Den Haag, 17 april 2020
Door de beperkende maatregelen van het kabinet in relatie tot COVID-19, zijn de mogelijkheden
om een rijbewijs te laten verlengen aanzienlijk beperkt. Met name als gevolg van het
vrijwel volledig stilvallen van keuringen door artsen en specialisten worden sommige
mensen geconfronteerd met een verlopen rijbewijs. Zoals ik uw Kamer heb gemeld op
15 april jl. is dit probleem besproken met het Verbond van Verzekeraars. Hierbij informeer
ik uw Kamer over de tijdelijke maatregel die is getroffen om te voorkomen dat mensen
hierdoor in de knel komen. Deze tijdelijke oplossing is tot stand gekomen in samenspraak
met de Minister van Justitie en Veiligheid.
Er geldt een coulance voor alle rijbewijshouders van wie de geldigheidsduur van het
rijbewijs is verstreken of verstrijkt in de periode van 16 maart tot 1 juni 2020.
Dit betekent dat deze groep rijbewijshouders in Nederland met een verlopen rijbewijs
kan blijven rijden tot 1 juni 2020. Dit geldt ook voor EU-onderdanen die in Nederland
verblijven met een verlopen rijbewijs van een andere lidstaat. Een verlopen rijbewijs
kan niet als identificatiemiddel worden gebruikt, met uitzondering van situaties waarbij
sprake is van zorgafname.
Mensen met een verlopen rijbewijs waarvan geldigheidsduur korter is dan vijf jaar,
worden uitgesloten van deze coulance in verband met de risico’s voor de verkeersveiligheid.
Het gaat hierbij namelijk om mensen die vanwege een medische aandoening elk jaar of
elke drie jaar een medische keuring moeten ondergaan. Ook geldt de verlenging niet
voor rijbewijzen waarvoor bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen zijn
genomen, zoals een invordering of schorsing van de geldigheid.
De leden van het Verbond van Verzekeraars ondersteunen de door het Ministerie van
IenW gevraagde coulancemaatregel. Dit houdt in dat mensen met een verlopen rijbewijs
verzekerd blijven gedurende de periode dat de coulancemaatregel van kracht is en binnen
de geschetste condities van de coulancemaatregel, met name dat het verlopen van het
rijbewijs een direct gevolg moet zijn van de coronacrisis en dus niet al bijvoorbeeld
dateert van voor de start van de overheidsmaatregelen op 16 maart 2020. Dat is ook
het geval zoals bovenstaand blijkt.
Een verlenging kan mogelijk later aan de orde zijn. Daar kan nu nog niet op worden
vooruit gelopen. Dit is afhankelijk van de maatregelen in relatie tot de aanpak van
COVID-19, in combinatie met de mogelijkheden om bepaalde diensten (weer) te kunnen
verlenen, zoals medische keuringen.
Mijn inzet is er op gericht te voorkomen dat mensen in die situatie alsnog in de knel
komen en ervoor te zorgen dat iedereen een redelijke termijn krijgt om de nodige vervolghandelingen
te verrichten. Als na een aanvullende verlenging met een aantal maanden, deze vorm
van coulance eventueel nodig blijkt, wordt de noodzaak worden bezien dit formeel te
verankeren in wet- en regelgeving. De voorbereidingen hiertoe zijn reeds van start
gegaan.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga