nr. 11
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 6 december 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel V komt te luiden:
ARTIKEL V
Artikel 52a van de Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt de zinsnede «overeenkomstig artikel
29, eerste lid, van die wet heeft vastgesteld dat geen sprake is van een geval
van ernstige verontreiniging» vervangen door: overeenkomstig artikel
29, eerste lid, juncto 37, eerste lid, van die wet heeft vastgesteld dat geen
sprake is van een geval van ernstige verontreiniging ten aanzien waarvan spoedige
sanering noodzakelijk is.
2. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: In geval van
een melding als bedoeld in artikel 28 juncto 39b van de Wet bodembescherming,
duurt de aanhouding totdat is gebleken dat de melding overeenkomstig de bij
of krachtens die wet gestelde eisen is gedaan.
Toelichting
Deze nota van wijziging betreft een technische aanpassing met betrekking
tot de in het wetsvoorstel voorgestelde wijziging van artikel 52a van de Woningwet.
Met de aanpassing onder 1. wordt voorzien in de doorwerking naar artikel 52a
van het nieuwe saneringscriterium dat in artikel 37, eerste lid, van het wetsvoorstel
is opgenomen. Het voorgestelde artikel 37, eerste lid, regelt dat in geval
van ernstige verontreiniging tevens wordt vastgesteld of het gebruik van de
bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging leiden tot zodanige
risico's dat spoedige sanering noodzakelijk is. Indien van die risico's geen
sprake is, is het denkbaar dat met beheersmaatregelen kan worden volstaan
waarvoor geen saneringsplan nodig is. In het laatste geval is aanhouding van
de bouwvergunning niet nodig.
De onder 2. geformuleerde wijziging van artikel 52a was reeds in het wetsvoorstel
opgenomen en is ongewijzigd gebleven.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel