29 498
Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten)

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2004

Tijdens het wetgevingsoverleg over het wetsvoorstel Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten op 2 juni 2004 heb ik toegezegd de Tweede Kamer te informeren over verschillende aspecten inzake de reïntegratie van herbeoordeelde gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Het betreft de volgende punten:

• De wijze waarop het UWV de herbeoordelingsoperatie gaat uitvoeren.

• Een specificatie naar de onderscheiden arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, WAZ, Wajong) van het bedrag van € 336 mln dat beschikbaar is voor reïntegratie.

• De besprekingen met de werkgeversorganisaties over de reïntegratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten.

In deze brief licht ik de reïntegratie-aspecten van de herbeoordelingsoperatie toe. Bovengenoemde onderwerpen komen daarbij aan de orde.

Vanaf 1 oktober 2004 start de herbeoordelingsoperatie van arbeidsongeschikten jonger dan 55 jaar die niet onder eerder overgangsrecht vallen, op basis van het nieuwe Schattingsbesluit. De betreffende arbeidsongeschikten worden op basis van leeftijd in twee groepen ingedeeld. Het eerste tijdvak duurt anderhalf jaar, het tweede een jaar. De herbeoordelingsoperatie duurt in totaal tweeëneenhalf jaar.

Herbeoordeelden van wie komt vast te staan dat zij een grotere arbeidsgeschiktheid hebben, kunnen onderscheiden worden in twee groepen: (gedeeltelijk) arbeidsgeschikten die naast hun uitkering reeds gedeeltelijk werk hebben en (gedeeltelijk) arbeidsgeschikten die nog geen werk hervat hebben. Indien de cliënt naast de uitkering werkzaam is, dan zijn de reïntegratie-inspanningen in eerste instantie gericht op uitbreiding van deze werkzaamheden.

Herbeoordelingsproces bij het UWV

Met het UWV is nog overleg gaande over de concrete invulling van de herbeoordelingsoperatie. Dit betreft zaken als de wijze van oproeping, de verdeling van de personen die opgeroepen worden in de tijd, de inzet van personeel voor de beoordeling en de conctracten met reïntegratiebedrijven voor de inzet van reïntegratieactiviteiten.

De gang van zaken bij de herbeoordelingen op individueel niveau is als volgt. De cliënt wordt opgeroepen voor een medische beoordeling door de verzekeringsarts. Een uitzondering wordt hierbij gemaakt voor bepaalde groepen, zoals mensen met een verstandelijke handicap die al geruime tijd in een inrichting zijn opgenomen. De verzekeringsarts doet een medische beoordeling en maakt de rapportage. Indien er geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden vindt de beoordeling door de arbeidsdeskundige plaats. In dit onderdeel van het proces vindt de claimbeoordeling plaats. Daarbij raadpleegt de arbeidsdeskundige het CBBS, en stelt hij de arbeidsongeschiktheidsklasse vast. Tevens wordt een reïntegratievisie opgesteld.

Bij het opstellen van de reïntegratievisie staat de actieve rol van de cliënt voorop. Een deel van de cliënten zal, zo mag op grond van ervaringen worden geconcludeerd, geheel op eigen kracht een plek op de arbeidsmarkt verwerven. Voor diegenen die dat niet lukt, is het mogelijk een beroep te doen op ondersteuning door het UWV. Bij het opstellen van de reïntegratievisie worden de mogelijkheden voor reïntegratie geïnventariseerd.

Na vaststelling van de reïntegratievisie wordt de brief met betrekking tot de uitkomst van de claimbeoordeling meegegeven of vlak na het gesprek verstuurd. Vanaf dat moment gaat een termijn van twee maanden lopen. Na afloop van die termijn gaat de intrekking of herziening van de uitkering in. De cliënt ontvangt ook een beschikking waarin de consequenties voor de uitkering alsmede zijn rechten en plichten worden aangegeven. De cliënt kan opteren voor een door het UWV ingekocht traject, maar kan de cliënt ook zelf de regie over de reïntegratie voeren en een aanvraag doen voor een individuele reïntegratieovereenkomst (IRO). Bij een IRO stelt de cliënt zelf een trajectplan op en kiest de cliënt zelf een reïntegratiebedrijf. Indien de cliënt kiest voor een door het UWV ingekocht traject op basis van de aanbestedingsprocedure, heeft betrokkene binnen vier weken na de uitkomst van de claimbeoordeling contact met het reïntegratiebedrijf en starten de activiteiten gericht op reïntegratie. Het reïntegratiebedrijf stelt in samenspraak met de cliënt een concreet plan op voor het reïntegratietraject. Maatwerk staat hierbij voorop. Dit betekent dat het uitgangspunt is de reïntegratie-inspanningen te baseren op enerzijds de wensen van de cliënt en anderzijds de mogelijkheden van de cliënt, beide uiteraard voor zover relevant voor het oogmerk van reïntegratie, te weten duurzame plaatsing.

Reïntegratie-instrumenten

Naast de ondersteuning die het UWV aanbiedt in de vorm van de financiering van reïntegratietrajecten maken herbeoordeelde gedeeltelijk arbeidsgeschikten aanspraak op de instrumenten voor arbeidsgehandicapten zoals deze met name in de Wet REA zijn opgenomen.

De Wet REA kent instrumenten gericht op de werkgever van de arbeidsgehandicapte. Deze hebben tot doel belemmeringen bij reïntegratie zoals ervaren door de werkgever weg te nemen. De belangrijkste van deze instrumenten zijn:

• Een no risk polis voor werkgevers: werkgevers die een arbeidsgehandicapte in dienst nemen, lopen gedurende 5 jaar geen financieel risico bij ziekte of hernieuwde arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

• De premiekorting: werkgevers die een arbeidsgehandicapte in dienst nemen ontvangen gedurende 3 jaar een premiekorting van € 2 042.

• Voorzieningen voor de arbeidsgehandicapte werknemer in de vorm van werkplekaanpassingen en vervoersvoorzieningen. Werkgevers die kosten maken in de vorm van aanpassingen van de bedrijfsinrichting of werkplaats, komen in aanmerking voor subsidie.

Werkgevers en gedeeltelijk arbeidsgeschikten die alvorens een vast dienstverband aan te gaan eerst willen bezien of hiertoe een basis is, kunnen gebruik maken van de mogelijkheid van een proefplaatsing: gedurende 3 maanden kan de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer op proef werken met behoud van de uitkering.

Financiële middelen voor reïntegratie tijdens de herbeoordeling

De reïntegratietrajecten voor uitkeringsgerechtigden die gedurende de herbeoordelingsoperatie (een deel van) de uitkering verliezen, worden gefinancierd vanuit het Reïntegratiefonds. Het hiervoor beschikbare budget is terug te vinden in de Begroting SZW 2004, Premie-artikel 3 Reïntegratie (in tabel 3.6, pagina 186). Het beschikbare budget is onderdeel van de post «trajecten na 2e ziektejaar», waarvoor in de periode 2004–2007 € 430 mln. euro gereserveerd is. Van dit totaalbedrag is € 336 mln. beschikbaar in de periode 2004–2007 voor de reïntegratie van het zittend bestand. Dit bedrag bestaat enerzijds uit reeds gereserveerde reguliere gelden voor de reïntegratie van personen uit het zittend bestand en anderzijds uit de extra middelen (€ 100 mln.) die het kabinet met het oog op de herbeoordelingsoperatie beschikbaar heeft gesteld voor de reïntegratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WAO, WAZ, Wajong).

In totaliteit zijn er voor de WAO, WAZ en Wajong tezamen circa 84 000 reïntegratietrajecten beschikbaar in de periode tot en met 2007. Dit aantal is naar verwachting toereikend om alle herbeoordeelde gedeeltelijk arbeidsgeschikten die een beroep doen op ondersteuning door het UWV daadwerkelijk in de vorm van een traject terzijde te staan. Daarbij is uitgegaan van een gemiddelde netto trajectprijs van € 4 000. Gezien het streven tot maatwerk en als gevolg daarvan de verschillen tussen de trajecten, zal het ene traject goedkoper zijn, terwijl het andere traject duurder is dan dit bedrag. Het bedrag van € 4 000 correspondeert met de gemiddeld uit te betalen trajectprijs zoals die ook uit de reguliere aanbestedingsprocedure blijkt.

In onderstaande tabel zijn de jaarlijkse lasten voor bovengenoemde reïntegratie-instrumenten opgenomen. Deze lasten betreft de inzet van deze instrumenten voor alle arbeidsgehandicapten, en is dus niet beperkt tot herbeoordeelde (gedeeltelijk) arbeidsgeschikten. Dit budget is vanzelfsprekend groter, omdat hier ook reïntegratietrajecten voor nieuwe instroom in het nieuwe stelsel uit gefinancierd worden. De beschikbare budgetten zijn terug te vinden in de Begroting 2004, voor de SZW raming premiekorting in Begrotingsartikel 2 tabel 2.2 en voor voorzieningen arbeidsgehandicapten in Premieartikel 3 tabel 3.6. De no risk polis zit tot 2006 verwerkt onder de post Uitkeringen REA in tabel 3.6. Met ingang van 1 januari 2006 maakt de no risk polis onderdeel uit van de ZW-lasten in premieartikel 2. Het betreft hier standen uit de vorige begroting.

Begrote lasten beschikbaar voor reïntegratie voor arbeidsgehandicapten (in mln. euro)

 2004200520062007Totaal
Reïntegratietrajecten105107108110430
No risk polis66666768267
Premiekorting113113113113452
Voorzieningen arbeidsgehandicapten / subsidie werkgevers69676563264
Totaal3533533533541 413

Voorlichting

Wat betreft de voorlichting over de herbeoordelingsoperatie heb ik contact opgenomen met het UWV en de Landelijke Cliëntenraad. Het is mijn voornemen samen met het UWV alle bestaande arbeidsongeschikten te benaderen met een brief en een folder met achtergrondinformatie. Hierin wordt ingegaan op de achtergrond van de herbeoordelingsoperatie, en op de procedure die het UWV daarbij zal volgen. Ook zal worden vermeld welke reïntegratieactiviteiten er mogelijk zijn en welke reïntegratie-instrumenten kunnen worden verstrekt. Daarnaast zal er na afhandeling van de parlementaire behandeling op de website van het ministerie aandacht zijn voor de herbeoordelingsoperatie. Ook zullen artikelen voor huis-aan-huis-bladen verstrekt worden.

Overleg met werkgeversorganisaties

Om de reïntegratie van herbeoordeelde (gedeeltelijk) arbeidsgeschikten te bevorderen ben ik in overleg getreden met de voorzitters van de 3 centrale werkgeversorganisaties. Ik heb hierover met uw Kamer van gedachten gewisseld tijdens verschillende algemene overleggen. Ik heb met de voorzitters van de 3 centrale werkgeversorganisaties gesproken over de mogelijkheden van reïntegratie. Daarbij hebben wij gesproken over door werkgevers ervaren knelpunten bij reïntegratie, onbekendheid van bestaande reïntegratie-instrumenten en de noodzaak dit instrumentarium optimaal te benutten. De centrale organisaties van werkgevers onderschrijven de noodzaak van reïntegratie van (gedeeltelijk) arbeidsgeschikten. Ik heb daarom met de werkgevers afgesproken gedurende de herbeoordelingsoperatie een projectgroep te formeren. Doel van deze projectgroep is het bevorderen van arbeidsparticipatie/reïntegratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten. In deze projectgroep participeren SZW en de 3 centrale werkgeversorganisaties. Daarnaast zijn, gezien hun kennis en expertise op dit vlak ook de CWP en het UWV uitgenodigd deel te nemen.

De projectgroep heeft een eerste agenda met onderwerpen opgesteld:

1. Werkgevers hebben aangegeven belemmeringen te ervaren bij reïntegratie. Een voorbeeld is, in de ogen van de werkgevers, de wachttijd op een aanvraag voor een werkplekaanpassing. Deze knelpunten en belemmeringen worden geïnventariseerd en waar mogelijk weggenomen.

2. Voorts wordt gekeken naar mogelijke verbeteringen in de match tussen de beschikbare vacatures en de gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Te denken is aan het versterken van informatie en communicatie op niveau van branches en sectoren. Ook arbo-convenanten en cao-afspraken bieden mogelijkheden. Op dit punt lopen bovendien reeds initiatieven van bijvoorbeeld het CWI. Waar mogelijk wordt hierbij aangesloten.

3. Het CWP-onderzoek «Onbekend maakt onbemind» laat zien dat de bekendheid van reïntegratie-instrumenten bij werkgevers nog niet optimaal is. Het verbeteren van de bekendheid van de mogelijkheden en werking van het al bestaande instrumentarium door gerichte voorlichting aan werkgevers is daarom een prioriteit, in aanvulling op de reguliere voorlichting rond de herbeoordelingsoperatie.

4. Ook wordt gezocht naar mogelijkheden om de beeldvorming over gedeeltelijk arbeidsgeschikten te verbeteren. Blijkens het CWP-onderzoek kan juist op dit punt een verbetering leiden tot meer succes bij reïntegratie. Gezien de kennis en expertise van de CWP op dit punt, is de CWP uitgenodigd te participeren in de projectgroep.

In de periode tot de start van de herbeoordelingsoperatie wordt deze agenda uitgewerkt tot concrete activiteiten. Ik zal de Tweede Kamer voor 1 oktober 2004 informeren over de uitgewerkte agenda van de projectgroep. Tevens zal ik uw Kamer periodiek rapporteren over de voortgang van de werkzaamheden van bovengenoemde projectgroep.

In de Tweede Kamer is onder andere door mevrouw Bussemaker gevraagd naar de doelstelling van de inzet van reïntegratietrajecten. Met de reïntegratietrajecten wordt beoogd de personen die worden herbeoordeeld duurzaam te plaatsen in arbeid. De feitelijke haalbaarheid is mede afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. In de contracten met reïntegratiebedrijven worden plaatsingspercentages afgesproken en de financiering wordt gekoppeld aan het behalen van de afgesproken resultaten. De Tweede Kamer heeft tijdens het wetgevingsoverleg gevraagd om regelmatig informatie te krijgen over de herbeoordelingsoperatie. Hiertoe heb ik het UWV gevraagd in de kwartaalrapportages resultaten van herbeoordelingen en reïntegratie van herbeoordeelden afzonderlijk op te nemen. Registratie van deze gegevens biedt de mogelijkheid de resultaten van de reïntegratie nauwgezet te monitoren. Daarbij wordt gekeken of zich knelpunten voordoen. Dit biedt de mogelijkheid snel actie te ondernemen als zich knelpunten voordoen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven