Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2017
In het ordedebat van 25 oktober 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 14, item 4) heeft uw Kamer verzocht om een brief waarin ik een reactie geef op de berichten
in de media dat roofvogels in Nederland zijn vergiftigd of afgeschoten. Over dit onderwerp
zijn door de heer Futselaar (SP) ook schriftelijke vragen gesteld, waarvan ik de beantwoording
heden separaat aan u heb toegezonden Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 576). In deze brief geef ik algemene achtergrondinformatie over het illegaal doden van
vogels in Nederland.
De basis voor de berichten in de media van de afgelopen weken vormt het rapport «Review
of illegal killing and taking of birds in Northern and Central Europe and the Caucasus»
dat onlangs is gepubliceerd door Birdlife Europe1. Dit is het overkoepelende orgaan van vogelbeschermingsorganisaties in Europa; Vogelbescherming
Nederland is bij Bird Europe aangesloten.
In genoemd rapport worden per land vijf soorten vogels genoemd die het meest slachtoffer
zijn van het illegaal aan de natuur onttrekken of doden. Voor Nederland zijn dat buizerd,
grauwe gans, knobbelzwaan, putter en vink. Al deze soorten zijn wettelijk beschermd
op grond van de Wet natuurbescherming (en voor 1 januari 2017 de Flora- en faunawet).
Ten aanzien van grauwe gans en knobbelzwaan merk ik op dat deze wettelijk zijn beschermd,
maar dat provincies vrijstelling of ontheffing kunnen verlenen voor het vangen of
doden van beide soorten vanwege schade aan land- en tuinbouw en de risico’s voor de
(lucht)verkeersveiligheid. Niet uitgesloten is dat er soms een knobbelzwaan of grauwe
gans wordt gevangen of gedood zonder daartoe gerechtigd te zijn, maar uit informatie
van handhavende instanties blijkt dit in ons land slechts incidenteel plaats te vinden.
Ten aanzien van putter en vink geldt dat deze soorten (traditioneel) worden gehouden
door vogelliefhebbers. Betreffende vogels moeten dan wel in gevangenschap zijn geboren
en voorzien zijn van een rechtsgeldige pootring. In het verleden werden putter en
vink ook wel in de vrije natuur gevangen. Dankzij inzet van handhavende instanties
komt het illegaal vangen nog slechts sporadisch voor.
Wat betreft het illegaal doden van de buizerd en andere roofvogels het volgende: De
Stichting Werkgroep Roofvogels Nederland publiceert jaarlijks een overzicht van geschoten
of vergiftigde roofvogels en vernielde nesten van roofvogels. Want helaas komt dat
ook thans nog voor. Ik beschouw dit als een ernstige zaak, niet alleen omdat het hier
overtredingen van de wet betreft, maar ook omdat dit een bedreiging vormt voor de
stand van roofvogels die een belangrijke functie in het ecosysteem hebben.
Handhavende instanties als politie, Omgevingsdiensten en buitengewone opsporingsambtenaren
(boa’s) bij terreinbeherende organisaties zien toe op naleving van de regels in het
buitengebied. Heterdaadbetrappingen zijn evenwel niet eenvoudig vast te stellen, zelfs
niet bij intensieve controles.
In de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 19 februari 20162 is opgemerkt dat boa’s in dienst van particuliere eigenaren van natuurgebieden overeenkomstig
de boa’s in de openbare ruimte een plaats in het stelsel van toezicht en handhaving
hebben. Met de werkgevers van deze zogenoemde groene boa’s wordt gewerkt aan een verdere
invulling van afspraken over inzet en samenwerking in de buitengebieden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten