29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 852 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2023

Middels deze brief informeer ik uw Kamer over het onderzoeksrapport «Kwalitatieve verdieping analyse hiaten geneesmiddelenontwikkeling» dat op mijn verzoek is uitgevoerd door KPMG Health.

Ruim een jaar geleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn wens om meer regie te krijgen op geneesmiddelenontwikkeling. Een basis hiervoor bieden de inzichten uit het rapport naar de financiering van geneesmiddelenonderzoek van juni vorig jaar.1 Dat rapport laat zien dat financieel rendement als één van de belangrijkste factoren geldt die bepalen welke geneesmiddelen worden ontwikkeld en uiteindelijk op de markt komen. Dit financiële rendement, en daarmee de geneesmiddelontwikkeling, blijkt niet altijd in lijn met de maatschappelijke behoefte. Met oog op de toekomst ben ik ervan overtuigd dat het nodig is om het financiële en maatschappelijke rendement beter op elkaar aan te laten sluiten.

Regie nemen op geneesmiddelontwikkeling impliceert ook keuzes maken. Dat vergt inzicht in vragen als: Welke geneesmiddelen worden nu ontwikkeld (of juist niet ontwikkeld)? In hoeverre bieden nieuwe geneesmiddelen concrete gezondheidswinst in de ogen van de patiënt en arts? Om antwoord te krijgen op dit soort vragen en zicht te krijgen op geneesmiddelontwikkeling heb ik de afgelopen periode twee onderzoeken uit laten voeren naar de hiaten in de geneesmiddelenontwikkeling, een kwantitatief en een kwalitatief onderzoek.

Eerder dit jaar is middels een studie inzicht gegeven in de nieuwe geneesmiddelen die sinds 1995 op de markt zijn gekomen voor de aandoeningen met de hoogste ziektelast voor de Nederlandse patiënt.2 Die kwantitatieve analyse wordt nu aangevuld met deze kwalitatieve studie waarin het perspectief van de patiënt en de arts is meegenomen.

Dit bijvoegde nieuwe rapport geeft voor deze ziektebeelden met een hoge ziektelast enerzijds een beeld van de ervaren onvervulde medische behoefte en anderzijds een inschatting van de potentie om hier met behulp van nieuwe geneesmiddelen een oplossing voor te bieden. Voor vijf indicaties (artrose, beroerte, COPD, dementie en stemmingsstoornissen) is indicatief een verdiepingsslag gemaakt. Voor dit onderzoek is uitgebreid gesproken met patiënten, artsen, en relevante experts. Ik ben hen dan ook zeer erkentelijk voor hun bijdrage.

De onderzoeken die ik heb laten uitvoeren kunnen toekomstige beleidsontwikkeling inspireren. Ik acht het van belang om dit rapport nu alvast, zonder beleidsmatige reactie, met u te delen, omdat er ook in Europese discussies invulling wordt gegeven aan onvervulde medische behoefte, bijvoorbeeld bij de nieuwe farmaceutische wetgeving. Een beleidsmatige reactie wordt op een later moment aan uw Kamer verstuurd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Kamerstuk 29 477, nr. 765.

X Noot
2

Kamerstuk 29 477, nr. 799.

Naar boven