nr. 130
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2009
Ingevolge het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heden
met kenmerk 2009Z24766/2009D65368 om de verlenging van de Nederlandse bijdrage
aan de NAVO trainingsmissie in Irak (NTM-I) op te schorten informeer ik u,
mede namens minister Van Middelkoop van Defensie, als volgt.
Met Kamerstuk 29 521, nr 111 van 26 juni 2009 bent u geïnformeerd
over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de NTM-I tot 31 december
2009. In deze brief merkt de regering op dat zij in het najaar zou bepalen
of voortgezette deelname aan de NTM-I na 31 december 2009 opportuun is.
In voorkomend geval zou de Kamer daarover langs de lijnen van het Toetsingskader
worden geïnformeerd.
In het daaropvolgende schriftelijke overleg met de Kamer (zie Kamerstuk
29 521, nr. 115) heeft de regering nog eens bevestigd dat de Nederlandse
bijdrage aan de NTM-I niet kan worden beschouwd als deelname aan een militaire
operatie ex artikel 100, maar dat het een missie met een SSR-profiel betreft.
De regering wil ook in gevallen als deze de Kamer zo volledig mogelijk informeren.
Eerst op 30 november jongstleden heeft de NAVO met de goedkeuring
van de Periodic Mission Review van de NTM-I besloten de missie te verlengen
en de taken daarvan vastgelegd. Zoals toegezegd in Kamerstuk 29 521,
nr. 115 bent u zo spoedig mogelijk na dit NAVO-besluit, op 16 december
jongstleden, geïnformeerd over het besluit van de regering om de Nederlandse
bijdrage van 5 staffunctionarissen voor de periode van een jaar te verlengen.
Met begrip voor Uw Kamer’s behoefte voor spoedig nader overleg,
zijn wij bereid op de kortst mogelijke termijn uw schriftelijke vragen te
beantwoorden. Onze inzet is steeds uw Kamer zo tijdig als mogelijk te informeren.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen