29 420
Wijziging van de Invoeringswet Wet werk en bijstand in verband met het verlenen van de bevoegdheid aan gemeentebesturen om in het kader van de Wet werk en bijstand categoriale regelingen voor de kosten van chronische ziekte of handicap voort te zetten of nieuwe categoriale regelingen terzake tot stand te brengen

nr. 16
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDR NR. 10

Ontvangen 10 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt na «wijzigen» ingevoegd: en dat het tevens wenselijk is de langdurigheidstoeslag in de Wet werk en bijstand te wijzigen.

II

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Artikel 36, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand wordt vervangen door:

b. gedurende de in onderdeel a bedoelde periode geen inkomsten uit of in verband met arbeid heeft ontvangen, dan wel in die periode niet meer inkomsten per jaar uit of in verband met arbeid heeft ontvangen dan het toepasselijke bedrag, genoemd in het vijfde lid, in welk geval die inkomsten in mindering worden gebracht op de langdurigheidstoeslag;.

Toelichting

Het is onwenselijk dat de inspanning om uit de bijstand te geraken (b.v. door het aangaan van een kortlopende arbeidsovereenkomst voor weinig uren), bij het onverhoopt mislukken van die inspanning, leidt tot het afwijzen van een aanvraag voor de langdurigheidstoeslag.

Dit amendement strekt ertoe om niet de gehele langdurigheidstoeslag te onthouden aan hen die naast de bijstand gedurende korte tijd kleine deeltijdbaantjes vervullen, al dan niet in het kader van arbeidstoeleiding.

Het amendement beoogt een gedeelte van de langdurigheidstoeslag toe te kennen aan degenen die inkomsten uit werk hebben genoten, mits die inkomsten het niveau van de langdurigheidstoeslag niet te boven gaan.

Bij de beoordeling van de aanvraag leiden beperkte inkomsten dus niet tot afwijzing van de aanvraag maar tot een landurigheidstoeslag die wordt verminderd met de verworven inkomsten per jaar in de 5 jaar voorafgaand aan het moment waarop recht op de langdurigheidtoeslag ontstaat.

De Wit

Naar boven