29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 295 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2015

Bij deze geven wij gehoor aan het verzoek van de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken om ommegaand per brief aan te geven of het kabinet het noodzakelijk acht dat de Kamer de brief inzake de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA nog vóór het zomerreces in behandeling neemt, en, zo ja, hiervoor de argumenten van logistieke en politiek-militaire aard aan te geven.

Het kabinet acht een debat met de Kamer over de artikel 100 brief voor het zomerreces zeer wenselijk. Het kabinet acht het van belang om transparant, zorgvuldig en tijdig de VN te kunnen informeren over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA. Het is voor de VN zaak om voor de zomer te weten waar het wat de Nederlandse bijdrage betreft aan toe is. De VN heeft minimaal zes maanden de tijd nodig om te zorgen voor eventuele vervanging door andere landen.

Ook vanuit het oogpunt van de Nederlandse militaire planning heeft het de voorkeur om voor de zomer helderheid te hebben.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven