29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 410 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2014

Hierbij informeer ik u over het aantal verkeersdoden in 2013. Het aantal is gedaald van 650 in 2012 naar 570 in 2013, een daling van ruim 12%. Nederland laat hiermee een sterkere daling zien dan het gemiddelde in de Europese Unie (gemiddelde daling 8%) en behoudt haar positie in de top van meest verkeersveilige landen. Er wordt een duidelijke stap gemaakt richting de doelstelling van maximaal 500 verkeersdoden in 2020. Ik zal er samen met de decentrale overheden en maatschappelijke partners alles aan doen dit positieve resultaat vast te houden.

Er is niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen voor de daling. Bij alle wegbeheerders is een daling te zien. De meeste verkeersdoden vallen nog steeds op het onderliggende wegennet; gemeenten 64%, provincies 21% en de waterschappen 2%. Ik kan opmerken dat het aantal verkeersdoden op Rijkswegen 12% bedraagt van het totaal en is gedaald van 90 naar 58 (–36%). De daling op Rijkswegen is zowel te zien op rijks-N-wegen (van 21 naar 10) als op snelwegen (van 69 naar 48). Nadere details kunt u vinden in de bijlagen1.

Uitvoering maatregelen Beleidsimpuls

Ik ben blij met de daling van het aantal slachtoffers. Ik heb met de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid maatregelen in gang gezet om het aantal slachtoffers terug te dringen richting de nationale doelstellingen van maximaal 500 verkeersdoden en 10.600 ernstig gewonden in 2020. De prioriteit ligt bij het aanpakken van de risicogroepen fietsers en ouderen met maatregelen op het decentrale wegennet.

Ik informeer u conform toezegging over de voortgang van de maatregelen in de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid. Hiervoor treft u als bijlage bij deze brief de Monitor Beleidsimpuls Verkeersveiligheid 2013 aan. Het blijkt dat bijna de helft van alle gemeenten inmiddels een lokale aanpak heeft of werkt aan deze aanpak. Veel gemeenten maken gebruik van de hulpmiddelen aangereikt door het Fietsberaad. In de top drie van maatregelen die gemeenten nemen staan het verwijderen van fietspaaltjes, gladheidsbestrijding en het verbeteren van fietsinfrastructuur.

Bij het Meldpunt Veilig Verkeer dat in mei 2013 is gelanceerd door VVN zijn inmiddels zo’n 6.000 gevaarlijke situaties op lokaal niveau gemeld. VVN pakt die meldingen samen met de melders en de omgeving op. Zoals in Vleuten waar VVN met de gemeente, buurtbewoners en politie acties heeft gestart om autorijders beter op hun snelheid te laten letten en sluipverkeer te voorkomen. Daarnaast zetten gemeenten als Zeist, Texel en Enkhuizen het Meldpunt actief in als onderdeel van het lokale verkeersveiligheidsbeleid en roepen bedrijven hun beroepschauffeurs op om verkeersonveilige situaties te melden.

De ANWB heeft provincies dit voorjaar advies aangeboden over hoe zij de inrichting van al hun wegen naar een veiligheidsniveau van drie sterren EuroRAP kunnen brengen. Conform de motie van lid de Rouwe (Kamerstuk 33 750 XII, nr. 35) stimuleer ik de provincies hiermee aan de slag te gaan. Ik bied provincies daartoe de kennis van Rijkswaterstaat aan, die is opgedaan bij het op drie sterren brengen van de rijkswegen, en bied hen inzicht in de provinciale wegen met de meeste ongevallen in de periode 2008–2012. De provincies betrekken zelf ook informatie van SWOV vanuit het onderzoek Proactief Meten van Verkeersveiligheid (PROMEV), waarbij naast de weginrichting ook het gedrag van de verkeersdeelnemers wordt betrokken.

Ik kan u melden dat ik het activiteitenprogramma Blijf Veilig Mobiel, waarin ouderenbonden, maatschappelijke organisaties en de regionale organen verkeersveiligheid samen werken aan maatregelen om senioren te stimuleren en te helpen langer veilig en fit mobiel te blijven de komende twee jaar weer financieel ondersteun.

Resultaten onderzoeken en aanvullende maatregelen fietsveiligheid

Uit de vele onderzoeken die ik in gang heb gezet en waar nu de eerste resultaten van bekend zijn blijkt dat de oudere fietser zich vaak niet bewust is van de eigen mogelijkheden om veiliger te fietsen: het gehoor, zicht en motoriek worden met de jaren minder en daardoor wordt fietsen lastiger als je geen maatregelen neemt. Zadels blijken vaak te hoog afgesteld, versnellingen niet gebruikt te worden en de elektrische fiets blijkt soms te zwaar wat tot onveilige situaties leidt. Daarom ondersteun ik onder andere een initiatief van twee ambassadeurs fietsveiligheid waarbij het MKB, de fietsvakhandel, de opticiens, de audiciens en de horeca de fietser stimuleren veilig aan het verkeer deel te nemen.

Verder investeer ik in een feedforward systeem voor de fiets; een eenvoudig systeem dat mensen tijdens het fietsen waarschuwt voor gevaarlijke situaties zoals achteropkomend verkeer. Daarnaast stimuleer ik meerdere projecten gericht op het ontwikkelen van infrastructurele maatregelen. De uitkomsten van deze nieuwe onderzoeken alsmede de resultaten van recente fietsveiligheidsstudies zullen opgenomen worden in een herziene CROW ontwerpwijzer Fietsverkeer die in 2015 gereed zal zijn. Deze ontwerpwijzer gebruiken gemeenten bij het wegontwerp.

Zoals ik op 11 maart jongstleden aan uw Kamer heb toegezegd (Handelingen II 2013/14, nr. 61, Vragenuur) heb ik uit laten zoeken of de Onderzoeksraad voor Veiligheid aandacht besteedt aan fietsveiligheid van kinderen in het brede fietsveiligheidsonderzoek dat de OVV onlangs is gestart. Naar ik begrepen heb richt het onderzoek zich op alle leeftijden. Op dit moment kan de OVV nog niet zeggen of de categorie kinderen extra aandacht in het onderzoek zal vragen.

Vervolgstappen

In het najaar maak ik het aantal ernstig verkeersgewonden over 2013 bekend. Hiervoor heb ik de ziekenhuisgegevens nodig, die in het najaar beschikbaar komen. In het najaar verwacht ik ook de resultaten van een onderzoek van SWOV naar aanvullende maatregelen.

Ik heb uw Kamer aangegeven met uitvoering van de maatregelen uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid en de Beleidsimpuls vooralsnog vast te houden aan de doelstelling voor het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden in 2020. In 2015 zal SWOV een verkenning uitvoeren naar de haalbaarheid van de doelstelling. Op basis van dit onderzoek en de dan beschikbare aanvullende maatregelen zal ik in overleg met de decentrale overheid en maatschappelijke partners bepalen of de doelstelling voor ernstig verkeersgewonden aangepast zou kunnen worden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Bijlage: Ontwikkelingen met betrekking tot de verkeersdoden

Tabel 1. Verdeling naar leeftijdsklassen (2009–2013)

Leeftijdsklasse

2009

2010

2011

2012

2013

0–4

2

4

5

6

2

5–11

8

7

5

8

3

12–15

17

9

17

14

6

16–17

23

18

11

12

12

18–24

128

98

89

81

83

25–29

49

42

36

39

47

30–39

83

69

58

64

38

40–49

69

78

73

77

56

50–59

68

72

67

70

68

60–64

37

34

31

35

25

65–79

129

115

143

149

129

80+

107

94

126

95

101

Totaal

720

640

661

650

570

Bron CBS

Tabel 2. Verdeling naar vervoerwijzen, inclusief de ontwikkeling per leeftijdklasse voor specifieke doelgroepen (2009–2013)

Vervoerswijze

2009

2010

2011

2012

2013

Personenauto

296

246

231

232

193

w.v 18–24

79

57

52

54

54

Fiets

185

162

200

200

184

w.v. 65+

104

93

128

128

113

Voetganger

68

72

74

68

56

w.v. 65+

28

29

36

28

29

Motor/scooter

70

63

52

54

29

Bromfiets & Snorfiets

52

39

43

44

48

w.v. 16 – 17 jaar

12

7

4

2

5

Brommobiel

3

4

2

6

5

Gemotoriseerd

invalidenvoertuig

12

19

29

23

32

w.v. 65+

10

13

25

20

30

Bestelauto

24

22

18

12

15

Vrachtauto

4

5

4

7

7

Bus

0

1

0

1

0

Overig en onbekend

6

7

8

3

1

Totaal

720

640

661

650

570

Bron CBS

Grafiek 1. Ontwikkeling verkeersdoden in relatie tot de doelstelling

Grafiek 1. Ontwikkeling verkeersdoden in relatie tot de doelstelling
Tabel 3. Verdeling naar wegbeheerder (2009–2013)

Wegbeheerder (geregistreerde aantallen)1

2009

2010

2011

2012

2013

Rijk

103

81

67

90

58

Provincies

152

134

119

120

100

Gemeenten

366

303

346

335

306

Waterschappen

22

19

14

15

11

Overige instanties

1

0

0

2

1

 

644

537

546

562

476

Bron RWS-WVL

X Noot
1

Bij de verdeling naar wegtypen en wegbeheerder is het totaal aan verkeersdoden lager dan bij de verdeling naar leeftijd en vervoerwijzen. Oorzaak hiervan is dat voor de cijfers naar wegtype en wegbeheerder gebruik wordt gemaakt van de politieregistratie, terwijl voor de cijfers naar leeftijd en vervoerwijze gebruikt wordt gemaakt van de werkelijke omvang verkeersdoden.

Tabel 4. Verdeling naar maximum snelheid van de weg (2009–2013)

Maximum snelheid weg (geregistreerde aantallen)

2009

2010

2011

2012

2013

15 km

2

2

5

0

3

30 km

30

32

25

35

46

50 km

196

162

200

174

151

60 km

82

56

53

87

70

70 km

20

15

17

18

3

80 km

216

174

166

162

123

90 km

3

4

0

1

2

100 km

35

31

14

27

24

120 km

48

33

28

39

231

130 km

   

1

2

121

Onbekend

12

28

37

17

19

Totaal

644

537

546

562

476

Bron RWS-WVL

X Noot
1

Deze cijfers geven de maximumsnelheden weer zoals die door de politie op het ongevalsformulier zijn opgenomen. Voor wat betreft de wegdelen van 120 km/u en 130 km/u het volgende: het totaal aantal verkeersdoden op de wegdelen met deze snelheden is gedaald van 2012 met 41 naar 2013 met 35. De verschuiving van de afzonderlijke wegdelen 120 km/u en 130 km/u heeft ermee te maken dat in die jaren het aantal wegdelen met 120 km/u is verminderd ten gunste van het aantal wegdelen waarop 130 km/u gereden kan worden.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven