29 438
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering (elektronische aangiften en processen-verbaal)

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

Niet gewijzigd.

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

In de tweede alinea van paragraaf 7 luidde de passage, die thans begint met «Inmiddels zijn in enkele politieregio's» en eindigt met «diefstal uit de auto en eenvoudige vernieling.» oorspronkelijk als volgt: «Op dit moment lopen in de politieregio's Flevoland, Friesland, Gelderland-Midden, Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond, Midden-West Brabant en Limburg proeven met elektronische aangiftes. De wijze waarop deze initiatieven zijn vormgegeven verschilt per regio. In alle gevallen is de mogelijkheid van elektronische aangifte beperkt tot enkele relatief kleine delicten, zoals fietsdiefstal en eenvoudige vernieling.».

In de derde alinea van paragraaf 7 was tussen de eerste en tweede volzin een volzin opgenomen, die luidde: «Onder auspiciën van het samenwerkingsverband van de politie op het terrein van informatiemanagement (Coöperatie Informatiemanagement Politie – CIP) wordt op dit moment gewerkt aan de voorbereiding van een pilot voor invoering van een landelijke uniforme voorziening voor het doen van aangifte via het internet.».

Naar boven