nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2004
Ingevolge artikel 26 van het wetsvoorstel Wet BDU verkeer en vervoer doe
ik u hierbij toekomen een algemene maatregel van bestuur, houdende vaststelling
van regels omtrent de verstrekking, berekening en verantwoording van de brede
doeluitkering verkeer en vervoer (Besluit BDU verkeer en vervoer).
Het Besluit BDU verkeer en vervoer strekt tot uitvoering van de Wet BDU
verkeer en vervoer. In dit besluit worden nadere regels gesteld over de verstrekking,
berekening en verantwoording van de BDU verkeer en vervoer. Daarnaast is in
dit besluit overgangsrecht opgenomen voor de uitkeringen die opgaan in de
BDU verkeer en vervoer, omdat de regelingen waarop deze uitkeringen zijn gebaseerd,
op het moment van de inwerkingtreding van de Wet BDU verkeer en vervoer worden
ingetrokken. Overigens is voor een aantal van deze regelingen ook de intrekking
in dit besluit geregeld.
Voor een nadere toelichting moge worden verwezen naar het gestelde in
de nota van toelichting.
Als datum voor de inwerkingtreding van dit besluit wordt gestreefd naar
1 januari 2005, opdat al in het jaar 2005 daadwerkelijk een brede doeluitkering
aan de provincies en de kaderwetgebieden kan worden verstrekt. Inwerkingtreding
op korte termijn is gewenst vanwege de belangrijke verbeteringen die er met
de verdere decentralisatie in de beleidsuitvoering kunnen worden bereikt.
Voorts hebben de betrokken overheden (zowel de ontvangers van de BDU verkeer
en vervoer als anderen, zoals inliggende gemeenten) vanwege de voorbereiding
van de aanwending van de BDU verkeer en vervoer en de invloed daarvan op de
eigen begrotingen behoefte aan zo vroeg mogelijke duidelijkheid.
Tot slot zij opgemerkt, dat een aantal regelingen, die opgaan in de BDU
verkeer en vervoer afloopt per 31 december 2004. Uitstel van de Wet BDU
verkeer en vervoer naar 1 januari 2006 zou op dit punt tot onnodig meerwerk
leiden, omdat deze regelingen dan verlengd moeten worden, waarbij in
een enkel geval ook de uitkeringssystematiek moet worden aangepast omdat deze
aan het einde van zijn levensduur is. De Wet BDU verkeer en vervoer kan niet
in werking treden zonder dat het voorliggende Besluit BDU verkeer en vervoer
eveneens op dezelfde datum in werking treedt.
Gezien de hiervoor aangegeven wens dit besluit voor 1 januari in
werking te laten treden verzoek ik u mij uw eventuele opmerkingen mede te
delen voor of uiterlijk op 12 november 2004.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs