29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

Nr. 246 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2015

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 13 oktober jl. heeft het lid Mulder (CDA) gevraagd om het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit tot wijziging van Activiteitenbesluit milieubeheer waarmee de rendementseisen voor kolencentrales moeten worden ingevoerd uiterlijk op 14 oktober te ontvangen, desnoods zonder kabinetsreactie, met het oog op de behandeling van de begroting Economische Zaken voor 2016 in uw Kamer (Handelingen II 2015/16, nr. 13, Regeling van werkzaamheden).

De Staatssecretaris van IenM is primair verantwoordelijk voor het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Over dit ontwerpbesluit heeft met uw Kamer een schriftelijk overleg (Kamerstuk 29 383, nr. 234) plaatsgevonden. Op 28 april jl. heeft uw Kamer hierover tijdens een VSO met de Staatssecretaris van IenM gesproken over dit ontwerpbesluit (Handelingen II 2014/15, nr. 81, item 29). Vervolgens is het ontwerpbesluit voorgelegd aan de Raad van State voor advies. Op 21 augustus jl. heeft het kabinet het advies van de Raad van State ontvangen. De opmerkingen van de Raad van State bij het ontwerpbesluit hebben de Staatssecretaris van I&M en ik verwerkt in het definitieve besluit.

Het definitieve besluit wordt bekend gemaakt in het Staatsblad. Conform artikel 26, tweede lid, van de Wet op de Raad van State wordt het advies van de Raad van State gelijktijdig met de bekendmaking van het besluit in het Staatsblad openbaar gemaakt. Van deze wettelijke procedure kan ik niet afwijken. Nadat het definitieve besluit wordt geplaatst in het Staatsblad krijgt uw Kamer dit besluit ook toegestuurd in het kader van de nahangprocedure.

De Staatssecretaris van Financiën heeft de Staatssecretaris van IenM en mijzelf naar aanleiding van de Algemene Financiële Beschouwingen op 1 oktober jl. het verzoek van uw Kamer doorgeleid om het advies van de Raad van State en de kabinetsreactie hierop op korte termijn aan uw Kamer te sturen (Handelingen II 2015/16, nr. 9, item 11). Wij spannen ons in om aan dit verzoek te voldoen en verwachten dat het definitieve besluit voor de plenaire behandeling van het Belastingplan 2016 gepubliceerd zal worden.

De invoering van de rendementseisen heeft overigens geen budgettaire consequenties voor de begroting van Economische Zaken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven