29 427 ILO-verdragen

Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2013

De 102e Internationale Arbeidsconferentie (IAC) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) vond plaats van 5 tot en met 20 juni 2013 in Genève.

De interventies van de overheidsdelegatie van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de IAC hebben plaatsgevonden langs de lijnen van de instructie zoals die aan de Tweede Kamer is toegezonden op 10 juni 2013 (Kamerstuk 29 427, nr. 93) en waarover ik u op 13 mei jl. op hoofdlijnen schriftelijk heb geïnformeerd (Kamerstuk 29 427, nr. 92).

Op 18 juni heb ik de plenaire zitting van de IAC toegesproken. In mijn interventie heb ik het belang van sociale dialoog onderstreept en daarbij verwezen naar het Sociaal Akkoord. Daarnaast heb ik gewezen op het belang van een effectief functioneren van het toezichtmechanisme van de IAO en de noodzaak van verdere hervormingen van de IAO. Ik heb opgeroepen om bedrijven meer te laten profiteren van de kennis en kunde van de IAO en het belang van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) onderstreept. Verder heb ik, conform het verzoek van uw Kamer tijdens een Algemeen Overleg op 23 mei, de IAO gevraagd een actieve rol te spelen in de verbetering van arbeidsomstandigheden in Bangladesh en in andere landen waar kleding wordt geproduceerd. Ik heb de IAO opgeroepen daartoe lokale partijen actief te ondersteunen. Verschillende van deze punten heb ik tijdens mijn bezoek aan Genève ook persoonlijk met DG IAO Ryder besproken en met verschillende andere gesprekspartners.

De IAC bood voorts de gelegenheid aan de in oktober 2012 aangetreden DG Ryder om zijn toekomstvisie voor de IAO te schetsen aan overheden, werkgevers en werknemers, de tripartiete leden van de IAO. Zijn rapport «Towards the ILO centenary: Realities, renewal and tripartite commitment» (zie: http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/---relconf/documents/meetingdocument/wcms_213836.pdf ) was overigens nog niet bekend toen de instructie werd opgesteld. Dit heldere en beknopte rapport gaat in op de veranderde context van werk en sociale zaken en de institutionele uitdagingen binnen en voor de IAO. Daarnaast doet DG Ryder een aantal suggesties voor de inhoudelijke vraagstukken waar de IAO zich de komende tijd mee bezig zou moeten houden, zoals het functioneren van het toezichtmechanisme en versterking van de band met het bedrijfsleven. Hiermee wordt het programma en budget voor 2014 en 2015, dat ook op de IAC-agenda stond, in een breder beleidskader geplaatst.

Tijdens de slotsessie van de IAC kon worden vastgesteld dat behalve Nederland ook veel andere delegaties steun hadden uitgesproken voor Ryder’s hervormingsagenda en voor de thema’s in zijn rapport. Dit geldt onder meer voor het aanhalen van de banden tussen de IAO met bedrijven en de rol die veel delegaties zien voor de IAO waar het gaat om MVO. Ook bleek er veel steun voor een rol van de IAO in armoedebestrijding via fatsoenlijke beloning en bevordering van de sociale bescherming, mede als onderdeel van de post-2015 ontwikkelingsagenda. Vastgesteld werd, dat de IAO op korte termijn een consensus moet ontwikkelen over de toekomst van haar toezichtmechanisme en dat verdere hervormingen noodzakelijk zijn om de organisatie in staat te stellen om efficiënt en adequaat haar taken uit te voeren. De DG zal over deze onderwerpen voor de Beheersraad van oktober a.s. een rapport opstellen.

Op de agenda van deze IAC stonden verder de volgende onderwerpen:

  • Programma en budget en andere financiële en administratieve vraagstukken

  • Informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen

  • Algemene discussie over werkgelegenheid en sociale bescherming in de nieuwe demografische context

  • Algemene discussie over duurzame ontwikkeling, fatsoenlijk werk en groene banen

  • Een discussie over sociale dialoog in het kader van de follow-up van de 2008 Verklaring over Social Justice for a Fair Globalization.

In het kader van de IAC wordt jaarlijks het programma en budget en andere financiële en administratieve vraagstukken besproken in de Financiële Commissie. Naast de financiële jaarverslagen en een rapport van de externe auditor werd het voorgestelde programma en budget voor 2014 en 2015 behandeld. Dit voorstel voorzag in een nominale groei van 0,3% ten opzichte van het budget voor 2012 en 2013.

Het programma en budget 2014–2015 stond ook voor de plenaire vergadering geagendeerd en was een van de weinige onderwerpen waarover tijdens de IAC een formele stemming is gehouden. Het programma en budget zijn hierbij met een ruime meerderheid aangenomen. Slechts vier landen stemden tegen. Tijdens de Beheersraad van maart jl. was al gebleken dat het eerste programma en budget van de hand van DG Ryder op veel waardering konden rekenen. De Nederlandse contributie aan de IAO neemt, ondanks de beperkte nominale groei van het budget, af. Dit omdat opkomende landen een relatief groter aandeel van de begroting bekostigen.

Aangaande het jaarlijks terugkerende agendapunt informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen, sprak het tripartiet samengestelde Committee on the Application of Standards (CAS) over de naleving door individuele landen van door hen bekrachtigde ILO-verdragen. De basis voor de discussie was het rapport van het Comité van Experts (CvE). Ondanks de nog altijd voortdurende onenigheid tussen werkgevers en werknemers over de bevoegdheid van het CvE om verdragen te interpreteren – een discussie die zich met name richt op verdrag 87 (recht op vakbondsvrijheid) en het stakingsrecht – zijn werkgevers en werknemers erin geslaagd een lijst op te stellen van 25 landen die ernstige schendingen plegen. Dit jaar zijn voor het eerst ook twee landen waarin verbeteringen zijn geconstateerd, geagendeerd in het Comité: Rwanda en IJsland, waarvan vanwege tijdgebrek alleen IJsland in het CAS is behandeld. Onder meer Iran, Kenia, Bangladesh, Swaziland, Fiji en Oezbekistan, maar ook Canada, Griekenland en Spanje moesten zich voor het CAS verantwoorden. Vooral schendingen van Verdrag 87 (recht op vakbondsvrijheid), Verdrag 98 (recht op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen) en Verdrag 111 (verbod op discriminatie op de werkvloer) kwamen aan de orde.

De bespreking over niet-naleving van Verdrag 87 in Bangladesh verliep emotioneel vanwege de recente rampen in de kledingindustrie, die veel slachtoffers hebben geëist. Het gebrek aan goed functionerende vakbonden wordt gezien als één van de belangrijkste oorzaken van deze misstanden. Het CAS constateerde dat vooral in de kledingsector het vakbondswerk wordt belemmerd en registratie van vakbonden wordt geweigerd. Het CAS drong erop aan de arbeidswetgeving in Bangladesh zo spoedig mogelijk in lijn te brengen met Verdrag 87. Het verslag van de bespreking van de landenzaken werd door de IAC bij consensus aangenomen (zie: http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/---relconf/documents/meetingdocument/wcms_216456.pdf ).

Opvallende afwezige op de lijst van landen die zich moesten verantwoorden voor het CAS was Myanmar. De IAC bespreekt jaarlijks in een speciale zitting de situatie in dat land met betrekking tot gedwongen arbeid. Tijdens deze IAC is die verplichting opgeheven, nadat die verplichting vorig jaar al was opgeschort. Reden hiervoor zijn de positieve ontwikkelingen in Myanmar. De genomen beslissing maakt het onder meer voor Myanmar mogelijk om gebruik te maken van de technische assistentie van de IAO.

De algemene discussie in het CAS over de General Survey van het CvE was dit jaar gewijd aan de instrumenten van de IAO met betrekking tot de bescherming van het vakbondsrecht en de bevordering van het collectief onderhandelen in de publieke sector (Verdragen 151 en 154). Een breed gedeelde uitkomst van de discussie was dat vakbondsrechten en het recht op collectieve onderhandelingen alleen volledig kunnen worden ontwikkeld in een democratische samenleving, waarin vrijheden voor burgers worden gerespecteerd. Daarnaast is vastgesteld dat collectieve onderhandelingen bijdragen aan gelijkwaardige arbeidsomstandigheden en sociale rust en is het belang van collectieve onderhandelingen tijdens een periode van economische crisis benadrukt. Ook dit verslag van de CAS werd bij consensus door de IAC aangenomen (zie: http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/---relconf/documents/meetingdocument/wcms_216379.pdf ).

In het comité over Employment and Social Protection in the New Demographic Context werd gesproken over de gevolgen van demografische ontwikkelingen voor de arbeidsmarkt en sociaal beleid. Naast de noodzaak om jeugdwerkgelegenheid te stimuleren besprak het Comité vooral de gevolgen van de vergrijzing, een fenomeen dat op termijn niet alleen beperkt zal zijn tot de Westerse wereld. De IAC heeft op basis van de discussie in het comité een aantal conclusies aangenomen (zie: http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/---relconf/documents/meetingdocument/wcms_216325.pdf ). In deze conclusies wordt het belang van duurzame overheidsfinanciën benadrukt om sociale bescherming te kunnen bieden bij een relatief steeds kleinere beroepsbevolking. Ook gaan de conclusies expliciet in op de zorgsector. Verwacht wordt dat met een relatief vergrijsde bevolking de vraag naar zorg zal toenemen. De IAO is gevraagd om een onderzoeksagenda te formuleren met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de zorg. Bij haar onderzoek moet de IAO ook aandacht besteden aan (mantel)zorg binnen het gezin. Resultaten van toekomstig onderzoek op dit vlak zullen mogelijk aanknopingspunten bieden voor nieuwe IAO-instrumenten.

Het comité dat sprak over Duurzame ontwikkeling, decent work en groene banen concludeerde dat vergroening van de economie kan leiden tot meer en fatsoenlijke banen en dat de overgang naar duurzame ontwikkeling ook kan bijdragen aan sociale inclusie en de uitbanning van armoede. Hiervoor is nodig dat in (inter)nationaal beleid uitdagingen op economische ontwikkeling, sociale vooruitgang en milieubescherming in samenhang worden geadresseerd. Het belang van sociale dialoog, collectieve onderhandelingen, bescherming van arbeidsrechten en (om)scholing werd benadrukt.

De IAC heeft op basis van de discussie in het comité een aantal conclusies aangenomen (zie: http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/---relconf/documents/meetingdocument/wcms_216378.pdf ). In deze conclusies wordt gepleit voor meer onderzoek naar de relatie tussen economische ontwikkeling, sociale vooruitgang en milieubescherming. Ook is het secretariaat van de IAO gevraagd om goede praktijkvoorbeelden te identificeren en waar nodig technische begeleiding te bieden bij vergroening. Het IAO Secretariaat zal voor de Beheersraad van oktober 2013 een strategisch actieplan opstellen waarin de conclusies van het comité worden omgezet in concrete initiatieven.

Dit jaar vond voor de vierde keer een zogenaamde recurrent item discussion plaats naar aanleiding van de in 2008 door de IAO aangenomen Declaration on Social Justice for a Fair Globalization. Hierin is afgesproken dat binnen een cyclus van zeven jaar elk jaar tijdens de IAC een discussie wordt gevoerd over één van de vier strategische doelen van de IAO, te weten werkgelegenheid, sociale bescherming, fundamentele arbeidsnormen en sociale dialoog. Het doel van de terugkerende discussie is om het IAO-secretariaat een beter inzicht te geven in de trends in (en de behoeften van) landen met betrekking tot het desbetreffende strategische doel, zodat daarop beter kan worden ingespeeld.

Tijdens deze IAC werd de discussie gevoerd over sociale dialoog. Hierbij pleitten de werknemers voor additionele normstelling (bijvoorbeeld op het gebied van grensoverschrijdende sociale dialoog en vormen van vertegenwoordiging). De werkgevers en de meeste overheden, waaronder Nederland, vonden dit echter niet nodig. Een betere toepassing van de bestaande instrumenten zou voldoende zijn.

Overheden, waaronder Nederland, en werknemers hebben erop aangedrongen om het onderwerp Decent Work in global supply chains snel op de agenda van een toekomstige IAC te zetten. De recente ontwikkelingen in Bangladesh waren voor veel vertegenwoordigers een concrete aanleiding om voor dit onderwerp aandacht te vragen. De IAC heeft op basis van de discussie in het comité een aantal conclusies aangenomen (zie: http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/---relconf/documents/meetingdocument/wcms_216305.pdf ). Deze conclusies bieden een kader voor verdere actie door het secretariaat van de IAO. In de conclusies is onder meer opgenomen dat de IAO een expertbijeenkomst zal organiseren op het gebied van grensoverschrijdende sociale dialoog.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven