29 448
Wijziging van de Flora- en faunawet in verband met de verruiming van de mogelijkheden tot beheer en schadebestrijding van beschermde inheemse diersoorten

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK

Ontvangen 27 september 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, komt punt 3 als volgt te luiden:

3. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f door «; of», en onder vervanging van «of» aan het slot van onderdeel g door een punt, vervalt onderdeel h, en worden de onderdelen f en g geletterd h en i.

Toelichting

Door het laten vervallen van onderdeel h (oud) van artikel 39 van de Wet is de korpschef niet langer verplicht in alle gevallen (ongeacht de zwaarte) een jachteakte, valkeniersakte of kooikersakte te weigeren, indien de aanvrager in de twee jaren voorafgaand aan het verzoek tot verkrijging van een jachtakte, valkeniersakte of kooikersakte is veroordeeld wegens een feit, strafbaar gesteld krachtens de Flora- en faunawet, de Wet op de dierenbescherming of de Gezondsheids- en welzijnswet voor dieren voorzover het gedragingen als bedoeld in hoofdstuk III van de wet, betreft, ófwel indien hij vervolging deswege heeft voorkomen door het betalen van een opgelegde boete. Hierdoor krijgt de korpschef de mogelijkheid de strafmaat beter af te stemmen op de zwaarte van de gemaakte overtreding. De onderdelen e. en f van artikel 39 lid 1. bieden op zich voldoende waarborg dat daarvoor in aanmerking komende overtredingen van de genoemde wetten leiden tot intrekking van de jachtakte, valkeniersakte of kooikersakte, zéker wanneer bij die overtreding dieren leed is toegebracht.

Schreijer-Pierik

Naar boven