29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 327 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2015

Tijdens het AO Geneesmiddelenbeleid van 2 oktober 2014 (Kamerstuk 29 477, nr. 306) heb ik u toegezegd te zullen kijken naar een rapport van IMS Health over het gebruik van nieuwe geneesmiddelen. Het desbetreffende rapport «The Global Use of Medicines» is verschenen in november 2013.

In een van de grafieken in dit rapport wordt het marktaandeel van «new chemical entities» (NCE’s) in EU landen weergegeven in de periode 2008 – 2012.

Hieruit blijkt dat het marktaandeel van NCE’s in Nederland met 2,2% net iets lager is dan het Europese gemiddelde van 2,3%. Landen zoals Frankrijk, België en het Verenigd Koninkrijk laten vergelijkbare marktaandelen voor NCE’s zien als Nederland.

Een iets lager marktaandeel voor NCE’s betekent echter niet dat de geneesmiddelenzorg in Nederland minder goed is. We streven naar doelmatige zorg en gepast gebruik van zorg. Daarbij kan het voorschrijven van nieuwe producten een middel zijn, maar het mag geen doel op zich worden. Als het nieuwe middel geen therapeutische meerwaarde heeft ten opzichte van bestaande middelen, of als de zorg al zo goed georganiseerd is waardoor geneesmiddelen niet of minder noodzakelijk zijn, dan kan het marktaandeel van het nieuwe geneesmiddel kleiner zijn. Het is aan de beroepsgroep om in beginsel conform richtlijnen zorg te verlenen.

Het rapport van IMS Health geeft verder geen concrete casussen en achterliggende data, waardoor ik niet in detail kan ingaan op andere mogelijke oorzaken van het iets lagere marktaandeel van NCE’s in Nederland.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven