nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
a
In het eerste lid vervalt de zinsnede «als bedoeld in voorschrift
12, tweede lid, van Bijlage I van de Verordening».
b
Aan artikel 10 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:
5. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing ingeval de overslag
van goederen, onderscheidenlijk het overbrengen van passagiers plaatsvindt
tussen twee schepen die elk een schip zijn als bedoeld in artikel 3 van de
Verordening.
B
In artikel 13, eerste lid wordt «Bij regeling van Onze Minister
worden regels gesteld» vervangen door: Bij regeling van Onze Minister
kunnen regels worden gesteld.
Toelichting
A
Onderdeel a
Als gevolg van de nieuwe tekst van het vierde lid van artikel 10, zoals
voorgesteld bij de eerste nota van wijziging, is de zinsnede waarin naar voorschrift
12 van Bijlage I van de EU-Verordening wordt verwezen, overbodig geworden.
Onderdeel b
Onder verwijzing naar de toelichting bij onderdeel E van de eerste nota
van wijziging voorziet deze toevoeging aan artikel 10 er in dat de voorafgaande
instemming van de burgemeester met een gelijkwaardige beveiligingsregeling
niet is vereist indien beide schepen op zichzelf al onder de EU-Verordening
en de bijbehorende ISPS-Code vallen. Dit betekent immers dat zij elk zijn
beveiligd overeenkomstig de Europese en mondiale voorschriften. Ik acht het
in dat geval niet nodig dat daar bovenop nóg een beveiligingsregeling
wordt getroffen, dan wel dat de reeds genomen beveiligingsmaatregelen (opgenomen
in het scheepsbeveiligingsplan) door de burgemeester worden getoetst. Paragraaf 5
van de ISPS-Code (Bijlage II van de Verordening) bevat ook enkele voorschriften
over de zogeheten veiligheidsverklaring (Declaration of
Security) die – afhankelijk van de risicobeoordeling ter plaatse –
desgewenst tussen twee onder de Verordening vallende schepen kan worden overeengekomen.
Volledigheidshalve zij opgemerkt dat een overeenkomstige wijziging niet
wordt voorgesteld voor artikel 3, omdat dat artikel betrekking heeft op overslag
van goederen in de territoriale wateren buiten de één kilometerlijn
langs de Nederlandse kust. Het gaat daarbij om overslag op de Noordzee die
sporadisch voorkomt. Een ander verschil met de overslag van zeeschip naar
zeeschip in gemeentelijk ingedeelde vaarwateren is dat in het laatste geval
de bewuste zeeschepen daaraan voorafgaand door de desbetreffende havenmeester
tot deze wateren zijn toegelaten. Bij zijn beslissing omtrent de toelating
houdt deze, indien de voorgestelde wijziging van de Scheepvaartverkeerswet
wordt aanvaard, tevens rekening met de externe veiligheidsrisico's (zie onderdeel
K van de eerste nota van wijziging).
B
De ministeriële regeling, bedoeld in artikel 13, eerste lid, heeft
betrekking op het geven van (nadere) voorschriften omtrent de veiligheidsverklaring
tussen een havenfaciliteit en een bezoekend zeeschip (vgl. de toelichting
onder A). Op dit moment is er nog geen daadwerkelijke behoefte aan dergelijke,
landelijk geldende voorschriften. Aangezien deze behoefte in de toekomst wellicht
zal ontstaan, wordt voorgesteld het artikellid niet te schrappen, maar om
te zetten in een facultatieve bepaling.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs