29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 418 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 mei 2021

Op 19 april jl. verzocht de commissie voor Buitenlandse Zaken aanvullende informatie over de inhoud en context van de aanstaande deelname van het Nederlandse fregat Zr.Ms. Evertsen aan de eerste ontplooiing van de Britse Carrier Strike Group (CSG). De Kamer is over deze deelname geïnformeerd via de beantwoording van Kamervragen over de bijeenkomst NAVO-Ministers Buitenlandse Zaken 23 en 24 maart 2021 (Kamerstuk 28 676, nr. 358). In het verzoek van 19 april jl. werd tevens verzocht in te gaan op een aantal specifieke vragen. Naar aanleiding van het verzoek informeer ik u hierbij, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, als volgt.

Volgens planning zal het luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Evertsen op 22 mei vertrekken uit Den Helder om zich aan te sluiten bij de CSG. Begin december staat de terugkeer van het Nederlandse schip gepland. De deelname aan de CSG biedt Nederland een unieke mogelijkheid om in een dergelijk internationaal verband, samen met andere (NAVO) partnerlanden, te oefenen. Zr.Ms. Evertsen zal hierbij een bijdrage leveren aan de luchtverdedigingstaak binnen het vlootverband. Het Nederlandse schip is gereed en geschikt om deze taak uit te voeren. Het tactische commando, waar Zr.Ms. Evertsen onder zal opereren, ligt bij de Britse commandant van de CSG. De Commandant der Strijdkrachten (CDS) behoudt tijdens de inzet het uiteindelijke commando over de Nederlandse eenheid. Eventuele risico’s voor deelname aan de reis zijn in de afweging van de Nederlandse bijdrage meegenomen, maar worden op basis van de huidige informatie beperkt en acceptabel geacht.

De CSG zal via de Noord-Atlantische Oceaan, Middellandse Zee en de Indische Oceaan naar keerpunt Japan varen. Een deel van de CSG zal onderweg een patrouille uitvoeren in de Zwarte Zee. Volgens planning zal ook Zr.Ms. Evertsen aan deze patrouille deelnemen en een aantal havens in de Zwarte Zee bezoeken. Op de heen- en terugweg naar Japan vaart Zr.Ms. Evertsen door de internationale wateren van de Zuid-Chinese Zee. In deze internationale wateren geldt de vrijheid van navigatie, ook voor marineschepen. De Straat van Taiwan ligt niet op de geplande route. Het Nederlandse fregat opereert, zoals gebruikelijk en eerder gemeld (Kamerstuk 28 676, nr. 358), conform het internationaal recht, inclusief het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (UNCLOS).

Nederland levert geen artikel-100 plichtige bijdragen aan missies gedurende deelname aan de CSG. Wel zal Zr.Ms. Evertsen zoals te doen gebruikelijk is informatie uitwisselen met een aantal missies, wanneer de CSG door de betreffende operatiegebieden vaart, het zogenaamde associated support.

De brief van 22 maart jl. verwees ook naar de mogelijkheden om tijdens de deelname aan de CSG de diplomatieke, veiligheids-, en economische banden aan te halen met landen in de Indo-Pacifische regio. De Indo-Pacific vormt de belangrijkste groeiregio en in toenemende mate ook het geopolitieke zwaartepunt van de wereld (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2241). Met bijna tweederde van de wereldbevolking en ongeveer 60% van het mondiale Bruto Binnenlands Product (BBP) is de regio ook voor Nederland van cruciaal belang. Nederland heeft grote belangen bij stabiliteit en respect voor rechtsstaat, mensenrechten en vrijhandel in deze regio. De EU erkent het belang van deze regio ook.

De reis van de CSG biedt Nederland niet alleen kans om met partners in deze belangrijke regio te oefenen, maar ook aanknopingspunten om de betrekkingen met deze landen te intensiveren. In dit kader zal het Nederlandse fregat havenbezoeken brengen aan onder andere India, Indonesië, Singapore, Zuid-Korea en Japan. Nederland zal op diplomatiek niveau zoveel mogelijk bij deze havenbezoeken aansluiten, voor zover de restricties die gelden in het kader van de Covid-19 pandemie dit toelaten. Tevens wordt er gekeken naar manieren om de industrie bij een aantal havenbezoeken te betrekken. De exacte planning van de reis en het aantal havenbezoeken wordt nog uitgewerkt, hierop kan niet vooruit worden gelopen. Zodra dit kan zal ik de Kamer hierover informeren.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven