29 448
Wijziging van de Flora- en faunawet in verband met de verruiming van de mogelijkheden tot beheer en schadebestrijding van beschermde inheemse diersoorten

nr. 15
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 13 oktober 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II wordt voor onderdeel A een onderdeel A0 ingevoegd, luidende:

A0

In artikel 26, tweede lid, onderdeel b, wordt «voor de jacht en beheer en schadebestrijding bestemde wapens» vervangen door: voor de jacht, het schieten van kleiduiven, en beheer en schadebestrijding bestemde wapens.

II

In artikel II, onderdeel A, wordt «voor de jacht en beheer en schadebestrijding bestemde wapens» vervangen door «voor de jacht, het schieten van kleiduiven, en beheer en schadebestrijding bestemde wapens» en wordt «tot de jacht en beheer en schadebestrijding» vervangen door: tot de jacht, beheer en schadebestrijding of het schieten van kleiduiven, voorzover daar op grond van de Wet milieubeheer of de desbetreffende plaatselijke verordening geen bezwaar tegen bestaat,.

III

In artikel II, onderdeel B, wordt «voor de jacht en beheer en schadebestrijding bestemde wapens» vervangen door: voor de jacht, het schieten van kleiduiven, en beheer en schadebestrijding bestemde wapens.

Toelichting

Door de voorgestelde wijzigingen worden de bepalingen van Wet wapens en munitie en de Flora- en faunawet beter op elkaar afgestemd. In artikel 52 is nu reeds bepaald dat ook het schieten van kleiduiven is toegestaan. Hierdoor kunnen jachtaktehouders in aanwezigheid van de jachthouder tevens jachtaktehouder in diens jachtveld met het eigen geweer kleiduivenschieten.

Door genoemde wijzigingen kan het kleiduivenschieten, indien de Wet milieubeheer of de desbetreffende APV zich daar niet tegen verzetten, bijvoorbeeld als demonstratie bij dorpsfeesten, gewoon doorgang vinden. Het bevoegd gezag in het kader van de Wet milieubeheer en APV is de gemeente. Er vindt op lokaal gemeentelijk niveau een belangenafweging per activiteit plaats, zodat misbruik en wildgroei wordt voorkomen.

Amendement nr. 14 bevatte in onderdeel II een tekstueel onjuiste passage. Deze is in het voorliggende amendement verbeterd.

Schreijer-Pierik

Naar boven