29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 299 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2014

Farmacotherapeutische informatie maakt het mogelijk dat zorgverleners met een voorschrijfbevoegdheid een keuze kunnen maken voor een veilige en effectieve medicatiebehandeling. Voor het maken van deze keuze is de zorgverlener sterk aangewezen op de beschikbaarheid van goede, objectieve en betrouwbare informatie over de toepassing en werking van geneesmiddelen. Deze afhankelijkheid vereist dat de informatievoorziening goed geregeld is. Alleen dan kan het doel van die informatie bereikt worden: een bijdrage leveren aan een effectieve, veilige en doelmatige farmacotherapie op maat voor de patiënt.

Zolang objectieve en betrouwbare informatie over geneesmiddelen niet vanzelf tot stand komt, zie ik een rol voor het ministerie in het verzorgen van de juiste infrastructuur waarbinnen farmacotherapie veilig en betrouwbaar tot stand kan komen.

In deze brief stuur ik u mijn visie op het gebied van informatie over geneesmiddelen voor zorgverleners. Er gebeurt al veel goeds op het gebied van informatievoorziening door verschillende partijen. Het accent in deze brief ligt op de bredere samenhang die partijen nog op dit gebied kunnen bereiken.

Naast mijn visie op de farmacotherapeutische informatievoorziening bied ik u bij deze brief eveneens het eindrapport aan van de door Significant uitgevoerde evaluatie van het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans1. Beide voorzieningen worden met behulp van subsidie van VWS mogelijk gemaakt. Om de effectiviteit van de subsidie vast te kunnen stellen, zijn zowel het Geneesmiddelenbulletin als MedicijnBalans in de eerste helft van dit jaar geëvalueerd. Deze evaluatie is bij brief van 30 november 2010, Kamerstuk 32 568, nr. 1, aangekondigd. In het bijgevoegde eindrapport worden de resultaten van de evaluatie gepresenteerd. Ik zal in deze brief allereerst ingaan op de resultaten van de evaluatie van het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans en vervolgens geef ik u mijn visie op de farmacotherapeutische informatievoorziening.

Evaluatie van het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans

Ik heb het functioneren van het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans in de eerste helft van dit jaar laten evalueren door het onderzoeksbureau Significant. Zowel het Geneesmiddelenbulletin als MedicijnBalans worden momenteel met behulp van subsidiegelden van VWS gefinancierd. Om vast te kunnen stellen of met de subsidiegelden het beoogde effect wordt bereikt, is het gebruikelijk op gezette tijden de subsidierelaties die VWS onderhoudt, te evalueren. Graag wil ik hier kort ingaan op de conclusies van de evaluatie.

Het Geneesmiddelenbulletin

Het Geneesmiddelenbulletin wordt uitgegeven door de Stichting Geneesmiddelenbulletin en stelt zich ten doel de rationele farmacotherapie te bevorderen door onafhankelijke en objectieve informatie over geneesmiddelen te verstrekken aan allen die deze voorschrijven, afleveren of gebruiken. Het Geneesmiddelenbulletin wordt geraadpleegd binnen een diverse groep van voorschrijvers en verstrekkers van geneesmiddelen, maar ook wordt de informatie verspreid onder politici, journalisten en studenten geneeskunde en farmacie. De Stichting Geneesmiddelenbulletin is zelfstandig en onafhankelijk van derden. De werkwijze van het Geneesmiddelenbulletin kenmerkt zich door de kritische houding ten opzichte van de informatie die door de experts wordt geleverd. Om elke schijn van belangenverstrengeling met de farmaceutische industrie tegen te gaan, worden strenge richtlijnen gehanteerd waaraan alle betrokkenen bij een artikel moeten voldoen.

MedicijnBalans

MedicijnBalans is een programma van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM). MedicijnBalans richt zich op het stimuleren van de discussie over de meerwaarde van nieuwe geneesmiddelen waar nog geen (Nederlandse) richtlijnen voor bestaan. Hiermee ondersteunt MedicijnBalans artsen om een onderbouwde keuze te maken voor een nieuw geneesmiddel en hen te stimuleren deze middelen doelmatig voor te schrijven. In haar focus richt MedicijnBalans zich niet op één medicijn, maar op een medicijngroep. Hierover publiceert zij feitelijke en actuele informatie verkregen via literatuuronderzoek, farmaceutische bedrijven en medische experts. Hiermee biedt MedicijnBalans een interactief discussieplatform over nieuwe geneesmiddelen waarbij beoordelingsinstanties, beroepsorganisaties, registratiehouders, kennisinstituten en experts betrokken zijn.

Uitkomsten ten aanzien van Geneesmiddelenbulletin

Het Geneesmiddelenbulletin kent een redelijk tot goed maatschappelijk rendement. Uit de bevinding van Significant blijkt dat het Geneesmiddelenbulletin het grootste deel van zijn doelgroep bereikt. Het Geneesmiddelenbulletin richt zich op het in praktijk brengen van Evidence Based Medicine en onderscheidt zich volgens de respondenten door de interpretatie en onderbouwing van uitkomsten uit de literatuur te baseren op haar uitgebreide systeem van peerreviews met betrokkenheid van externe onafhankelijke referenten en deskundigen. De informatie die het bulletin biedt, wordt op verschillende aspecten goed gewaardeerd. Het Geneesmiddelenbulletin heeft overwegend een indirecte invloed op het voorschrijfgedrag van voorschrijvers. De informatievoorziening wordt voornamelijk gelezen en geraadpleegd om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen. Informatie uit het Geneesmiddelenbulletin biedt input voor andere informatievoorzieningen, richtlijnen, standaarden of discussies in vakgroepen en het Farmacotherapeutisch Overleg (FTO). Directe beïnvloeding van het Geneesmiddelenbulletin op voorschrijfgedrag is beperkter, omdat de informatievoorziening nauwelijks wordt gebruikt in de dagelijkse praktijk bij het voorschrijven of verstrekken van geneesmiddelen. Dit verklaart mede dat het Geneesmiddelenbulletin door gebruikers van gemiddeld belang wordt geacht voor de uitoefening van het beroep. Aan andere farmacotherapeutische informatievoorzieningen, zoals bijvoorbeeld het Kompas, de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb wordt een hoger belang toegekend.

De uitkomsten van het onderzoek bieden handvatten om het maatschappelijk rendement van het Geneesmiddelenbulletin te vergroten. Dit kan door verbetering van de wijze waarop het Geneesmiddelenbulletin informatie biedt en door meer aansluiting te zoeken bij behoeften van gebruikers en meer interactie met andere voorzieningen.

Uitkomsten ten aanzien van MedicijnBalans

Het maatschappelijk rendement van MedicijnBalans is op dit moment volgens Significant beperkt. De belangrijkste reden hiervoor is de onbekendheid met deze informatievoorziening. Hierdoor zijn er relatief weinig voorschrijvers en verstrekkers die gebruik maken van MedicijnBalans.

Rekening houdend met het relatief kleine aantal gebruikers van MedicijnBalans, lijkt de invloed van MedicijnBalans op het voorschrijfgedrag voornamelijk indirect te zijn. MedicijnBalans wordt overwegend gebruikt om op de hoogte te blijven van nieuwe geneesmiddelen of als input voor discussie in een vakgroep, Multidisciplinair Overleg (MDO) of Farmacotherapeutisch Overleg (FTO). De informatievoorziening wordt nauwelijks gebruikt bij het voorschrijven of verstrekken van geneesmiddelen. Gebruikers die bekend zijn met MedicijnBalans, geven een goede waardering aan de informatie die deze informatievoorziening biedt, waarbij het kleine aantal gebruikers in acht moet worden genomen.

Het maatschappelijk rendement van MedicijnBalans kan worden verhoogd als de bekendheid van informatievoorziening wordt vergroot. Uit de interviews en enquête blijkt dat veel mensen nooit zijn geattendeerd op deze informatievoorziening. Hier liggen mogelijkheden.

Eén van de factoren die een rol speelt bij de beperkte bekendheid van MedicijnBalans is natuurlijk dat deze informatievoorziening pas anderhalf jaar bestaat. Mogelijk is daarnaast van invloed op de bekendheid van MedicijnBalans dat de voorziening zich richt op een kleine selectie van geneesmiddelengroepen. Informatie over deze medicijnen is vermoedelijk voor niet iedere voorschrijver of verstrekker relevant. MedicijnBalans zou wellicht een groter rendement kunnen behalen door aan te sluiten op onderwerpen waar in de doelgroep behoefte aan is, zoals informatie over specifieke doelgroepen of uitzonderingsgevallen.

Algemene uitkomsten evaluatie

De evaluatie laat zien dat er behoefte is aan meerdere bronnen die onafhankelijke informatie verschaffen die de zorgverlener kan raadplegen bij het voorschrijven van de juiste medicatie.

Uit de evaluatie van Significant komt naar voren dat het Farmacotherapeutisch Kompas onder respondenten de meest gebruikte informatievoorziening is. Ruim 99% van de respondenten geeft aan gebruik te maken van het Kompas. Het Kompas is tevens de informatievoorziening waaraan de beroepsgroepen het grootste belang hechten bij de uitoefening van hun beroep. Het Kompas is één van de voorzieningen die zich onderscheidt in uitgebreidheid van informatie, terwijl voorzieningen als Lareb en MedicijnBalans zich meer focussen op specifieke informatie. Daar waar het Kompas veelvuldig als naslagwerk wordt geraadpleegd, worden het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans vaker gebruikt voor verdieping om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen omtrent (nieuwe) geneesmiddelen en ontwikkelingen omtrent bestaande geneesmiddelen.

Ten aanzien van de beschikbaarheid van onafhankelijke informatie over geneesmiddelen hebben zowel de informatievoorzieningen zelf als de gebruikers ervan aangegeven dat zij het belangrijk vinden dat onafhankelijke informatie voor iedereen vrij toegankelijk is en blijft. Daarnaast komt uit de evaluatie naar voren dat onafhankelijke informatie (te) versnipperd beschikbaar is. Men ziet een rol voor VWS in het opzetten en verbeteren van een brede informatie-architectuur, waarbij onafhankelijke wetenschappelijk onderbouwde informatie veel meer op één plek te vinden is. Naar de mening van respondenten dient VWS hiervoor de juiste randvoorwaarden te creëren, bijvoorbeeld door samenwerking te stimuleren.

Visie

De bovenstaande conclusies uit de evaluatie vormen de belangrijkste ingrediënten voor mijn visie op de informatievoorziening over geneesmiddelen. In de visie ben ik uitgegaan van de uitdrukkelijke behoefte van de zorgverlener om de beschikking te hebben over meerdere informatiebronnen die zoveel mogelijk te vinden zijn op één plaats om zo versnippering te voorkomen en de toegankelijkheid te vergroten.

Er is een aantal informatievoorzieningen dat aan de overheid is verbonden. Het gaat hierbij om het Farmacotherapeutisch Kompas (Kompas) van het Zorginstituut Nederland (Zinl), het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en het Nederlandse Bijwerkingen Centrum Lareb (Lareb). Deze informatievoorzieningen maken het mogelijk dat er een grote hoeveelheid informatie gegenereerd wordt over geneesmiddelen. Zorgverleners krijgen een deel van die informatie ook via media, vakbladen en nascholing. Daarnaast worden ze actief benaderd via diverse marketingactiviteiten van de farmaceutische industrie. Zorgverleners hebben een eigen verantwoordelijkheid om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen in hun vakgebied én om de informatie die hen bereikt, kritisch te beschouwen.

Er gebeurt al veel op het gebied van informatievoorziening. Echter, uit de evaluatie blijkt dat de informatie is versnipperd. De informatie wordt door verschillende organisaties verzorgd, ieder met een eigen focus en profiel. De eigen focus is op zich goed, maar tegelijkertijd moet ik vaststellen dat de versnippering niet bijdraagt aan de toegankelijkheid tot en ontsluiting van deze informatie.

Zonder de verantwoordelijkheid van zorgverleners over te willen nemen, voel ik een verantwoordelijkheid te ondersteunen in het beter ontsluiten en beschikbaar maken van de informatie voor de zorgverlener. Het gaat hier immers om informatie die onontbeerlijk is voor het afstemmen van de juiste medicatie op de juiste patiënt en, niet te vergeten, het nodige tegenwicht biedt aan de informatie die de farmaceutische industrie beschikbaar stelt.

3 basisvoorzieningen als uitgangspunt

VWS beschouwt drie belangrijke bronnen als basis van de verschaffing van onafhankelijke farmacotherapeutische informatie aan zorgverleners:

  • Farmacotherapeutisch Kompas van Zinl

  • Geneesmiddeleninformatiebank van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

  • Lareb

Ondanks dat deze drie voorzieningen in de uitvoering van hun taak een eigen accent en focus hebben, is de gezamenlijke doelstelling te zorgen voor goede en betrouwbare geneesmiddeleninformatie. Allen bevatten ze informatie die de zorgverlener nodig heeft voor het voorschrijven van geneesmiddelen. Een intensieve samenwerking tussen deze bronnen zal de onafhankelijke farmacotherapeutische informatievoorziening verbeteren. Om dit te realiseren, wil ik dat de drie genoemde partijen komen tot een centrale ontsluiting van onafhankelijke informatie over geneesmiddelen.

Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat het Kompas veruit het meeste door zorgverleners wordt geraadpleegd in de dagelijkse praktijk bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Het Kompas acht ik daarom bij uitstek geschikt als het «centrale loket» voor onafhankelijke farmacotherapeutische informatie voor zorgverleners. Dit betekent niet dat de andere bronnen verdwijnen. Integendeel, ieder heeft een toegevoegde waarde vanuit zijn eigen rol. Het centrale loket moet dienen als vindplaats waarlangs alle informatie (ook van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en Lareb) ontsloten kan worden.

Om de functie van «centraal loket» te kunnen uitvoeren, is het Kompas reeds bezig geweest de website geschikt te maken, zodat het technisch mogelijk wordt om direct door te linken naar relevante productinformatie in de Geneesmiddeleninformatiebank. Deze koppeling tussen het Kompas en de Geneesmiddeleninformatiebank kan de toegankelijkheid van de meest recente, formele geneesmiddeleninformatie voor zorgprofessionals sterk vergemakkelijken en ook het raadplegen daarvan bevorderen. Naast de koppeling tussen het Kompas en de Geneesmiddeleninformatiebank dient ook de koppeling naar informatie in de Lareb-databank over gemelde bijwerkingen en desgewenst ook over risico’s van geneesmiddelen (het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans) gerealiseerd te worden.

Het Kompas heeft met deze «centrale functie» een kerntaak in het verschaffen van farmacotherapeutische informatie. Met het Zorginstituut Nederland, waar het Kompas organisatorisch is ondergebracht, maak ik nadere afspraken over de vereiste randvoorwaarden om deze functie optimaal te kunnen uitvoeren. De uitgangspunten hiervoor zullen zijn:

  • De informatie is up-to-date;

  • de informatie is compleet;

  • de informatie komt onafhankelijk tot stand;

  • de juiste deskundigheid voor de wetenschappelijke beoordeling is geborgd;

  • de beoordeling komt transparant tot stand;

  • er is een heldere verdeling over wie verantwoordelijk is voor welke inhoud;

  • de invulling van het Kompas is functioneel, dat wil zeggen gericht op de taak van het Kompas als «centraal loket».

Ik wil benadrukken dat in deze opzet het Kompas, de Geneesmiddelenbank, Lareb, het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans verantwoordelijk blijven voor het beheer en onderhoud van hun eigen website en de informatie hierop. Voor het uitvoeren van deze taak kunnen ze ook in de toekomst een beroep blijven doen op steun van VWS.

Ik ben verheugd u te kunnen melden dat in de praktijk al de nodige stappen zijn gezet tot intensieve samenwerking tussen het Kompas, de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb om betrouwbare geneesmiddeleninformatie beter toegankelijk te maken voor de gebruiker. Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maken deel uit van deze samenwerking.

Ik vind het positief dat de partijen hier al een begin mee gemaakt hebben en zal het verdere proces hiertoe daar waar nodig ondersteunen.

Ten slotte wil ik in dit verband wijzen op de website Kiesbeter.nl van het Zorginstituut Nederland. Kiesbeter.nl biedt de patiënt kwaliteitsinformatie over een bepaalde aandoening en de behandeling daarvan. Ook kan de patiënt op Kiesbeter.nl terecht voor informatie over de kwaliteit van verschillende zorgaanbieders. Hiervoor maakt Kiesbeter.nl gebruik van informatie die wordt verschaft door zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties. Kiesbeter.nl verwijst op de website ook naar informatie van anderen. Kiesbeter.nl is daarom een belangrijk medium als het gaat om de informatievoorziening aan patiënten. Voor patiënten die behoefte hebben aan objectieve, onafhankelijke informatie over een bepaald geneesmiddel, wil ik het mogelijk maken om direct via Kiesbeter.nl toegang te krijgen naar de informatie van het Kompas en de verwijzing naar andere onafhankelijke farmacotherapeutische informatievoorzieningen. Ik zal hierover met het Zorginstituut Nederland in gesprek gaan.

Toekomst Geneesmiddelenbulletin en Medicijnbalans

Naast de drie bovengenoemde basisvoorzieningen van het Kompas, de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb hebben ook het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans een (aanvullende) bijdrage in het geheel aan objectieve informatie over geneesmiddelen. Ik zal hierna nader ingaan op de positie die ik zie voor het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans in de toekomst.

Ik ben van mening dat met de informatie die wordt verstrekt door het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans de toegevoegde waarde van de beschikbare informatie die wordt verzorgd door het Kompas, de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb nog verder kan worden vergroot. Anders dan het Kompas, de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb wordt de informatie vanuit het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans gebruikt voor verdiepende informatie om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen in de farmacotherapie. MedicijnBalans vertaalt informatie uit verschillende bronnen naar feitelijke informatie zonder hierbij zelf een standpunt in te nemen. Hiermee stimuleert MedicijnBalans de discussie over de meerwaarde van nieuwe geneesmiddelen waar (nog) geen Nederlandse richtlijn voor bestaat. Het Geneesmiddelenbulletin levert een aanvullende bijdrage door hun kritische en onafhankelijke houding ten aanzien van informatie die experts beschikbaar stellen. Met deze rol van het Geneesmiddelenbulletin wordt het nodige tegenwicht geboden aan het geheel aan beschikbare informatie.

Tegen de achtergrond van de specifieke functie die het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans vervullen, vind ik het passen bij de verantwoordelijkheid van de overheid beide voorzieningen financieel te blijven ondersteunen. Voor wat betreft MedicijnBalans heb ik de overtuiging dat de beperkte naamsbekendheid toe te schrijven is aan het prille bestaan van deze voorziening. Ik vind het dan ook gerechtvaardigd de subsidietermijn te verlengen, zodat er gelegenheid ontstaat tot het doorontwikkelen van het concept en het verder vergroten van de naamsbekendheid en MedicijnBalans.

Voor zowel het Geneesmiddelenbulletin als MedicijnBalans geldt dat ik de subsidieverlening onder strikte condities wil voortzetten. De evaluatie concludeert dat het maatschappelijk rendement van de beide voorzieningen vergroot wordt door een intensieve samenwerking tussen bestaande voorzieningen en het ontsluiten van informatie via één centraal punt. Ik vind het noodzakelijk dat het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans met behoud van de eigen onafhankelijkheid actief de verbinding met het Kompas, met de Geneesmiddeleninformatiebank en met Lareb aan gaan. Ik wil het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans hiervoor een periode van twee jaar de gelegenheid geven om tot een intensieve samenwerking te komen in de vorm van regulier overleg en nadere afstemming over taak en onderwerpen met het Kompas, de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb. Ik vind het hierbij belangrijk dat de samenwerking plaatsvindt met behoud van de eigen rol en verantwoordelijkheid van betrokken partijen. Daarnaast vind ik dat het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans hun informatie, naast vermelding in de papieren versie van het Geneesmiddelenbulletin, tijdschriften en op de eigen website, ook via de website van het Kompas moeten ontsluiten.

Ik ben ervan overtuigd dat met bovenstaande nauwe samenwerking en interactie de samenhang tussen voorzieningen en hiermee het rendement in zijn geheel nog verder kan worden vergroot. Ik zal aan de hand van een evaluatie begin 2017 vaststellen of aan de voorwaarden van samenwerking en interactie is voldaan. Hierbij zal in het bijzonder de samenwerking en afstemming met in ieder geval het Kompas, de Geneesmiddelenbulletin en Lareb betrekken. Tegen de achtergrond van de uitkomst van deze evaluatie zal ik dan de subsidierelatie met het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans opnieuw bezien en beoordelen.

Tot slot

Ik heb u met deze brief mijn visie gegeven op de farmacotherapeutische informatie en de voorzieningen die hiervoor aan de basis liggen. Ik heb hierbij het accent gelegd op een aantal informatiebronnen die aan de overheid verbonden blijft. Ik heb aangegeven dat ik voor het Kompas een belangrijke rol zie weggelegd als «centraal loket» waar doorverwijzingen naar verschillende specifieke informatie van ook andere voorzieningen, zoals de Geneesmiddeleninformatiebank en Lareb, mogelijk wordt gemaakt. Het grote bereik onder zorgverleners en de waardering bij hen rechtvaardigen het toewijzen van deze rol aan het Kompas. Het Kompas bevat informatie over het juiste gebruik van geneesmiddelen: welk middel is het meest effectief bij een bepaalde patiënt met een bepaalde aandoening én het laagst geprijsd. Op de Geneesmiddeleninformatiebank zijn de officiële registratiedocumenten van een geneesmiddel te raadplegen, zoals de wetenschappelijke productinformatie, het openbare beoordelingsrapport en de patiëntenbijsluiter. Voor informatie over bijwerkingen kan de website van het Nederlands bijwerkingencentrum Lareb worden geraadpleegd. De drie voorzieningen vullen elkaar zodanig aan dat een belangrijke toegevoegde waarde ontstaat ten aanzien van de beschikbare informatie in zijn geheel. Ik ben van mening dat deze toegevoegde waarde nog verder wordt vergroot met de informatie die wordt verschaft door het Geneesmiddelenbulletin en MedicijnBalans.

De volgende stap zal zijn om met betrokken partijen uitwerking te geven aan deze visie en de informatievoorziening nog effectiever, veiliger en doelmatiger te maken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven