Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2016
In het VAO TBS op 9 december 2015 heb ik uw Kamer toegezegd het plan van aanpak inzake
het tegengaan van contrabande in forensische psychiatrische centra (hierna FPC’s)
aan uw Kamer te sturen (Handelingen II 2015/16, nr. 35, item 2). In de bijlage treft u het plan van aanpak dat ik op 28 december 2015 heb ontvangen1.
De FPC’s nemen de aanbevelingen en de conclusies uit het rapport van de Inspectie
van Veiligheid en Justitie2 serieus, en hebben een plan van aanpak opgesteld omtrent het oppakken van sector
brede aanbevelingen. Doel van dit plan van aanpak is te komen tot een set van doeltreffende,
samenhangende maatregelen voor het tbs-werkveld. Uitgangspunt voor de FPC’s is dat
contrabande een risico vormt voor de veiligheid van de patiënten en de medewerkers
en daarmee onwenselijk is.
Het plan van aanpak beschrijft overzichtelijk de stappen die de FPC’s gezamenlijk
nemen om de invoer van contrabande verder te verminderen. Het plan voorziet zowel
in een verscherpte toegangscontrole als in andere sectorbrede maatregelen om de invoer
van, de handel in, en het gebruik van contrabande als drugs verder te verminderen.
Deze aanvullende maatregelen zetten in op vermindering van middelengebruik onder patiënten
die zijn opgenomen. FPC’s kunnen leren van elkaar en kunnen elkaars veiligheidsmaatregelen
toetsen, zowel bij het toegangsbeleid als binnen het behandelmilieu. Zo hebben de
FPC’s afgesproken vanaf 1 april 2016 een dagelijkse steekproefsgewijze controle bij
binnenkomst van personeel uit te voeren.
Met betrekking tot interne controlemaatregelen, zoals urine- en kamercontroles, doet
de Inspectie aan de FPC's de aanbeveling om best practices en gezamenlijke standaarden te ontwikkelen. De FPC’s geven in het plan van aanpak
aan een reviewsysteem op te zetten in de eerste helft van 2016 waarbij FPC’s om de
tafel gaan om elkaars werkwijzen uit te wisselen en best practices te ontwikkelen.
De FPC’s hebben aangegeven daarin de aanbeveling van de Inspectie Veiligheid en Justitie
met betrekking tot urine- en kamercontroles, mee te zullen nemen.
Met dit plan van aanpak pakken de FPC’s de aanbevelingen van het rapport van de Inspectie
Veiligheid en Justitie gezamenlijk op. Het komt nu aan op de uitvoering van deze plannen.
Ik wil derhalve de Inspectie Veiligheid en Justitie vragen om eind 2016 onaangekondigd
en steekproefsgewijs bij de FPC’s te toetsen hoe deze plannen uitpakken.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff