nr. 15
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2006
Verdiepingsstudies palliatieve zorg
Bij brief van 21 december 20051 heb ik
toegezegd u medio mei 2006 te informeren over de uitkomsten van een tweetal
verdiepingsstudies, te weten:
1. een onderzoek naar de rol van de zorgkantoren en netwerken bij de realisatie
van palliatieve terminale zorgvoorzieningen,
2. een onderzoek naar de financiële knelpunten in de palliatieve
terminale zorg.
Deze onderzoeken zijn in mijn opdracht gestart om – in combinatie
met de Monitor Palliatieve Zorg – een completer beeld te krijgen van
de wijze waarop het aanbod aan Palliatieve Terminale Zorgvoorzieningen (PTZ-voorzieningen)
tot stand komt én van de financiële problemen die PTZ-voorzieningen
ervaren.
Het eerstgenoemde onderzoek is inmiddels afgerond. Bij deze bied ik u
het rapport «De rol van zorgkantoren en netwerken bij de realisatie
van palliatieve terminale zorgvoorzieningen» van het NIVEL aan.2
Kort samengevat schetst het rapport dat de diverse zorgkantoorregio’s
geen uniform beleid voeren ten aanzien van de realisatie van palliatief terminale
zorgvoorzieningen. Dit verschil in beleid is één van de vele
factoren die van invloed zijn op de verschillen in het aantal PTZ-bedden per
100 000 inwoners en biedt daarom slechts een gedeeltelijke verklaring
voor de gevonden verschillen. De geïnterviewde zorgkantoren en netwerken
vinden het aanbod aan PTZ-bedden in de eigen regio voldoende, hierbij maakt
het niet uit of de regio een hoog of een een laag aantal PTZ-bedden per 100 000
inwoners heeft. De onderzoekers signaleren dat een geschikt instrument om
de behoefte aan PTZ-bedden te inventariseren ontbreekt.
De zorgkantoren en de netwerken palliatieve zorg zien de realisatie en
planning van PTZ-voorzieningen als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
In de praktijk loopt deze samenwerking niet altijd even soepel.
Het onderzoek naar de financiële knelpunten in de palliatieve terminale
zorg is nog niet afgerond. Ik verwacht het rapport eind mei te ontvangen.
Ik zal u in de zomer het rapport over de financiële knelpunten alsmede
mijn standpunt op beide rapporten toesturen.
Toelating hospices door het College bouw zorginstellingen
Bij de behandeling van de begroting van VWS op 10 november 2005 (Handelingen
der Kamer II, vergaderjaar 2005–2006, nr. 20, blz 1233–1276) hebben
we gesproken over hospices. Als hospices een toelating op grond van (toen
nog) de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) aanvragen, ontmoeten zij problemen
bij de beoordeling van hun bouwplannen door het College bouw zorginstellingen.
Ik heb u toen beloofd nog eens met het College te spreken over het waarom
van afwijzingen, de knelpunten te bekijken en oplossingen te vinden.
Mijn bevindingen zal ik, omdat een samenhang bestaat tussen de kwaliteit
van bouwkundige voorzieningen en de financiële knelpunten, meedelen bij
mijn standpunt op beide bovengenoemde rapporten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. I. J. M. Ross-van Dorp