nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2007
Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer laatstelijk in 2005 geïnformeerd
over zijn afspraken met de Raad van Toezicht van de AFM inzake het beloningsbeleid
voor het AFM-bestuur (Kamerstuk 29 411, nr. 17). Naar aanleiding van
de benoeming van een nieuwe voorzitter heb ik getoetst of dat beloningsbeleid
voldoet aan thans te hanteren uitgangspunten. Overleg met de Raad van Toezicht
heeft geleid tot een lagere beloning van een nieuwe AFM-voorzitter.
Bij de beoordeling van een (nieuw) beloningsbeleid voor het AFM-bestuur
is het publieke karakter van de toezichthouder van belang. In het coalitieakkoord
is afgesproken dat de salarissen in de publieke en semi-publieke sector worden
genormeerd respectievelijk gemaximeerd. Uitwerking van het coalitieakkoord
heeft op dit punt nog niet plaatsgevonden. Niettemin acht ik het van belang
voor zover mogelijk in de geest van het coalitieakkoord te handelen. Concreet
betekent dit, dat het beloningsbeleid voldoende gematigd moet zijn.
Binnen dat kader ben ik van mening dat voor het AFM-bestuur een specifiek
beloningsbeleid moet worden voortgezet, waarbij een door de bijzondere arbeidsmarktomstandigheden
gemotiveerde uitzondering op het maximale ministersalaris wordt gemaakt.
Ik heb in overleg met de Raad van Toezicht besloten de beloning van de
nieuwe AFM-voorzitter te versoberen door het beloningsverschil tussen voorzitter
en bestuurders te verkleinen naar 10%, waar dat nu nog 25% is.
Een nieuwe voorzitter zal daardoor een beloning ontvangen van € 274 780,
een daling van 12% t.o.v. de beloning van de huidige voorzitter (wiens
beloning sinds 2005 is bevroren op € 312 250). De beloning
van een nieuwe voorzitter houdt met deze verlaging het midden tussen de in
2005 door bureau Berenschot vastgestelde mediaan van de beloning voor vergelijkbare
functies in de marktsector en de publieke vergelijkingsmaatstaf. Bovendien
bevindt de beloning voor de nieuwe voorzitter zich binnen de bandbreedte die
Berenschot in 2005 voor deze functie adviseerde, waar deze zich
de afgelopen jaren boven die bandbreedte bevond. De beloning van de twee bestaande
(en t.z.t. nieuw te benoemen) bestuurders blijft ongewijzigd.
Nu de beloning van een nieuwe voorzitter is versoberd, zullen de primaire
beloningen van het AFM-bestuur vanaf 1 januari 2008 in principe
worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de primaire salarissen volgens de
Algemene Bank-CAO.
Ook met de Raad van Commissarissen van DNB wil ik komen tot afspraken
over een nieuw beloningsbeleid. Zodra het overleg met de raad is afgerond,
zal ik u over de uitkomst daarvan informeren.
De minister van Financiën,
W. J. Bos