Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29390 nr. 1;A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29390 nr. 1;A |
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2003
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 22 december 2003.
De wens over de voorgenomen rechtshandeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk 18 februari 2004.
Het oordeel dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging bij de wet behoeft kan door een van beide Kamers worden uitgesproken uiterlijk op 18 februari 2004 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij deze termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.Met deze brief stel ik u, op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Comptabiliteitswet, in kennis van het voornemen van de Staat tot oprichting van de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen. Deze belangrijke op handen zijnde ontwikkeling in de samenwerkingsrelatie tussen Nederland en de Nederlandse Antillen komt voort uit de adviezen van een door beide landen in het leven geroepen werkgroep inzake de oprichting van het Ontwikkelingsfonds, onder voorzitterschap van de heer Wijers. Deze werkgroep heeft, in het licht van de reeds ingezette Nederlandse beleidsuitgangspunten, geadviseerd over de organisatorische en financiële vereisten van een wijziging in de samenwerkingsrelatie. Uitgangspunten daarbij waren een efficiënte, niet-bureaucratische uitvoering van de samenwerking en het minimaliseren van de rechtstreekse bemoeienis van de Nederlandse en Antilliaanse politiek bij de beleidsuitvoering.
De leden van de Tweede Kamer hebben in juli 2002 de adviezen van de werkgroep-Wijers inzake het Ontwikkelingsfonds integraal ontvangen. De Tweede Kamer is per brief van 15 november 2002 (kamerstuk 28 600 IV, nr. 5) ingelicht over het Nederlandse standpunt ten aanzien van de adviezen van de werkgroep-Wijers inzake het Ontwikkelingsfonds. De leden van de Tweede Kamer hebben hier, tijdens de begrotingsbehandeling hoofdstuk IV van 2003, mee ingestemd. Op 11 februari 2003 heeft de minister-president van de Nederlandse Antillen, namens de Raad van Ministers, aangegeven in te stemmen met de uitvoering van de adviezen inzake het Ontwikkelingsfonds
In lijn met de wens om het beheer van de samenwerkingsmiddelen te onttrekken uit de rechtstreekse politiek bemoeienis van beide landen adviseert de werkgroep-Wijers een stichting in het leven te roepen, de stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen. De Stichting Ontwikkelingsfonds heeft tot doel om, in het licht van de reeds ingezette professionalisering van de samenwerkingsrelatie tussen beide landen, bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het Land en de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen door op onafhankelijke en professionele wijze de samenwerkingsmiddelen toe te wijzen aan publieke investeringsprojecten. De projecten passen binnen de samenwerkingsprogramma's die door de regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges van de afzonderlijke eilandgebieden met Nederland zijn vastgesteld.
Zoals ik u per brief d.d. 14 november 2003 (kamerstuk 29 200 IV, nr. 11) reeds meldde, heb ik de Antilliaanse regering in september jl. aangeboden om de implementatiewerkzaamheden op mij te nemen. Deze wijziging in de werkwijze komt tegemoet aan de gemeenschappelijke wens om op korte termijn een Ontwikkelingsfonds op te richten. Tijdens mijn bezoek aan de Nederlandse Antillen heb ik dan ook aangegeven daadwerkelijk te zullen starten met de uitvoerende werkzaamheden. Het ontwikkelingsfonds zal een manifeste impuls geven aan het decentralisatieproces op de Nederlandse Antillen en sluit aan bij de wens van de eilandgebieden tot directe toegang tot de samenwerkingsmiddelen en het zelfstandig stellen van beleidsprioriteiten in de overeengekomen samenwerkingsprogramma's. Tevens biedt het een oplossing voor de huidige problematiek op het terrein van de administratieve procedures, de vereiste effectieve inzet van middelen en de onderbesteding. Tijdens het Algemeen Overleg van 19 november jl. (kamerstuk 28 829/29 200 IV, nr. 7) heeft de Vaste Commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken ingestemd met deze wijziging in de werkwijze.
De Antilliaanse minister-president heeft vervolgens schriftelijk benadrukt dat de oprichting in gezamenlijkheid met de, door de Antilliaanse regering aangewezen diensten van het Land zal plaatsvinden. In reactie hierop heb ik aangegeven dat het daadwerkelijk met de grootste spoed invulling en uitwerking geven aan de aanbevelingen van de werkgroep-Wijers, zoals door beide landen én de vijf eilandgebieden expliciet voorgestaan, met zich meebrengt dat de ruimte tot samenwerking in de tijd beperkt is, om de voortgang van het implementatietraject te verzekeren. Dit neemt echter niet weg dat de betrokkenheid in dit traject van het Land en de eilandgebieden wordt gegarandeerd, door hen nauwgezet op de hoogte te houden van de voortgang en, waar mogelijk en relevant, om medewerking te vragen. Zo heb ik onlangs de minister-president van de Nederlandse Antillen, evenals de bestuurscolleges van de eilandgebieden, uitgenodigd om vóór februari 2004 elk één geschikte kandidaat voor te dragen die plaats kan nemen in het bestuur van de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen zodat Nederland daadwerkelijk twee Antilliaanse leden in het drieledige bestuur kan benoemen. De voordracht zal worden getoetst aan de criteria, voorgesteld door de werkgroep-Wijers en uitgewerkt in de statuten.
Stichting Fondo Desaroyo Aruba
De adviezen van de werkgroep-Wijers zijn mede gebaseerd op de ervaringen met het FDA te Aruba. In 2000 zijn, mede op basis van het rapport van de commissie-Biesheuvel, Aruba en Nederland overeengekomen om het beheer van de samenwerkingsmiddelen op afstand te plaatsen. Hiertoe is de stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) in het leven geroepen. De stichting wordt beheerd door een drieledig, onafhankelijk bestuur, welke door de politiek verantwoordelijk ministers zijn benoemd.
Het FDA is jegens mij jaarlijks verantwoording schuldig middels een financiële paragraaf, voorzien van een externe accountantsverklaring, en een beleidsmatige paragraaf. Financiering van het fonds vindt plaats op basis van politieke overeenstemming over de jaarbegroting waarbij de Tweede Kamer in deze het budgetrecht behoudt. Tot slot is het van belang te wijzen op de waarborgen die zijn vastgesteld tussen de landen en de stichting FDA. De stichting FDA is jegens beide landen aansprakelijk voor de tekortkomingen in de nakoming van haar verplichtingen. Nu het FDA ruim één jaar operationeel is, zijn de betrokken partijen zeer positief. Het grote succes van het FDA zit met name in de zichtbare verbetering van de dialoog tussen beide landen.
In de bijlage1 treft u de conceptstatuten waarin de details van de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen zijn weergegeven. Ten overvloede wil ik hierbij benadrukken dat de statuten slechts zien op de interne structuur van de rechtspersoon, oftewel op het kader waarin de stichting dient te opereren. Deze conceptstatuten zijn onderwerp geweest van overleg wat ik, op grond van artikel 96 van de Comptabiliteitswet, heb gevoerd met de president van de Algemene Rekenkamer. Zoals de president terecht heeft opgemerkt, zal bij de nadere invulling van de taken van het bestuur van de stichting en vaststelling van daarmee verband houdende bevoegdheden en verantwoordelijkheden, in het bijzonder het op te stellen toezichtbeleid een punt van aandacht zijn. Graag zal ik de Algemene Rekenkamer dan ook betrekken bij de verdere vormgeving en controlestructuur van de stichting. Ten aanzien van de juridische aspecten wil ik u erop wijzen dat het Ontwikkelingsfonds, conform de adviezen van de werkgroep-Wijers, in de vorm van een stichting naar Antilliaans recht zal worden gegoten om te verzekeren dat de stichting op de Nederlandse Antillen zal worden gevestigd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29390-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.