nr. 200
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2010
Ontvangen ter Griffie van de Tweede kamer op 12 januari 2010. De
voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet
eerder worden gedaan dan op 9 februari 2010.Hierbij zend ik u het ontwerp-besluit,
houdende wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de aanpassing
van beslistermijnen naar aanleiding van de Wet dwangsom en beroep bij niet
tijdig beslissen en een enkele andere wijziging1.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven
voorhangprocedure (artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994) en biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan
de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin
ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Het onderhavige besluit heeft, tegen de achtergrond van de Wet dwangsom
en beroep bij niet tijdig beslissen, tot doel om de eigenverklaringsprocedure
(de procedure om een verklaring van geschiktheid te krijgen die nodig is voor
de aanvraag van een rijbewijs) te reguleren en onnodig lange doorlooptijden
zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast wordt de burger rechtszekerheid verschaft,
omdat inzichtelijk wordt hoe lang de procedure ongeveer gaat duren. Van de
gelegenheid is gebruik gemaakt om ook in de vorderingsprocedure (die tot doel
heeft vast te stellen of betrokkene nog beschikt over de vereiste rijvaardigheid
en geschiktheid) beslistermijnen op te nemen, voor zover die niet reeds in
de regelgeving waren opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de bijzondere
aard van de procedures.
Verder zijn in het ontwerpbesluit enkele technische wijzigingen opgenomen.
Het betreft een wijziging die verband houdt met de uitspraak van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State over het inzage- en blokkeringsrecht
(zie artikelsgewijze toelichting bij onderdeel A) en een die tot
doel heeft samenloop te voorkomen tussen een geregistreerde verklaring van
geschiktheid en het indienen van een verzoek tot herkeuring.
Voor een nadere toelichting verwijs ik u naar het gestelde in de nota
van toelichting.
Er wordt gestreefd naar zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van het
ontwerpbesluit.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings