nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter implementatie
van richtlijn nr. 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde
luchtverontreinigende stoffen (PbEG L 309) enige wijzigingen aan te brengen
in de Wet inzake de luchtverontreiniging;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet inzake de luchtverontreiniging wordt gewijzigd als volgt.
A
Artikel 59 wordt gewijzigd als volgt.
1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt.
a. In onderdeel a wordt na «metingen» ingevoegd: en het uitvoeren
van berekeningen.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. wie verantwoordelijk is voor de onder a bedoelde metingen of berekeningen.
2. In het tweede lid wordt, onder vernummering van onderdeel f tot onderdeel
g, een onderdeel ingevoegd, luidende:
f. de bij het uitvoeren van de berekeningen toe te passen methoden;.
B
Na artikel 59 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 59a
1. Het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu is belast met de
uitvoering van de verplichting, bedoeld in artikel 7, eerste lid, juncto artikel
4, eerste lid, van richtlijn nr. 2001/81/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds
voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (PbEG L 309), om jaarlijks nationale
emissieprognoses op te stellen.
2. Het opstellen van de in het eerste lid bedoelde emissieprognoses geschiedt
overeenkomstig bijlage III bij de in het eerste lid bedoelde richtlijn.
3. De emissieprognoses bevatten informatie die noodzakelijk is voor een
goed kwantitatief begrip van de belangrijkste sociaal-economische vooronderstellingen
die voor de prognoses zijn gebruikt.
4. De emissieprognoses worden jaarlijks voor 1 november uitgebracht aan
Onze Minister.
5. Een wijziging van artikel 7, eerste lid, van de in het eerste lid bedoelde
richtlijn gaat voor de toepassing van het eerste lid gelden met ingang van
de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven,
tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt,
een ander tijdstip wordt vastgesteld.
6. Een wijziging van bijlage I, onderscheidenlijk bijlage III, bij de
in het eerste lid bedoelde richtlijn gaat voor de toepassing van het eerste,
onderscheidenlijk tweede, lid gelden met ingang van de dag waarop aan de desbetreffende
wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat
in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,