Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29520 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29520 nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 april 2004
Op woensdag 28 april a.s. vindt de voortzetting plaats van het Algemeen Overleg over scheiding en omgang. De vragen gesteld door de fracties zullen dan beantwoord worden. In deze brief geef ik antwoord op een aantal meer technische vragen. Van de Staatssecretaris van VWS ontvangt u een afzonderlijke brief.
De heren Luchtenveld en De Wit en mevrouw Kalsbeek hebben vragen gesteld over middelen om een omgangsregeling af te dwingen. In een bijlage bij mijn brief van 4 december 2002 (Kamerstukken II 2002/03, 28 600 VI, nr. 105) is een inventarisatie van het civielrechtelijk instrumentarium effectuering omgangsregeling opgenomen. In dit overzicht is onder meer aangegeven dat het onder omstandigheden mogelijk is om de betaling van kinderalimentatie op te schorten en de partneralimentatie te verminderen of te ontzeggen. Ook wordt er ingegaan op de mogelijkheid tot wijziging in eenhoofdig gezag.
De heer Luchtenveld heeft tevens gevraagd of het mogelijk is om artikel 812 Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing te verklaring op het niet nakomen van een omgangsregeling. Artikel 812 bepaalt in welke gevallen van rechtswege het recht op afgifte van de minderjarige bestaat, zo nodig met behulp van de sterke arm. In de situaties waarop het artikel ziet, namelijk het blokkaderecht van pleegouders en het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing door de kinderrechter, is een recente beslissing van de rechter vooraf gegaan.
Ik ben er geen voorstander van om in situaties dat de rechter een omgangsregeling heeft vastgesteld, artikel 812 Rv van overeenkomstige toepassing te verklaren. Hierbij spelen de volgende overwegingen een rol. Ten eerste zal het belang van het kind in de specifieke situatie gewogen moeten worden. Het is voor een kind zeer ingrijpend indien de politie hem meeneemt ten einde de omgang af te dwingen. Ten tweede ben ik van mening dat het huidige civielrechtelijke instrumentarium voldoende mogelijkheden biedt om omgang na te komen. Zoals ik in mijn brief van 14 april jl. heb aangegeven kies ik ervoor om op andere wijze de problematiek rond scheiding en omgang aan te pakken.
2. Ad hoc werkgroep internationale kinderontvoering
De heer De Wit heeft een vraag gesteld over de ad hoc werkgroep internationale kinderontvoering. Mede op initiatief vanuit de Tweede Kamer is in 2003 is een ad hoc werkgroep ingesteld om op het terrein van internationale Kinderontvoering samen met de Centrale Autoriteit te bezien hoe procedures beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Omdat bij een internationale kinderontvoering veel autoriteiten betrokken zijn is de ad hoc werkgroep breed samengesteld uit vertegenwoordigers vanuit de wetenschap, de KLPD, de betrokken particuliere organisaties, de ISS en Justitie.
In de werkgroep heeft eerst een inventarisatie van knelpunten plaatsgevonden. Vervolgens is op de verschillende punten actie ondernomen. Overigens is wel gebleken dat de knelpunten vooral liggen op het terrein van voorlichting en onvoldoende bekendheid, en mede daardoor onvoldoende deskundigheid bij een aantal betrokkenen op het terrein van de procedures bij de internationale kinderontvoering. In het kader van de inventarisatie is het punt van de omgang niet als een eerste knelpunt naar voren gekomen. De werkgroep zal in de loop van dit jaar komen tot een afronding van haar werkzaamheden. Met het oog hierop zeg ik u toe dat ik u tegen het einde van dit jaar op de hoogte zal stellen van de uitkomsten en aanbevelingen van de ad hoc werkgroep.
3. Bijzondere curator en formele rechtsingang minderjarigen
Mevrouw Kalsbeek heeft de vraag gesteld wat de werkelijke reden is dat er geen formele rechtsingang wordt geopend voor minderjarige. Zij vroeg zich af of hier niet louter financiële redenen aan ten grondslag liggen of dat de minister kinderen wellicht onmondig wil maken. De heer Dittrich heeft gevraagd waarom de bijzondere curator wordt afgeschaft.
In mijn brief van 4 december 2003 (Kamerstukken II 2003/04, 29 200 VI, 116) heb ik aangegeven dat ik op grond van de resultaten van het onderzoek meen dat er onvoldoende grond is om een formele rechtsingang voor minderjarigen in het burgerlijk recht te introduceren. Uit het onderzoek blijkt niet dat de rechtspositie van de minderjarige niet afdoende is geregeld. Ik schaf de bijzondere curator dus niet af maar wijzig niets aan de huidige situatie.
Er zijn geen andere redenen aan de orde dan die ik in mijn brief heb genoemd. Financieel maakt het naar verwachting weinig uit omdat uit het onderzoek niet is gebleken dat er onderwerpen zijn, naast de bestaande mogelijkheden, waarover minderjarigen zouden willen procederen. Daarnaast kunnen ook ouders, indien zij een zaak ten behoeve van hun kind aanhangig maken, een beroep doen op gefinancierde rechtsbijstand. Ook ben ik niet van mening, zoals mevrouw Kalsbeek aangaf, dat kinderen onmondig zijn. Integendeel, ik vind het een goede zaak dat minderjarigen op alle gebieden die hun rechtstreeks betreffen een eigen rechtsingang hebben. Ik denk hierbij onder meer aan de geneeskundige behandelingsovereenkomst en de arbeidsovereenkomst. Ook op het gebied van scheiding en omgang hebben minderjarigen een informele rechtsingang.
4. Mediation en poging tot verzoening
De heer Van der Staaij heeft gevraagd om mediation voorafgaand aan de scheiding verplicht te stellen met het oog op het mogelijke preventieve effect. De mediator zou verplicht moeten worden ingezet om een poging tot verzoening tussen de beide echtelieden tot stand te brengen.
In mijn brief van 14 april jl. heb ik aangegeven dat mijn inzet erop gericht is om echtelieden die willen scheiden zoveel mogelijk tot gezamenlijke afspraken te bewegen. Ook heb ik aangegeven dat mediation daarbij een belangrijke ondersteunende rol kan vervullen. Los van de vraag of partijen op alle onderdelen tot afspraken kunnen komen draagt de toepassing van mediation er in de regel toe bij dat de communicatie tussen partijen verbetert. Dat kan erin resulteren dat partijen zich met elkaar verzoenen. Een plicht tot mediation om verzoening tot stand te brengen voert mijn inziens echter te ver.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29520-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.