29 452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel

Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2018

Gedragsdeskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) onderzoeken mensen die verdacht worden van het plegen van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven. In alle gevallen leveren zij een pro Justitia-rapportage (hierna pJ-rapportage) op. Soms werken verdachten niet mee aan het onderzoek, hetzij uit procesbelang al of niet op aanraden van de verdediging, hetzij voortvloeiend uit hun pathologie. Als gevolg hiervan kan veelal niet een volledig rapport worden opgeleverd. Dit maakt het voor rechters soms lastig om vast te kunnen stellen of er sprake is van een stoornis en te beslissen over het opleggen van een tbs-maatregel. De zogeheten problematiek van de weigerende observandi heeft mijn bijzondere aandacht.

Op 1 mei 2017 is in het Pieter Baan Centrum (PBC) een pilot voor de duur van een jaar gestart om deze problematiek van de weigerende observandi te verkleinen. In deze pilot wordt op een speciaal daartoe ingerichte afdeling een intensiever observatieklimaat gecreëerd, waardoor de gedragsdeskundigen van het PBC een beter beeld krijgen van een verdachte die weigert mee te werken aan het observatieonderzoek. Doel van de pilot is rapporteurs meer aanknopingspunten voor de pJ-rapportage te bieden en zo tot meervolledige rapportages te komen. Het WODC onderzoekt of deze nieuwe werkwijze tot meer bruikbare pJ-rapportages leidt. Het WODC evalueert de pilot door middel van een plan-, proces- en effectevaluatie.

Hierbij bied ik u het eerste deel van het onderzoek van het WODC aan, dit betreft de planevaluatie en de resultaten van het eerste half jaar1. Het WODC levert een eindrapport op in september 2018, met daarin een effectevaluatie van het hele jaar. Hierin wordt ingegaan op de vraag in hoeverre de pilot ook daadwerkelijk bijdraagt aan meer volledige pJ-rapportages. Na oplevering van het eindrapport van het WODC met daarin de effectrapportage van de pilot zal ik uw Kamer een inhoudelijke beleidsreactie sturen. In de beleidsreactie zal ik dan ook ingaan op de vraag of eventuele succesfactoren van de pilot geïntegreerd kunnen worden in het reguliere observatieproces van het PBC.

Om de periode tussen het einde van de pilot en de oplevering van de definitieve resultaten in september te overbruggen heb ik het PBC verzocht om de afdeling voor moeilijk onderzoekbare observandi in ieder geval tot 31 december 2018 te behouden.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven