nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT
Ontvangen 27 oktober 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Hoofdstuk 10, artikel 1, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
A. Punt 1 komt te luiden:
1. Tegen een besluit krachtens artikel 3, eerste lid, kan, in afwijking
van artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht, beroep worden ingesteld
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
B. Punt 3 komt te luiden:
3. Het vierde lid wordt vervangen door:
4. Het beroep tegen een besluit krachtens artikel 3, eerste lid, kan worden
ingesteld door:
a. degenen die bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het
besluit;
b. de in artikel 5, tweede en derde lid, bedoelde bestuursorganen die
gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen over het ontwerp
van het besluit;
c. degenen die bedenkingen hebben tegen de wijzigingen die bij het nemen
van het besluit ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht;
d. belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen
bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit.
II
Hoofdstuk 10, artikel 9, onderdeel DD, punt 1, vervalt.
III
Hoofdstuk 10, artikel 9, onderdeel FF, punt 1, vervalt.
IV
Hoofdstuk 10, artikel 9, onderdeel OOO, vervalt.
V
In hoofdstuk 10, artikel 9, onderdeel TTT, wordt «een belanghebbende»
vervangen door: een ieder.
VI
Hoofdstuk 10, artikel 9, onderdeel YYY, komt als volgt te luiden:
YYY
Paragraaf 20.3 vervalt.
VII
In hoofdstuk 10, artikel 9, wordt na onderdeel YYY een nieuw onderdeel
ingevoegd, luidende:
YYYa
In artikel 20.13 wordt «afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht»
vervangen door: afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
VIII
Hoofdstuk 10, artikel 13, onderdeel CC, wordt als volgt gewijzigd:
A. In punt 2 wordt in het tweede lid, onderdeel a, «Een belanghebbende»
vervangen door: Een ieder.
B. Punt 5 komt als volgt te luiden:
5. In het zesde lid wordt «het tweede lid, onder l» vervangen
door: het tweede lid, onder k.
Toelichting
Overheidsbesluiten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het milieu
kunnen zulke ingrijpende gevolgen hebben, dat zij iedereen aangaan. Daarom
moet ook een ieder de mogelijkheid hebben om tegen dit soort besluiten in
beroep te gaan. Het is principieel onjuist om deze beroepsmogelijkheid tot
«belanghebbenden» te beperken. Het is de inhoud van het bezwaar
of het beroep dat bij de beoordeling ervan de doorslag moet geven. Daarnaast
is er een belangrijke praktische reden waarom de actio popularis in stand
moet blijven: het voorkomt dat de rechter wordt belast met een stroom zaken
waarin niets anders ter discussie staat dan de vraag of degene die in beroep
wil gaan, wel belanghebbende is.
Dit amendement handhaaft daarom de actio popularis in het omgevingsrecht.
De Wit