nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2009
1. Inleiding
De commissie-Visser nam aan dat gevangenisstraf een negatief effect heeft
op de psychische conditie van de tbs-gestelde en op de motivatie voor de latere
behandeling in een forensisch psychiatrisch centrum (Kamerstukken II, 2005/06,
30 250, nr. 5). Op 22 juni 2006 verzocht de Tweede Kamer om een «onderzoek
naar de gevolgen van detentie, voorafgaand aan de tbs-behandeling, op de effectiviteit
en de duur van de behandeling» (Kamerstukken II, 2005/06, 30 250,
nr. 11). Aan uw Kamer is toegezegd dit onderzoek uit te voeren toegespitst
op de vraag: «Verslechtert de psychische conditie van tbs-gestelden
gedurende de gevangenisstraf?» (Kamerstukken II, 2006/07, 29 452,
nr. 55).
Hierbij bied ik u aan het rapport «Uitstel van behandeling? Een
verkennend onderzoek naar tbs-gestelden met en zonder een combinatievonnis
en de mogelijke effecten van detentie»1.
In deze brief geef ik een korte samenvatting van de onderzoeksconclusies gevolgd
door mijn beleidsreactie. Voor het overige verwijs ik naar het onderzoek.
2. Samenvatting onderzoek
Bij de beantwoording van de onderzoeksvraag is enerzijds gekeken naar
het profiel van tbs-gestelden met een combinatievonnis (gevangenisstraf én
tbs) en anderzijds naar wat bekend is over de effecten van detentie op de
psychische conditie en motivatie van de tbs-gestelde. Het onderzoek is verkennend
van aard en richt zich op de groep tbs-gestelden die in 2005 en 2006 een tbs
kregen opgelegd, al dan niet in combinatie met een gevangenisstraf. Er is
gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur over psychische stoornissen
en effecten van detentie, en van enquêtes en interviews met psychologen
uit penitentiaire inrichtingen en andere deskundigen uit dit veld.
a. Profiel tbs-gestelden
Personen met persoonlijkheidsproblematiek krijgen vaker een combinatievonnis
opgelegd dan personen met psychotische stoornissen. Deze laatste groep krijgt
vaker een «kale» tbs opgelegd. Tbs-gestelden met een combinatievonnis
worden tijdens detentie minder vaak op een bijzondere zorgvoorziening geplaatst
dan tbs-gestelden zonder gevangenisstraf.
b. Plaatsing in penitentiaire inrichtingen
Of een persoon een tbs opgelegd heeft gekregen, is niet van invloed op
plaatsing in een penitentiaire inrichting en daarbinnen de zorgafdelingen.
De beheersings- en gedragsproblematiek is leidend voor plaatsing in een zorgdifferentiatie
(BZA, FOBA en Verslavingsbegeleidingsafdeling) tijdens detentie.
c. Effecten van detentie
Op basis van bestaand onderzoek zijn geen eenduidige conclusies mogelijk
ten aanzien van het effect van detentie op de psychische conditie en de motivatie
van tbs-gestelden. Wel wordt verondersteld dat:
– bij aanvang van detentie de psychische klachten kunnen toenemen;
– gedetineerden met een psychotische stoornis meer lijden onder
detentie dan die met een persoonlijkheidsstoornis;
– detentie in sommige gevallen een positief effect zou kunnen hebben
op de psychische klachten vanwege de geboden structuur;
– de motivatie voor behandeling, die bij personen met een persoonlijkheidsstoornis
al niet groot is als gevolg van detentie vóór de tbs, zou kunnen
afnemen;
– detentie voorafgaand aan de tbs altijd – aldus de bevraagde
psychologen – een negatief effect heeft op de motivatie voor een latere
behandeling.
3. Beleidsreactie
Op basis van de – niet eenduidige – conclusies van het onderzoek
stel ik vast dat het in ieder geval wenselijk is de juiste psychische zorg
te bieden én deze zorg zo snel mogelijk na aanvang van de detentie
te starten. Aan gedetineerden met psychische problematiek, met of zonder combinatievonnis,
moet passende psychische zorg worden geboden. Door de invoering van het inkoopstelsel
voor de forensische zorg kan dit beter worden gerealiseerd. Justitie kan contracten
met zorgaanbieders sluiten, waarmee zorg die gedetineerden behoeven ook daadwerkelijk
geboden kan worden. In beginsel wordt deze zorg ingekocht bij de GGz. Indien
dit vanuit het oogpunt van maatschappelijke veiligheid of vergelding niet
wenselijk is, wordt de gedetineerde bij een Penitentiair Psychiatrisch Centrum
(PPC) geplaatst. Om deze passende zorg te kunnen bieden wordt tot slot het
aantal zorgplaatsen sterk uitgebreid tot in 2010. Uw Kamer is hierover in
de vierde voortgangsrapportage tbs/Forensische zorg geïnformeerd (Kamerstukken
II, 2008/09, 29 452, nr. 99). Tegelijkertijd is het aantal tbs-plaatsen
de afgelopen periode verder uitgebreid. Hierdoor kan eerder met de tbs-behandeling
worden begonnen, wat de kans op succes van de behandeling vergroot.
Het bevorderen van de effectiviteit van de tbs-behandeling is één
van de uitdagingen van de toekomst. Het streven naar evidence based behandelen
vormt de kern van de onderzoeksprogrammering tbs. De detentiefase vormt hierbij
onderdeel van het totale behandelperspectief.
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak