Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 december 2021
Bij brief van 15 april 2021 is uw Kamer geïnformeerd over het hoger beroep dat is
ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland in de zaak over het
schorsings- en intrekkingsbesluit over de aanwijzing van de Stint als bijzondere bromfiets
(Kamerstuk 29 398, nr. 929). Het ongeluk met de Stint in 2018 heeft een enorm verlies veroorzaakt bij de betrokken
families. Om te voorkomen dat een dergelijk verschrikkelijk voorval opnieuw zou kunnen
gebeuren, heeft het Ministerie van IenW in december 2018 besloten om de Stint van
de weg te halen. Veiligheid stond voorop bij dat besluit.
Over het intrekkingsbesluit heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State op 22 december 2021 in hoger beroep geoordeeld1 dat de aanwijzing van de Stint als bijzondere bromfiets alleen betrekking had op
de 800 Watt Stint. Er zijn na de aanwijzing in 2011 ook Stints met een motorvermogen
van 1.200 Watt door de fabrikant op de markt gebracht. De Raad van State heeft hierover
geoordeeld dat deze 1.200 Watt Stints niet onder de aanwijzing vielen. De wijzigingen
van de 800 Watt Stint naar de 1.200 Watt Stint zijn niet aan het ministerie voorgelegd
waardoor het ministerie de veiligheidsaspecten nooit heeft kunnen beoordelen. Dit
is belangrijk omdat wijzigingen aan de toegelaten voertuigen ertoe kunnen leiden dat
het oordeel over de veiligheid anders uitvalt. Herkeuring na wijziging is een gebruikelijke
werkwijze bij alle soorten motorvoertuigen. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat alleen
gekeurde voertuigen op de weg rijden.
Bij de toelating van het type met 800 Watt vermogen in 2011 zijn fouten gemaakt. TNO
heeft in december 20182 ook vastgesteld dat deze Stint niet toegelaten had mogen worden. Hiervoor zijn in
uw Kamer excuses gemaakt in het debat naar aanleiding van het rapport «Veilig toelaten
tot de weg» van de Onderzoeksraad voor Veiligheid op 30 oktober 2019.
In navolging van het oordeel van de Raad van State zal het ministerie de door de kinderopvangbranche
en de fabrikant als gevolg van de intrekking van de 800 Watt Stint geleden schade
vergoeden en met hen daarover in overleg treden om tot een goede afhandeling te komen
die in lijn is met deze uitspraak. Het ministerie is zich er ten zeerste van bewust
dat het intrekkingsbesluit voor de 800 Watt Stint grote gevolgen heeft gehad, zowel
praktisch als financieel.
Hoewel de 1.200 Watt Stints niet zijn aangewezen voor gebruik op de weg, roept de
Raad van State op om met de gebruikers van dit type te overleggen over schadevergoeding,
omdat deze gebruikers weliswaar vanuit juridisch oogpunt niet zijn geraakt door het
besluit van het ministerie om de Stint van de weg te halen, maar zij feitelijk wel
schade hebben geleden. Het ministerie zal in gesprek gaan met de groep gebruikers
van de 1.200 Watt Stint over een passende tegemoetkoming.
Tot slot wordt bezien of de uitspraak verdere implicaties heeft voor het toelatingsbeleid
van voertuigen. Over de voortgang zal uw Kamer worden geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser