29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ontvangen ter Griffie op 28 april 2016.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 5 juni 2016.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 6 juni 2016.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2016

Hierbij stuur ik uw Kamer het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Besluit omgevingsrecht, het Besluit milieueffectrapportage en het Besluit algemene regels milieu mijnbouw (vergunning aanleg boorgat) met bijbehorende nota van toelichting1. Dit ontwerpbesluit bevat de volgende maatregelen:

  • In de opsporingsfase zal in verband met het milieu weer een omgevingsvergunning voor het oprichten en in werking hebben van een mijnbouwwerk nodig zijn voor het aanleggen van een boorgat op land of in de territoriale zee (nu geldt er een meldingsplicht). Hiermee kan in alle gevallen invulling worden gegeven aan de mer-beoordelingsplicht voor diepboringen;

  • Naast het bestaande adviesrecht van gemeenten krijgen ook provincies een algemeen adviesrecht voor aanvragen om een omgevingsvergunning voor een mijnbouwwerk;

  • Voor boringen op open zee komt er een instemmingsbesluit op grond van de Mijnbouwwet, waarvoor de mer-beoordelingsplicht geldt.

Het resultaat van dit ontwerpbesluit is dat de Minister meer regie kan voeren op de vraag of er ergens opsporing of winning plaats kan vinden en zo ja, hoe. Hiermee wordt recht gedaan aan het belang van veiligheid en de maatschappelijke vragen rond mijnbouwactiviteiten. Deze maatregel is aangekondigd in de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de gaswinning in Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 143). Voor de verdere inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 21.6, derde lid, van de Wet milieubeheer) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich gedurende vier weken uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Op grond van aanwijzing 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het meireces van uw Kamer verlengd tot 6 juni 2016.

Om te voldoen aan artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer wordt het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven