29 387
Herziening hoofdstuk 5 Telecommunicatiewet (graafrechten)

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2005

Bij brief van 7 september 2005 (05-EZ-B-057) hebben de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken mij verzocht hen te informeren over de stand van zaken omtrent de regeling in het Burgerlijk Wetboek (BW) die in samenspraak met het Ministerie van Justitie tot stand zou worden gebracht. De leden verwijzen hierbij naar mijn brief van 11 juli 2005 (Kamerstukken II, 2004–2005, 29 387 nr. 8) ter zake van de vragen over het Beleidskader verplichte informatie-uitwisseling.

In antwoord hierop kan ik u mededelen dat ik 27 september 2005 de nota van wijziging op het wetsvoorstel «wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken» (Kamerstukken II, 29 834, nr. 8) aan de Koningin heb gezonden. Dit met het oog op doorzending daarvan aan uw Kamer. Deze nota van wijziging omvat een generieke regeling voor de «doorknip» van de verticale natrekking van de eigendom van netten. Hiermee wordt de overgang van de eigendom van de netten naar de eigenaar van de grond waarin deze netten zijn gelegen of aan verbonden zijn ongedaan gemaakt. Dit geschiedt door wijziging van artikel 5:20 BW. De regeling ziet derhalve op het vraagstuk wie de juridische eigendom van de netten toekomt. Deze nota van wijziging kunt u binnen enkele dagen tegemoet zien (kamerstuk 29 834, nr. 9).

Het voorgaande moet worden onderscheiden van de zogenoemde grondroerdersregeling, waarop mijn eerdergenoemde brief van 11 juli 2005 betrekking had, en die is vervat in het wetsvoorstel informatie-uitwisseling ondergrondse netten. Dit regelt de informatie-uitwisseling over de ligging van ondergrondse kabel- en leidinginfrastructuur en het zorgvuldig uitvoeren van graafwerkzaamheden. Doelstelling van dit voorstel is het zo veel mogelijk voorkomen van graafincidenten rond kabels en leidingen. Het wetsvoorstel is op 12 juli 2005 mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu voor advies aan de Raad van State gezonden. Het is mijn intentie dat het voorstel van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten eind van dit jaar ter behandeling aan u zal worden toegestuurd.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Naar boven