29 484
Interculturalisatie van de gezondheidszorg

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2006

Hierbij bied ik u het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg met betrekking tot de kwaliteit van de Medische Opvang Asielzoekers (MOA) aan.1

Dit rapport behelst de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de medische zorg aan asielzoekers, dat is uitgevoerd op verzoek van de Tweede Kamer (motie 29 484, nr. 6)

De Inspectie constateert dat de kwaliteit van de MOA over het algemeen goed is. Wel is gesignaleerd dat de begrenzing van de externe zorgcoördinatie en het opstellen van zorgplannen niet bij alle MOA’s op eenduidige wijze geschiedt. Verder signaleert de Inspectie dat de informatieuitwisseling met instanties uit de vreemdelingenketen (IND en Vreemdelingenpolitie) niet altijd goed verloopt. Op deze onderdelen vraagt de Inspectie aan de bestuurscommissie van de MOA op korte termijn actie te ondernemen.

Ook adviseert de Inspectie de COA, IND en Vreemdelingenpolitie om binnen drie maanden duidelijke afspraken te maken met de MOA over tijdige informatieverstrekking over onder meer over- en uitplaatsing van asielzoekers. De uitvoering van dit advies ligt op het terrein van mijn ambtsgenoot, de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Een van de aanbevelingen betreft de verbetering van het tolkgebruik voor externe zorgverleners, met name bij medisch specialisten. De inzet van professionele tolken in de gezondheidszorg acht ik van groot belang en ik zal deze aanbeveling dan ook onder de aandacht brengen van betrokken instellingen, waaronder de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven