nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het wettelijk
mogelijk te maken om gedetineerden die in eerste aanleg tot een vrijheidsstraf
zijn veroordeeld van een huis van bewaring over te plaatsen naar een gevangenis
en in verband daarmee de Penitentiaire beginselenwet te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Penitentiaire beginselenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «de aan hen opgelegde vrijheidsstraf»
ingevoegd: of voorlopige hechtenis.
2. In het tweede lid, onderdeel a, vervalt: onherroepelijk.
3. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien de
veroordeling tot een vrijheidsstraf nog niet onherroepelijk is, worden de
datum van invrijheidstelling en het strafrestant voor de toepassing van dit
lid berekend op grond van de veroordeling waartegen het rechtsmiddel is aangewend.
B
Artikel 9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt voor de puntkomma aan het slot ingevoegd: en die
in afwachting zijn van berechting in eerste aanleg.
2. Onderdeel b komt te luiden:
b. personen ten aanzien van wie een bevel tot voorlopige hechtenis is
gegeven en aan wie de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging
is opgelegd, maar die niet tevens tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld,
dan wel aan wie de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor de opvang
van verslaafden is opgelegd, voor zolang het opleggen van die maatregel niet
onherroepelijk is;.
C
In artikel 10, eerste lid, eerste volzin, wordt vóór «tot
vrijheidsstraf» ingevoegd: , al dan niet onherroepelijk,.
D
In artikel 47, derde lid, wordt vóór «tot een vrijheidsstraf»
ingevoegd: , al dan niet onherroepelijk,.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,