29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2012

Bij de Regeling van werkzaamheden op 25 september 2012 heeft het lid Van Toorenburg (CDA) om een brief verzocht naar aanleiding van het bericht in het Algemeen Dagblad (AD) dat de brandweer wacht met uitrukken tot de collega's van de vrijwillige brandweer aanwezig zijn, waardoor kostbare tijd verloren gaat. Naar aanleiding van dit verzoek bericht ik u als volgt.

Voordat ik nader op de inhoud van het artikel in ga, wil ik benadrukken dat de veiligheidsregio’s conform artikel 10, sub d, van de Wet veiligheidsregio’s verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding op de brandweerzorg. In de wet- en regelgeving zijn daartoe de kaders opgenomen, zoals de verplichting om een dekkingsplan vast te stellen en normen voor de opkomsttijden. De regio is zelf verantwoordelijk voor de wijze van uitvoering en dus ook voor het bepalen van de uitrukvolgorde bij de brandweer.

Ik heb naar aanleiding van het artikel navraag gedaan bij de NVBR en de regio Haaglanden (de regio die in het artikel wordt genoemd). De NVBR bevestigt dat de landelijke lijn is om gebruik te maken van operationele grenzen. Dit betekent dat de brandweerpost die het snelst ter plaatse kan zijn, wordt gealarmeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een kazernevolgordetabel, die gebaseerd is op berekeningen. In die berekeningen is rekening gehouden met de verschillende opkomsttijden van gekazerneerd personeel en personeel dat vrij instroomt.

Het verdere proces is geautomatiseerd. De centralist in de meldkamer krijgt een uitrukvoorstel op zijn scherm waarin de posten die het snelst ter plaatse kunnen zijn, onder de knop zitten. Er is dus geen voorkeursbeleid voor vrijwillige brandweerposten.

De directie van de veiligheidsregio Haaglanden bevestigt de landelijke lijn, zoals die door de NVBR is beschreven. Ook Haaglanden werkt met operationele grenzen en een kazernevolgordetabel. Uitgangspunt is: wie het snelst ter plaatse kan zijn, biedt hulp. De regio hanteert geen beleid om vrijwilligers bij het uitrukken te bevoordelen ten nadele van de uitruktijd.

Op basis van de mij beschikbare informatie zijn mij geen concrete voorbeelden bekend van het bewust vertragen van de uitruk bij de brandweer.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven