29 483
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met het invoeren van een no-claimteruggaaf voor verzekerden die geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop ingevolge die wet aanspraak bestaat

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2004

Met uw brief van 30 september 2004, kenmerk 2004–090, heeft u het verzoek van het kamerlid Kant overgebracht dat zij tijdens het ordedebat van die dag heeft gedaan. Het verzoek houdt in dat ik een brief stuur over het bericht dat huisartsen niet mee willen werken aan de no-claimteruggaaf en over de gevolgen van de uitvoeringstoets van het CTG voor de uitvoering van de no-claimteruggaaf. In antwoord hierop deel ik u mede dat het besluit tot invoering van de no-claimteruggaaf door de wetgever wordt genomen en dat de betrokken beroepsgroepen zorgvuldig door het CTG worden gehoord in het voorbereidingstraject. De uitvoeringstoets van het CTG wijst uit dat invoering van de no-claimteruggaaf inzake de huisartsenzorg per 2005 niet onmogelijk is, maar nog veel inspanning zal vergen van betrokken partijen. Ik ben gaarne bereid hierover met u van gedachten te wisselen tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel aanstaande donderdag. Ten behoeve hiervan ontvangt u bijgaand een afschrift van de uitvoeringstoets.1

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven