29 454
Publieke moraal

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2005

Naar aanleiding van het mij toegezonden stenografisch verlag van de Regeling van werkzaamheden van Uw Kamer op 22 maart jl., reageer ik via deze brief gaarne op het daarin vervatte verzoek van de geachte afgevaardigde de heer Marijnissen (SP). Hij vraagt mij om nader uit te leggen wat bij mij de achtergronden waren bij het interview in de Volkskrant van 18 maart jl. onder de kop: «Kies alsjeblieft voor positieve energie».

Ik hecht eraan u meer inzicht te geven in de context waarbinnen ik mijn opmerkingen op dat moment heb gemaakt.

Allereerst is van belang te vermelden dat het interview plaatsvond na mijn indrukwekkende bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden, waarbij ik ook de herdenkingsbijeenkomst heb bijgewoond bij de heropening van de tentoonstelling in Yad Vashem.

Ik realiseerde mij daarbij weer indringend welke verschrikkingen onze burgers in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Herinneringen en herdenkingen die wij dit jaar ook in eigen land weer zullen hebben omdat wij 60 jaar bevrijding vieren op 5 mei en op 4 mei de vele oorlogsslachtoffers herdenken.

Na de Tweede Wereldoorlog is in de wederopbouw in ons land heel veel bereikt. Dat was een periode van samen bouwen aan herstel, ook in het besef van «dat nooit meer». Het gaf een gemeenschappelijk doel aan de samenleving.

De verzorgingsstaat die wij nu kennen, is op basis van het fundament dat toen door onze voorouders werd gelegd, tot stand gekomen. Er is een grote welvaart opgebouwd met elkaar. De samenwerking in Europa is geïntensiveerd. Vrede, veiligheid en economische motieven lagen daar aan ten grondslag. Iedereen in het land kreeg het beter.

Naast groei waren er natuurlijk ook perioden met economische tegenslag. Tegenslagen die door gericht beleid, met vaak op dat moment als impopulair beschouwde maatregelen, telkens werden overwonnen.

Ook dit kabinet werd geconfronteerd met tegenslagen op economisch gebied. Maar ook maatschappelijk was er veel aan de hand na «9.11» en de moord op Pim Fortuijn. Nadien kregen we te maken met de aanslagen in o.a. Madrid en de moord op Theo van Gogh. Dat maakt velen onzeker. Alle zeilen moeten worden bijgezet om weer balans in de samenleving te krijgen.

Dit kabinet is met de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord en de beleidsagenda na twee jaar een flink eind op streek. Veel wet- en regelgeving is in behandeling. De komende jaren zullen vooral benut worden voor het invoeren van de vernieuwingen, het onderhouden van het draagvlak daarvoor en het verder herstellen van vertrouwen tussen overheid en burger. Het kabinet werkt daar hard aan. Hier in Den Haag moeten wij de (rand)voorwaarden bieden voor oplossingen op maat in gemeenten, in buurten, op scholen, in ziekenhuizen, in verenigingen, etc. De kracht zit vooral in de samenleving zelf en moet dáár gestimuleerd en ondersteund worden.

De eerste tekenen van economisch herstel zijn voorzichtig zichtbaar; het beleid lijkt vruchten af te werpen. Dat moet mede het vertrouwen sterken.

Het debat over waarden en normen, over publieke moraal, over veiligheid en integratie wordt stevig gevoerd. Daaraan is behoefte, het kabinet zet zich daar voluit voor in en neemt de nodige beslissingen om ook op deze punten het vertrouwen te herwinnen. Ook in het land worden op veel plaatsen initiatieven ontplooid voor een betere samenleving.

Daarbij gaat nog lang niet alles goed en vlekkeloos. Waar zaken niet goed lopen moet dit onderzocht worden en worden de benodigde maatregelen genomen. Waar beleidsvoornemens in de praktijk onvoldoende effect hebben, ziet het kabinet dat onder ogen en passen we het beleid zonodig aan. Het kabinet is daarin transparant en loopt niet weg voor haar verantwoordelijkheid. Recente, ernstige voorvallen in het onderwijs, de jeugdzorg en gezondheidszorg/ verpleeghuizen zijn daarvan voorbeelden.

Er zijn tekenen dat we economisch en maatschappelijk weer aan het opkrabbelen zijn. Er wordt overal heel hard aan het herstelproces gewerkt. Bij al mijn bezoeken in het land merk ik hoe zeer mensen in buurten en organisaties met elkaar werken aan een grotere leefbaarheid met een enorme positieve intentie.

Tegen deze achtergrond heb ik in het genoemde interview aangegeven dat ik mij erger aan de manier waarop wij hier in «Den Haag» soms negatief tegenover elkaar staan, hoe tegenstellingen onnodig worden uitvergroot en soms hypes uit het niets ontstaan. Ik wil mij daar tegen te weer stellen. Vooral omdat ik denk dat burgers dat niet begrijpen en mede daardoor afhaken.

Voor de goede orde benadruk ik, dat ik dus niet bedoeld heb te zeggen dat er geen debat meer moet zijn over politieke standpunten en visie; integendeel.

Het verhelderen van verschil in opvatting en van verschil in politieke standpunten ten opzichte van elkaar is goed.

Ik heb ook niet gedoeld op het naar voren brengen van misstanden of kritiek op (de uitvoering of effecten van) beleid. Dat moet altijd gebeuren als het aan de orde is.

Ik doelde in het interview vooral op de manier waarop wij elkaar soms bejegenen, de houding die wij innemen ten opzichte van elkaar en het soms onnodig opblazen van zakelijke of politieke meningsverschillen. Media maken er al snel hypes van en wij als politici geven daar vaak mede voeding aan. Burgers begrijpen hier niet veel van, zoveel is wel duidelijk als ik mijn oor te luister leg bij mijn vele werkbezoeken. Burgers herkennen zich er niet in, ook omdat zij zelf bezig zijn met allerlei verbeteringen.

Ik sluit daarbij vanzelfsprekend mijn ogen niet voor diegenen die het moeilijk hebben, soms ook als gevolg van de maatregelen die genomen moeten worden om onze samenleving op langere termijn leefbaar én sociaal te houden. Echter: ook zij hebben er baat bij dat wij ons als samenleving als geheel niet verliezen in een negatieve spiraal.

In dit verband is relevant te vermelden dat, aan het begin van 2005, in een publicatie bij wijze van nieuwjaarswens, het SCP daarover het volgende heeft gezegd: «De indruk uit de SCP-enquête dat we in 2004 een beetje in een dip zaten, laat zich met de Eurobarometers niet direct bestrijden, maar vergeleken met andere landen was de somberheid niet dramatisch, vergeleken met eerdere jaren was de versobering niet uitzonderlijk en onszelf binnenlands vergelijkend met anderen waren we zelfs positief gestemd.»

Wat wij allemaal nodig hebben is een beetje meer positieve energie. Energie om het economische herstel een zet in de rug te geven. Energie om de vele initiatieven van mensen in het land te ondersteunen en de leefbaarheid te vergroten. Energie om te bouwen aan een betere samenleving in ons mooie land. Dat heb ik in het interview willen overbrengen.

Ook ik zal mij ongetwijfeld wel eens aan «negativisme» bezondigd hebben. Ik spreek ook mijzelf toe. Dat neemt niet weg dat ik via het interview feitelijk een oproep doe aan iedereen, vooral in «Den Haag», hier alert op te zijn. Een appèl, dus. Wie zich aangesproken voelt, neme de handschoen op.

Het is goed dat wij hier tijdens het aanstaande overleg over «waarden en normen» over kunnen spreken. Het gaat mij primair om houding en gedrag, van onszelf.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven