29 469
Regels met betrekking tot het verstrekken van een brede doeluitkering aan provincies en regionaal openbare lichamen ten behoeve van de uitvoering van een integraal verkeer- en vervoerbeleid (Wet BDU verkeer en vervoer)

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2004

Ingevolge artikel 26 van het wetsvoorstel Wet BDU verkeer en vervoer doe ik u hierbij toekomen een algemene maatregel van bestuur, houdende vaststelling van regels omtrent de verstrekking, berekening en verantwoording van de brede doeluitkering verkeer en vervoer (Besluit BDU verkeer en vervoer).

Het Besluit BDU verkeer en vervoer strekt tot uitvoering van de Wet BDU verkeer en vervoer. In dit besluit worden nadere regels gesteld over de verstrekking, berekening en verantwoording van de BDU verkeer en vervoer. Daarnaast is in dit besluit overgangsrecht opgenomen voor de uitkeringen die opgaan in de BDU verkeer en vervoer, omdat de regelingen waarop deze uitkeringen zijn gebaseerd, op het moment van de inwerkingtreding van de Wet BDU verkeer en vervoer worden ingetrokken. Overigens is voor een aantal van deze regelingen ook de intrekking in dit besluit geregeld.

Voor een nadere toelichting moge worden verwezen naar het gestelde in de nota van toelichting.

Als datum voor de inwerkingtreding van dit besluit wordt gestreefd naar 1 januari 2005, opdat al in het jaar 2005 daadwerkelijk een brede doeluitkering aan de provincies en de kaderwetgebieden kan worden verstrekt. Inwerkingtreding op korte termijn is gewenst vanwege de belangrijke verbeteringen die er met de verdere decentralisatie in de beleidsuitvoering kunnen worden bereikt. Voorts hebben de betrokken overheden (zowel de ontvangers van de BDU verkeer en vervoer als anderen, zoals inliggende gemeenten) vanwege de voorbereiding van de aanwending van de BDU verkeer en vervoer en de invloed daarvan op de eigen begrotingen behoefte aan zo vroeg mogelijke duidelijkheid.

Tot slot zij opgemerkt, dat een aantal regelingen, die opgaan in de BDU verkeer en vervoer afloopt per 31 december 2004. Uitstel van de Wet BDU verkeer en vervoer naar 1 januari 2006 zou op dit punt tot onnodig meerwerk leiden, omdat deze regelingen dan verlengd moeten worden, waarbij in een enkel geval ook de uitkeringssystematiek moet worden aangepast omdat deze aan het einde van zijn levensduur is. De Wet BDU verkeer en vervoer kan niet in werking treden zonder dat het voorliggende Besluit BDU verkeer en vervoer eveneens op dezelfde datum in werking treedt.

Gezien de hiervoor aangegeven wens dit besluit voor 1 januari in werking te laten treden verzoek ik u mij uw eventuele opmerkingen mede te delen voor of uiterlijk op 12 november 2004.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven