Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2023
Middels deze brief informeer ik uw Kamer over het onderzoeksrapport «Kwalitatieve
verdieping analyse hiaten geneesmiddelenontwikkeling» dat op mijn verzoek is uitgevoerd
door KPMG Health.
Ruim een jaar geleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn wens om meer regie te
krijgen op geneesmiddelenontwikkeling. Een basis hiervoor bieden de inzichten uit
het rapport naar de financiering van geneesmiddelenonderzoek van juni vorig jaar.1 Dat rapport laat zien dat financieel rendement als één van de belangrijkste factoren
geldt die bepalen welke geneesmiddelen worden ontwikkeld en uiteindelijk op de markt
komen. Dit financiële rendement, en daarmee de geneesmiddelontwikkeling, blijkt niet
altijd in lijn met de maatschappelijke behoefte. Met oog op de toekomst ben ik ervan
overtuigd dat het nodig is om het financiële en maatschappelijke rendement beter op
elkaar aan te laten sluiten.
Regie nemen op geneesmiddelontwikkeling impliceert ook keuzes maken. Dat vergt inzicht
in vragen als: Welke geneesmiddelen worden nu ontwikkeld (of juist niet ontwikkeld)?
In hoeverre bieden nieuwe geneesmiddelen concrete gezondheidswinst in de ogen van
de patiënt en arts? Om antwoord te krijgen op dit soort vragen en zicht te krijgen
op geneesmiddelontwikkeling heb ik de afgelopen periode twee onderzoeken uit laten
voeren naar de hiaten in de geneesmiddelenontwikkeling, een kwantitatief en een kwalitatief
onderzoek.
Eerder dit jaar is middels een studie inzicht gegeven in de nieuwe geneesmiddelen
die sinds 1995 op de markt zijn gekomen voor de aandoeningen met de hoogste ziektelast
voor de Nederlandse patiënt.2 Die kwantitatieve analyse wordt nu aangevuld met deze kwalitatieve studie waarin
het perspectief van de patiënt en de arts is meegenomen.
Dit bijvoegde nieuwe rapport geeft voor deze ziektebeelden met een hoge ziektelast
enerzijds een beeld van de ervaren onvervulde medische behoefte en anderzijds een
inschatting van de potentie om hier met behulp van nieuwe geneesmiddelen een oplossing
voor te bieden. Voor vijf indicaties (artrose, beroerte, COPD, dementie en stemmingsstoornissen)
is indicatief een verdiepingsslag gemaakt. Voor dit onderzoek is uitgebreid gesproken
met patiënten, artsen, en relevante experts. Ik ben hen dan ook zeer erkentelijk voor
hun bijdrage.
De onderzoeken die ik heb laten uitvoeren kunnen toekomstige beleidsontwikkeling inspireren.
Ik acht het van belang om dit rapport nu alvast, zonder beleidsmatige reactie, met
u te delen, omdat er ook in Europese discussies invulling wordt gegeven aan onvervulde
medische behoefte, bijvoorbeeld bij de nieuwe farmaceutische wetgeving. Een beleidsmatige
reactie wordt op een later moment aan uw Kamer verstuurd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers