nr. 16
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDR NR. 10
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de considerans wordt na «wijzigen» ingevoegd: en dat het
tevens wenselijk is de langdurigheidstoeslag in de Wet werk en bijstand te
wijzigen.
II
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Artikel 36, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand wordt
vervangen door:
b. gedurende de in onderdeel a bedoelde periode geen inkomsten uit of
in verband met arbeid heeft ontvangen, dan wel in die periode niet meer inkomsten
per jaar uit of in verband met arbeid heeft ontvangen dan het toepasselijke
bedrag, genoemd in het vijfde lid, in welk geval die inkomsten in mindering
worden gebracht op de langdurigheidstoeslag;.
Toelichting
Het is onwenselijk dat de inspanning om uit de bijstand te geraken (b.v.
door het aangaan van een kortlopende arbeidsovereenkomst voor weinig uren),
bij het onverhoopt mislukken van die inspanning, leidt tot het afwijzen van
een aanvraag voor de langdurigheidstoeslag.
Dit amendement strekt ertoe om niet de gehele langdurigheidstoeslag te
onthouden aan hen die naast de bijstand gedurende korte tijd kleine deeltijdbaantjes
vervullen, al dan niet in het kader van arbeidstoeleiding.
Het amendement beoogt een gedeelte van de langdurigheidstoeslag toe te kennen aan degenen die inkomsten uit werk hebben genoten, mits die
inkomsten het niveau van de langdurigheidstoeslag niet te boven gaan.
Bij de beoordeling van de aanvraag leiden beperkte inkomsten dus niet
tot afwijzing van de aanvraag maar tot een landurigheidstoeslag die wordt
verminderd met de verworven inkomsten per jaar in de 5 jaar voorafgaand aan
het moment waarop recht op de langdurigheidtoeslag ontstaat.
De Wit