het ontbreken hiervan, op de plaats
waar zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats is.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt, in afwijking van artikel
2a, eerste lid, onderdeel k, onder een wederverkoper verstaan een ondernemer
wiens hoofdactiviteit op het gebied van de aankoop van gas of elektriciteit
bestaat in het opnieuw verkopen van die producten en wiens eigen verbruik
van die producten verwaarloosbaar is.
3. In afwijking van artikel 5 wordt de levering van gas via het aardgasdistributiesysteem
of van elektriciteit in andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid verricht
op de plaats waar de afnemer het werkelijke gebruik en verbruik van de goederen
heeft. Indien alle goederen of een deel ervan in werkelijkheid niet door deze
afnemer worden gebruikt, worden deze niet-gebruikte goederen geacht te zijn
gebruikt en verbruikt op de plaats waar deze afnemer is gevestigd of een vaste
inrichting heeft waarvoor de goederen worden geleverd. Bij het ontbreken hiervan
wordt deze afnemer geacht de goederen te hebben gebruikt en verbruikt in zijn
woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats.
C. In artikel 6, tweede lid, onderdeel d,
wordt, onder vernummering van 11° tot 12°, na 10° ingevoegd:
11°. het bieden van toegang tot, en van transport of transmissie via,
aardgas- en elektriciteitsdistributiesystemen en het verrichten van andere
daarmee rechtstreeks verbonden diensten;.
D. Artikel 12, tweede lid, wordt vervangen
door:
2. Ingeval de ondernemer die een levering als bedoeld in artikel 5b of
een dienst als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel d, 10°, artikel
6a of artikel 6b verricht, niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar
geen vaste inrichting heeft van waaruit de levering wordt verricht of de dienst
wordt verleend, en aan degene aan wie de levering wordt verricht of de dienst
wordt verleend een btw-identificatienummer in Nederland is toegekend, wordt
de belasting geheven van degene aan wie de levering wordt verricht of de dienst
wordt verleend.
E. Aan artikel 20, tweede lid, wordt, onder
vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, na
onderdeel b toegevoegd:
c. nihil voor de invoer van gas via het aardgasdistributiesysteem en de
invoer van elektriciteit, mits de toepasselijkheid van dat tarief uit boeken
en bescheiden blijkt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,