29 477
Geneesmiddelenbeleid

nr. 39
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2008

Bij deze brief bied ik u de door mij toegezegde langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid aan, waarin opgenomen een stappenplan om deze visie uit te voeren. De langetermijnvisie met het stappenplan is opgenomen als bijlage 1.1 Separaat zal ik u later deze week informeren over de wijze waarop ik onderzoek wil laten uitvoeren naar inkoopvoordelen voor apotheekhoudenden.

Het proces naar deze visie en stappenplan loopt concreet sinds maart 2007. Toen startten gesprekken met de partijen van het geneesmiddelenconvenant 2006/2007 over de situatie na het geneesmiddelenconvenant. Partijen kwamen tijdens die besprekingen vrij snel tot de conclusie dat het sluiten van een nieuw akkoord op dit moment nog onvermijdelijk is. Maar partijen deelden ook de mening dat ondertekening van een nieuw akkoord slechts mogelijk zou zijn onder de voorwaarde dat in het akkoord een duidelijke vooruitblik op de toekomst zou worden neergezet. Een toekomst zonder weer een nieuw akkoord wel te verstaan.

Ook ik was er van overtuigd – en ben dat nog steeds – dat het wenselijk is om de afspraken in het kader van het Transitieakkoord gepaard te laten gaan met afspraken over de periode daarna. Ik deel de opinie van partijen dat het Transitieakkoord het laatste akkoord zou moeten zijn. Ik heb u dan ook bij verschillende gelegenheden toegezegd met een langetermijnvisie te zullen komen.

In het uiteindelijk in september 2007 ondertekende Transitieakkoord is dan ook als eerste artikel opgenomen dat partijen «een stappenplan vaststellen dat weergeeft op welke wijze de transitie naar nieuwe marktverhoudingen op basis van een consistente langetermijnvisie farmacie op een verantwoorde wijze zal kunnen plaatsvinden en waaraan al gedurende de looptijd van het Transitieakkoord uitvoering wordt gegeven».

In de periode na ondertekening van het Transitieakkoord is over de visie en het stappenplan vervolgens intensief overlegd met Transitieakkoordpartijen en direct belanghebbende partijen die daarvan geen deel uitmaken, waaronder koepels van patiënten/consumenten en voorschrijvers (een overzicht van de betrokken partijen is bijgevoegd in bijlage 2)1.

Het zal duidelijk zijn dat de veranderingen in de onderlinge verhoudingen die zich de afgelopen maanden hebben voorgedaan tussen enkele bij het Transitieakkoord betrokken partijen (apothekers versus zorgverzekeraars; fabrikanten van generieke geneesmiddelen versus zorgverzekeraars) niet hebben geholpen bij het vlot afronden van deze besprekingen. We zijn daardoor minder ver gekomen dan ik direct na de ondertekening van het Transitieakkoord had gehoopt. Toch heb ik er voor gekozen om de langetermijnvisie wél op dit moment uit te brengen. Ik vind dat nodig, omdat ik geen ruimte wil geven voor twijfel over de koers die de komende jaren zal worden gevolgd. Ik ben mij ervan bewust dat de meer gedetailleerde uitwerking van de langetermijnvisie die nog noodzakelijk is meer tijd zal vergen, vooral tijd voor meer inhoudelijk overleg met en tussen betrokken partijen. De noodzaak van nadere uitwerking en invulling geldt het sterkst voor het bij de langetermijnvisie behorende stappenplan.

De langetermijnvisie en het stappenplan die ik nu voorleg moeten derhalve worden gezien als levende documenten. De visie is vooralsnog een visie op hoofdlijnen en zal nader worden uitgewerkt. De stappen zijn vooralsnog beperkt tot de belangrijkste; verschillende tussenstappen in de uitvoering van de visie zullen ongetwijfeld nog worden geïdentificeerd. De gesprekken met Transitieakkoordpartijen en bovengenoemde belanghebbende partijen zullen de komende periode dan ook worden voortgezet. Mochten in dit kader belangrijke verschuivingen optreden in visie of stappen, zal ik u daarover informeren.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven