29 383
Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2004

Zoals u bekend is, bereid ik een omvangrijk activiteitenprogramma voor, dat nog deze kabinetsperiode tot een aanzienlijke reductie in de administratieve lasten, voortvloeiend uit de VROM wet- en regelgeving, zal moeten leiden. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het voornemen uit het Hoofdlijnenakkoord nog deze kabinetsperiode rijksbreed een reductie in de administratieve lasten aan te brengen van 25%.

Met deze brief wil ik u, mede namens mijn staatssecretaris, verslag doen van de resultaten van de werkzaamheden, die tot dusverre binnen mijn departement in dat verband zijn uitgevoerd. In het bijzonder gaat het daarbij om de herziene nulmeting, de nadere kwantificering van de administratieve lastenreductie voortvloeiend uit het project Herijking Regelgeving VROM en het Rapport van de Gemengde Commissie VROM, dat mij onlangs werd aangeboden.

Nulmeting

De kwantitatieve omvang van de administratieve lasten zijn inmiddels na een volledig herziene nulmeting gedetailleerd en eenduidig in een standaardkostenmodel opgenomen. In onderstaand schema zijn daarvan de resultaten opgenomen.

Uit deze herziene raming blijkt dat de administratieve lasten van de VROM wet- en regelgeving per 31 december 2002 een totaal bedrag van € 1,7 miljard beliepen. Dit bedrag vormt het uitgangspunt waartegen de gerealiseerde reducties bij mijn departement zullen worden afgezet.

Opvallend is het relatief geringe aandeel daarvan – € 130 miljoen of circa 8% – dat direct veroorzaakt wordt door vanuit de EU dwingend voorgeschreven regelgeving (categorie A). Daarnaast geldt voor een bedrag van € 600 miljoen of circa 36% dat de betreffende wetten, besluiten en regelingen weliswaar voortvloeien uit EU regelgeving, maar dat daarbij aan de lidstaten zelf is overgelaten welke specifieke invulling daaraan gegeven wordt (categorie B).

Nr.	Cluster	AL uit nulmeting	categorie A	categorie B	categorie C
1	Stoffen en producten	€ 38 922 600	€ 18 652 720	€ 14 185 900	€ 5 988 280
2	Afval	€ 72 256 200	€ 12 363 600	€ 50 559 000	€ 9 333 600
3a	Inrichtingen: 8.40 AMvB's	€ 202 258 500	€ 20 225 850	€ 80 903 400	€ 101 129 250
3b	Inrichtingen: Wm-vergunning	€ 608 429 300	€ 60 842 930	€ 243 371 720	€ 304 214 650
3c	Inrichtingen: overige regelgeving	€ 124 013 000	€ 4 079 522	€ 89 638 550	€ 30 294 928
4	Planstelsels	€ 2 683 400	€ 1 900	€ 1 125 000	€ 1 556 500
5	Bodem	€ 83 673 500	€ 3 000 000	€ 56 029 700	€ 24 643 800
6	Landbouw	€ 83 496 700	€ 10 487 500	€ 34 795 500	€ 38 213 700
7	Geluid	€ 229 000	€ 223 300		€ 5 700
8	Bouwen	€ 323 600 000		€ 29 067 550	€ 294 532 450
9	Corporaties en huurregelgeving	€ 52 791 300			€ 52 791 300
10	Ruimtelijke regelgeving en stedelijke vernieuwing	€ 84 649 400			€ 84 649 400
	Totaal	€ 1 677 002 900	€ 129 877 323	€ 599 676 321	€ 947 353 559

Voorts zijn in bijlage 1 gedetailleerd tot op het niveau van afzonderlijke wetten en regelingen, overzichten opgenomen waarin de administratieve lasten worden gepresenteerd per cluster van gelijksoortige beleidsdomeinen. Het volledige rapport bevattende de herziene nulmetingen op gedetailleerd niveau is op het departement en op www.VROM.nl beschikbaar.

Uit dit alles kan geconcludeerd worden dat het cluster «Inrichtingen: Wm-vergunningen» met € 608 miljoen het zwaarst drukt.

Zoals hieronder nog eens zal blijken is het dan ook vooral bij de voorgeschreven wijze van vergunningverlening dat ik voornemens ben een belangrijke reductie in de administratieve lasten te realiseren.

Het project Herijking Regelgeving VROM

Met mijn brief van 17 oktober 2003 (TK, 29 200 XI, nr 7) heb ik een pakket voorstellen aan u voorgelegd, zoals dit resulteerde uit het Project Herijking Regelgeving VROM, die een vergaande vereenvoudiging van de VROM wet- en regelgeving beogen. In vervolg daarop heb ik u bij brief van 23 december 2003 (TK, 29 383, nr 1) een daarop geënt meerjarig wetgevingsprogramma gepresenteerd. Op 2 februari 2004 heeft daarover met uw Kamer een gedachtewisseling plaatsgevonden, waarbij ik op hoofdlijnen instemming met de beleidsvoornemens, gericht op het reduceren van administratieve lasten heb mogen ontmoeten.

Over de kwantitatieve omvang van de met die voornemens te realiseren lastenreductie kan ik u nu nader informeren. Bijlage 2 geeft daarvan een overzicht.

Uit dat overzicht zal u blijken dat het totaal van alle vanaf 1 januari 2003 gerealiseerde en thans nog in het voornemen liggende reductievoorstellen een totaal bedrag beloopt van € 527 miljoen of 31,4% .

Mijn streven is er op gericht deze voornemens nog binnen de huidige kabinetsperiode tot uitvoering te brengen. Op onderdelen daarvan, met name de samenvoeging van de milieu- en bouwvergunningsregelingen, welke een tijdrovend wetgevingstraject behoeven, moet echter met enige uitloop naar latere jaren rekening worden gehouden.

Het rapport van de gemengde commissie VROM

De opdracht aan de departementale gemengde commissies hield in een tweetal scenario's voor te leggen resulterend in resp 25% en 35% reductie van de administratieve lasten. De gemengde commissie voor VROM heeft haar werkzaamheden in die zin kunnen beperken, dat zij gebruik heeft kunnen maken van de resultaten van het reeds uitgevoerde project herijking regelgeving VROM, temeer daar de voornemens op grond van het herijkingsproject reeds een aanzienlijke lastenreductie tot gevolg zullen hebben (zie boven).

Niettemin heeft de gemengde commissie VROM mij nog een omvangrijk pakket aan additionele reductie-maatregelen voorgelegd. Het rapport van de gemengde commissie VROM is als bijlage 3 hierbij gevoegd.

De voorstellen van de gemengde commissie laten zich op hoofdlijn onderscheiden in twee categorieën: de voorstellen gericht op efficiëntie verbetering in de uitvoeringspraktijk en die gericht op verdergaande aanpassingen in de wet- en regelgeving zelve.

Ik acht de aanbevelingen gericht op de uitvoeringspraktijk een ondersteuning van mijn beleid. Op dit moment is een projectgroep ICT en administratieve lasten VROM binnen het departement doende een inventarisatie te maken van de mogelijkheden die innovatieve ICT toepassingen bieden ter uitvoering van de door de gemengde commissie op dit vlak naar voren gebrachte suggesties. Ik zal u te zijner tijd over de resultaten daarvan nader informeren.

De voorstellen die zich richten op verdergaande aanpassing van de wet- en regelgeving zijn ingrijpend van aard, maar zouden dan ook aanzienlijke verdere reducties van de administratieve lasten tot gevolg hebben en zijn alleen daarom al aantrekkelijk. Zoals de commissie echter terecht opmerkt behoeven deze voorstellen een zorgvuldige toetsing op de maatschappelijke effecten die daarvan het gevolg zouden zijn. Zo zal bijvoorbeeld moeten worden vastgesteld of de met de wet- en regelgeving beoogde beleidsdoelen bij uitvoering van de voorstellen niet in het gedrang komen. Evenmin is reeds de vraag beantwoord of juridische overwegingen uitvoering ervan in de weg staan. Ook EU regelgeving kan overname van de voorstellen niet toestaan.

Tenslotte zal moeten worden vastgesteld dat de handhaafbaarheid van het departementale beleid bij uitvoering van de voorstellen voldoende blijft gegarandeerd. De gemengde commissie geeft er blijk van oog te hebben voor de noodzaak van deze nadere toetsing van de aangedragen voorstellen.

De gemengde commissie maakt daarnaast nog melding van een groot aantal suggesties tot nadere reducties van administratieve lasten, zoals die onder meer tijdens het onderzoek naar de nulmeting door deskundigen en respondenten naar voren zijn gebracht.

Concluderend spreek ik mijn waardering uit voor het werk dat door de gemengde commissie verzet is. Het rapport bevat nuttige suggesties voor verdergaande reductievoorstellen. Ik zal die voorstellen bezien op de maatschappelijke effecten die uitvoering daarvan met zich brengt. Over de beleidsconclusies die ik daaraan verbind, zal ik u nader informeren.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

BIJLAGE 1

Overzicht van VROM-regelgeving met administratieve lasten voor het bedrijfsleven

Samenvatting van de resultaten

Cluster 1. Stoffen en producten

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
		Milieugevaarlijke stoffen
1	*	Wet milieugevaarlijke stoffen	€ –	€ –	€ –	€ –
2		Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen	€ 3 702 000	€ 1 980 600	€ –	€ 1 721 400
3		Registratiebesluit Wet milieugevaarlijke stoffen	€ 9 192 200	€ –	€ 9 192 200	€ –
4		Besluit melding nieuwe kennis milieugevaarlijke stoffen	€ 217 400	€ –	€ 217 400	€ –
5		Besluit beoordeling en beperking risico's bestaande stoffen	€ 168 000	€ 168 000	€ –	€ –
6		Besluit in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen	€ 1 600	€ –	€ –	€ 1 600
		Asbestregelgeving
7		Asbestbesluit milieubeheer	€ –	€ –	€ –	€ –
8		Asbest-verwijderingsbesluit	€ 5 288 600	€ –	€ 2 763 000	€ 2 525 600
9	**	Besluit asbestvrije frictiematerialen Wms	€ –	€ –	€ –	€ –
10		Besluit asbestwegen Wms	€ 13 000	€ –	€ –	€ 13 000
		Stofbesluiten
11		Besluit biologische afbreekbaarheid oppervlakte-actieve stoffen in wasmiddelen Wms	€ 400 000	€ 400 000	€ –	€ -
12		Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wms	€ –	€ –	€ –	€ –
13		Regeling genetisch gemodificeerde organismen	€ –	€ –	€ –	€ –
14		Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998	€ 49 500	€ 49 500	€ –	€ –
15		Besluit inzake stoffen die de ozonlaaag aantasten 1995	€ 10 346 800	€ 9 312 120	€ –	€ 1 034 680
16	***	Inzamelingsregeling CFK en halonen	€ –	€ –	€ –	€ –
17		Besluit vluchtige organische stoffen Wms	€ 667 200	€ –	€ 667 200
18		Regeling erkenning en examinering Besluit vluchtige organische stoffen	€ 95 800	€ –	€ –	€ 95 800
19	****	Cadmiumbesluit Wms 1999	€ –	€ –	€ –	€ –
		Radioactieve stoffen
20		Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen	€ 6 740 200	€ 6 740 200	€ –	€ –
21		Besluit detectie radioactief schroot	€ 2 013 300	€ –	€ 2 013 300	€ –
22		Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen	€ 2 300	€ 2 300	€ –	€ –
		Typekeuringen luchtverontreiniging
23		Besluit typekeuring houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide	€ 3 900	€ –	€ –	€ 3 900
24		Besluit typekeuring verwarmingstoestellen luchtverontreiniging stikstofoxide	€ 12 900	€ –	€ –	€ 12 900
25		Regeling typegoedkeuring Besluit vluchtige organische stoffen Wms 2000	€ 8 000	€ –	€ –	€ 8 000
31	*****	Besluit zwavelgehalte brandstoffen	€ –	€ –	€ –	€ –
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 38 922 700	€ 18 652 720	€ 14 185 900	€ 6 084 080

* De AL voortvloeiend uit de regelgeving zijn in onderliggende besluiten uitgewerkt.

** De AL van deze regelgeving zijn 0, omdat gereguleerde activiteiten niet meer door Nederlandse bedrijven worden uitgevoerd.

*** De informatieverplichtingen uit deze regelgeving zijn reeds in andere regelgeving opgenomen en berekend op AL.

**** De AL zijn 0, omdat de kosten voor typekeuringen worden beschouwd als leges. Deze keuringen worden immers uitgevoerd door een rijksinstelling, te weten de RDW.

***** De AL van deze regelgeving zijn 0, aangezien van de mogelijkheid tot ontheffing in de praktijk geen gebruik wordt gemaakt.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 2. Afval

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
		Afvalstoffen
1		Wet milieubeheer H10	€ 45 868 100	€ –	€ 45 868 100	€ –
		EVOA	€ 8 710 000	€ 8 710 000	€ –	€ –
2		Besluit inzamelvergunning afvalstoffen en beheer afgewerkte olie	€ 52 200	€ –	€ 52 200	€ –
3		Besluit KCA-logo	€ 5 616 000	€ –	€ –	€ 5 616 000
		Afvalverbranding
4		Besluit luchtemissies afvalverbranding	€ 2 571 400	€ 2 571 400	€ –	€ –
5		Regeling verbranden van gevaarlijke afvalstoffen	€ 1 476 500	€ 1 071 500	€ 405 000	€ –
		Productbesluiten
6		Besluit beheer autowrakken	€ 10 928 600	€ 3 600	€ 10 925 000	€ –
7		Besluit beheer batterijen	€ 37 400	€ –	€ 18 700	€ 18 700
8		Besluit beheer land- en tuinbouwfolie	€ 127 800	€ –	€ –	€ 127 800
9		Besluit beheer personenwagenbanden	€ 2 216 600	€ –	€ –	€ 2 216 600
10		Besluit beheer wit- en bruingoed	€ 1 100 000	€ –	€ 82 500	€ 1 017 500
11		PCB-, PCT en chlooretheen-besluit Wms	€ 3 500	€ 3 500	€ –	€ –
		Overige regelingen afvalstoffen
12		Regeling verwijdering PCB's	€ 3 600	€ 3 600	€ –	€ –
13	*	Regeling verpakking en verpakkingsafval	€ –	€ –	€ –	€ –
14		Regeling acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen op stortplaatsen	€ 277 000	€ –	€ –	€ 277 000
15	**	Regeling niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval	€ –	€ –	€ –	€ –
16	**	Regeling merkteken niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval	€ –	€ –	€ –	€ –
17		Regeling niet-reinigbaar straalgrit	€ 434 000	€ –	€ –	€ 434 000
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 79 422 700	€ 12 363 600	€ 57 351 500	€ 9 707 600

* Afspraken omtrent verpakkingen zijn opgenomen in het verpakkingsconvenant. Vrijwel alle producenten van verpakkingsmateriaal hebben dit convenant ondertekend. De AL zijn om deze reden 0.

** Vanwege een tekort aan verbrandingscapaciteit voor niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval is, vanaf publicatie van deze regeling, ontheffing gegeven voor de stort van bouw- en sloopafval, ook ZONDER merktteken. Op dit moment is de regeling en het merkteken dus «slapende» regelgeving. De AL zijn om deze reden 0.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 3. Inrichtingen

Nr.	Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
C3a	8.40 AMvB's	€ 202 268 200	€ 80 907 280	€ 20 226 820	€ 101 134 100
C3b	Wm-vergunning	€ 611 383 900	€ 244 553 560	€ 61 138 390	€ 305 691 950
C3c	Inrichtingen overig:
	Zware ongevallen, vuurwerk en explosieven
1	Besluit risico's zware ongevallen 1999	€ 4 333 700	€ –	€ 4 333 700	€ –
2	Regeling risico's zware ongevallen 1999	€ 1 800	€ 1 800	€ –	€ –
3	Vuurwerkbesluit	€ 1 974 200	€ –	€ –	€ 1 974 200
4	Wet explosieven voor civiel gebruik	€ 105 900	€ 105 900	€ –	€ –
	Waterleidingen
5	Waterleidingwet	€ 675 000	€ –	€ 675 000	€ –
6	Tijdelijke regeling Legionellapreventie in leidingwater	€ 63 680 300	€ –	€ 63 680 300	€ –
7	Waterleidingbesluit	€ 2 894 500	€ 2 672 550	€ 221 950	€ –
8	Besluit bescherming waterleidingbedrijven 1989	€ –	€ –	€ –	€ –
9	Regeling chemicaliën en materialen leidingwatervoorziening	€ 277 900	€ –	€ 277 900	€ –
	Badinrichtingen en zwemgelegenheden
10	Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden	€ 368 300	€ –	€ –	€ 368 300
11	Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden	€ 10 461 300	€ –	€ –	€ 10 461 300
12	Regeling kennisgeving badinrichting	€ 18 000	€ –	€ –	€ 18 000
13	Besluit hygiëne, gezondheid en veiligheid kampeerterreinen	€ 180 000	€ –	€ –	€ 180 000
	Emissies
14	Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A	€ 1 252 800	€ 1 240 272	€ –	€ 12 528
15	Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B	€ 1 900 000	€ –	€ –	€ 1 900 000
16	Besluit emissie-eisen NOx salpeterzuurfabrieken	€ 173 900	€ –	€ –	€ 173 900
17	Besluit emissie-eisen titaandioxide-inrichtingen	€ 50 000	€ 50 000	€ –	€ –
18	Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer	€ 34 032 300	€ 9 000	€ 34 023 300	€ –
19	Besluit milieuverslaglegging	€ 1 125 000	€ –	€ –	€ 1 125 000
20	Wet milieubeheer art. 12.2, Publieksverslag	€ 14 450 000	€ –	€ –	€ 14 450 000
	Totale administratieve lasten voor 2002	€ 951 607 000	€ 329 540 362	€ 184 577 360	€ 437 489 278

Samenvatting van de resultaten

Cluster 4. Planstelsels

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
1		Wet milieubeheer H7	€ 2 646 800	€ –	€ 1 125 000	€ 1 521 800
2	*	Besluit milieu-effectrapportage 1994	€ –	€ –	€ –	€ –
3		Wet inzake de luchtverontreiniging	€ 4 700	€ –	€ –	€ 4 700
4		Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990	€ 30 000	€ –	€ –	€ 30 000
5		Wet bescherming Antarctica	€ 1 100	€ 1 100	€ –	€ –
6		Besluit bescherming Antarctica	€ 800	€ 800	€ –	€ –
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 2 683 400	€ 1 900	€ 1 125 000	€ 1 556 500

* De AL zijn opgenomen in Wet milieubeheer Hoofdstuk 7.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 5. Bodem

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
		Bodemonderzoeken en saneringen
1		Wet bodembescherming	€ 20 599 300	€ –	€ –	€ 20 599 300
3	*	Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen	€ –	€ –	€ –	€ –
7		Regeling beoordeling reinigbaarheid grond bodemsanering 2000	€ 807 000	€ –	€ –	€ 807 000
2		Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998	€ 5 746 800	€ –	€ 3 283 300	€ 2 463 500
		Bouwstoffen
4		Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterbescherming	€ 52 745 000	€ –	€ 52 745 000	€ –
10		Vrijstellingsregeling grondverzet	€ 93 000	€ –	€ –	€ 93 000
		Lozingen
5		Lozingenbesluit bodembescherming	€ 231 000	€ –	€ –	€ 231 000
6		Uitvoeringsregeling lozingsbesluit bodembescherming	€ 450 000	€ –	€ –	€ 450 000
		Storten
8		Stortbesluit bodembescherming	€ 3 058 800	€ 3 057 400	€ 1 400	€ –
9	**	Uitvoeringsregeling stortbesluit bodembescherming	€ –	€ –	€ –	€ –
11	**	Wet milieubeheer H8.3	€ –	€ –	€ –	€ –
12	***	Regeling stortplaatsen voor baggerspecie op land	€ –	€ –	€ –	€ –
13	****	Regeling vaststelling klasse-indeling onderhoudsspecie	€ –	€ –	€ –	€ –
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 83 730 900	€ 3 057 400	€ 56 029 700	€ 24 643 800

* Van de AL veroorzakende artikelen is in de praktijk nog geen gebruik gemaakt.

** De AL uit de regelgeving is opgenomen onder het Stortbesluit.

*** In Nederland bestaan geen baggerspeciestortplaatsen op land. De AL zijn om deze reden 0.

**** De informatieverplichtingen uit deze regeling worden in de praktijk niet door bedrijven, maar door overheden uitgevoerd.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 6. Landbouw

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
1		Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer	€ 10 573 300	€ –	€ 215 600	€ 10 357 700
2		Besluit glastuinbouw	€ 37 549 300	€ –	€ 23 042 500	€ 14 506 800
3		Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer	€ 8 839 400	€ –	€ 258 800	€ 8 580 600
4		Besluit mestbassins milieubeheer	€ 4 768 600	€ –	€ –	€ 4 768 600
5		Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen	€ 20 975 000	€ 10 487 500	€ 10 487 500	€ –
6		Regeling uitvoering milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen	€ –	€ –	€ –	€ –
7		Besluit milieutoelatingseisen niet-landbouwbestrijdingsmiddelen	€ –	€ –	€ –	€ –
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 82 705 600	€ 10 487 500	€ 34 004 400	€ 38 213 700

Samenvatting van de resultaten

Cluster 7. Geluid

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
1	*	Wet geluidhinder	€ –	€ –	€ –	€ –
3	***	Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten	€ –	€ –	€ –	€ –
7		Besluit luchtkussenvoertuigen Wet geluidhinder	€ 1 900	€ –	€ –	€ 1 900
10		Regeling geluidemissie buitenmaterieel	€ 210 700	€ 210 700	€ –	€ –
11		Regeling geluidproduktie sportmotoren	€ 3 800	€ –	€ –	€ 3 800
12		Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart	€ –	€ –	€ –	€ –
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 216 400	€ 210 700	€ –	€ 5 700

* AL zijn opgenomen in onderliggende besluiten. De verplichting tot het opstellen van geluidskaarten bij het aanleggen van spoorwegen, is opgenomen bij de nulmeting van V&W Spoor.

** De AL zijn 0, omdat de kosten voor typekeuringen worden beschouwd als leges. Deze keuringen worden immers uitgevoerd door een rijksinstelling, te weten de RDW.

*** Het betreft een procedurevoorschrift. In de praktijk verstrekken fabrikanten geen informatie over de geluidsproductie. De AL zijn daarom 0.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 8. Bouwen

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
1		Woningwet (bouwgedeelte)	€ –	€ –	€ –	€ –
2		Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningsplichtige bouwwerken	€ 32 924 500	€ –	€ –	€ 32 924 500
3	*	Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning	€ 290 675 500	€ –	€ 29 067 550	€ 261 607 950
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 323 600 000	€ –	€ 29 067 550	€ 294 532 450

* Naar het gehanteerde aantal aanvragen vindt nog nader onderzoek plaats.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 9. Corporaties en huurregelgeving

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
2		Huurprijzenwet woonruimte	€ 24 447 400	€ –	€ –	€ 24 447 400
3		Besluit beheer sociale-huursector	€ 26 014 400	€ –	€ –	€ 26 014 400
		Huursubsidie
4		Huursubsidiewet	€ 1 310 600	€ –	€ –	€ 1 310 600
6		Huursubsidiebesluit	€ 675 000	€ –	€ –	€ 675 000
8		Huurwet	€ 3 700	€ –	€ –	€ 3 700
9		Leegstandwet	€ 6 700	€ –	€ –	€ 6 700
10		Wet op het overleg huurders verhuurder	€ 283 500	€ –	€ –	€ 283 500
11	*	Woningwet	€ –	€ –	€ –	€ –
12		Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting	€ 48 900	€ –	€ –	€ 48 900
13		Wet bevordering eigenwoningbezit	€ 1 100	€ –	€ –	€ 1 100
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 52 791 300	€ –	€ –	€ 52 791 300

* In de praktijk is er geen gebruik gemaakt van de informatieverplichtingen uit dit deel van de wet. De administratieve lasten zijn hierdoor 0.

Samenvatting van de resultaten

Cluster 10. Ruimtelijke regelgeving en stedelijke vernieuwing

Nr.		Wet- en regelgeving 2002	Totaal	Categorie A	Categorie B	Categorie C
1		Wet op de ruimtelijke ordening	€ 83 884 000	€ –	€ –	€ 83 884 000
2	*	Besluit op de ruimtelijke ordening 1985	€ –	€ –	€ –	€ –
3		Wet op de stads- en dorpsvernieuwing	€ 618 400	€ –	€ –	€ 618 400
4		Wet voorkeursrecht gemeenten	€ 147 000	€ –	€ –	€ 147 000
		Totale administratieve lasten voor 2002	€ 84 649 400	€ –	€ –	€ 84 649 400

* De AL van het besluit zijn opgenomen in de Wet op de ruimtelijke ordening.

BIJLAGE 2

Overzicht gerealiseerde en voorgenomen reducties VROM

Wet- en regelgevingsdomein	Totale AL-reductie	2003	2004	2005	2006	2007
1. Stoffen en producten	€ 7 800 000			€ 3 120 000	€ 4 680 000
2. Afvalstoffen	€ 17 028 000		€ 14 028 000		€ 3 000 000
3. Inrichtingen, water en externe veiligheid	€ 402 880 000		€ 40 000 000	€ 29 080 000	€ 221 200 000	€ 112 600 000
4. Planstelsels en luchtkwaliteit	€ 1 000 000				€ 1 000 000
5. Bodem	€ 28 000 000			€ 2 000 000		€ 26 000 000
6. Landbouw	€ 12 600 000		€ 12 600 000
7. Geluid	€ 0
8. Bouwen	€ 41 300 000	€ 11 300 000				€ 30 000 000
9. Huurwetgeving en corporaties	€ 10 000 000			€ 5 000 000	€ 5 000 000
10. Ruimtelijke regelgeving	€ 6 400 000				€ 6 400 000
TOTAAL	€ 527 008 000	€ 11 300 000	€ 66 628 000	€ 39 200 000	€ 241 280 000	€ 168 600 000

1. Stoffen en producten

• Via clusteraanpak, ICT en gemengd toezicht kan een reductie van 20% behaald worden. Dit levert een reductie op van € 7,8 mln.. De reductie is nu in de jaren 2005 en 2006 gezet.

2. Afvalstoffen

• In 2004 wordt een reductie van € 11,4 mln. gerealiseerd als gevolg van wijziging van de regelgeving m.b.t. afvalstoffen.

• Het schrappen van het Besluit en Regeling beheer land- en tuinbouwfolies levert een reductie van € 128 000 op in 2004.

• De overige reductie als gevolg van de maatregelen uit de herijkingsbrief worden geschat op € 5,5 mln.

3. Inrichtingen, water en externe veiligheid

• In 2004 wordt een reductie behaald van € 40 mln. als gevolg van aanpassing van de regelgeving omtrent legionellapreventie. Het betreft hier een schatting van het effect van de vervanging in 2004 van de tijdelijke regeling door een definitieve regeling.

• Het aanpassen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit levert een reductie van € 1,6 mln. op in 2005.

• De maatregelen op het gebied van de milieuverslaglegging leveren € 14,5 mln. lastenreductie in 2005 op.

• Het schrappen van het Besluit hygiëne, gezondheid en veiligheid kampeerterreinen levert een reductie van €180 000 in 2005.

• Het voorschrijven van uniforme formulieren voor vergunningsplichtige en niet-vergunningsplichtigen levert € 12,8 mln. reductie op. (In 2005–2006)

• Het effect van het verruimen van de mogelijkheden van meldingen zonder wijziging van de vergunning wordt geschat op € 5 mln in 2006.

• Het brengen van meer vergunningsplichtige bedrijven onder de 8.40 amvb's levert een reductie op van € 161,2 mln. in 2006.

• Het vereenvoudigen van 8.40 amvb's door het maken van onderscheid tussen kleine, middelgrote en grote bedrijven levert €55 mln. reductie op in 2006.

• De VROM-vergunning levert € 112,6 mln. reductie op in 2007.

4. Planstelsels en luchtkwaliteit

• Wijziging van de M.E.R. levert € 1 mln. reductie op in 2006.

5. Bodem

• Besluit uniforme saneringssituaties zal naar verwachting leiden tot een reductie van € 2,0 mln. (in 2005).

• € 26 mln. reductie wordt behaald door het vereenvoudigen van het bouwstoffenbesluit. Deze vereenvoudiging treedt in 2007 in werking.

6. Landbouw

• Aanpassing van het Besluit landbouwbedrijven en gemechaniseerde loonbedrijven leidt naar verwachting tot een reductie van zo'n €12 mln. in 2004.

• Aanpassing van het Besluit Glastuinbouw leidt tot een reductie van € 0,6 mln. Deze reductie is gepland voor 2004.

7. Geluid

• In dit cluster is geen reductie voorzien.

8. Bouwen

• In 2003 is het vernieuwde Besluit bouwvergunningvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken in werking getreden. Dit heeft geleid tot een reductie van € 11,3 mln.

• De VROM-vergunning levert een reductie op van € 30 mln. Dit wordt in 2007 gerealiseerd.

9. Huurwetgeving en corporaties

• Er wordt een reducties behaald door het meer toespitsen van de regelgeving voor corporaties op het behoud van het maatschappelijk gebonden vermogen. In totaal wordt een reductie van € 10 mln. behaald in dit cluster.

10. Ruimtelijke regelgeving

• De fundamentele herziening van de Wet Ruimtelijke Ordening levert een reductie op van € 6,4 mln. in 2006.

Algemene opmerkingen:

• De totale reductie uitgaande van de huidige nulmeting is circa 31,4%

• T/m 2006 wordt 21,4% gereduceerd. In 2007 wordt nog eens 10% gereduceerd.

BIJLAGE 3

Eindrapport gemengde commissie reductie administratieve lasten

1. Inleiding

In de afgelopen decennia is bij VROM een omvangrijk systeem van wetten en regels tot stand gebracht. Het beleid is nu in een andere fase terecht gekomen van minder regels, minder belemmeringen en daarmee ook minder administratieve lasten. Vermindering en vereenvoudiging van regels is een belangrijk doel van de bewindslieden van VROM waarbij de VROM-doelen wel overeind dienen te blijven. Bij die VROM-doelen draait het om het scheppen van een prettige woonomgeving, het voeren van een ruimtelijk ontwikkelingsbeleid en de ontwikkeling van een duurzame toekomst.

Het belang van minder en eenvoudiger regels is nog eens benadrukt in het Hoofdlijnenakkoord «Meedoen, meer werk, minder regels». Rijksbreed moeten de administratieve lasten deze kabinetsperiode (tot eind 2006) – ten opzichte van 31 december 2002 – met 25% omlaag. In het kabinet is afgesproken dat per ministerie een gemengde commissie reductie administratieve lasten wordt ingesteld, zo ook bij VROM. De gemengde commissie reductie administratieve lasten VROM had als taakstelling om twee scenario's in beeld te brengen: een scenario van 25% reductie en een met 35% reductie van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven voortvloeiend uit de VROM-regelgeving. De gemengde commissie kon daarbij gebruik maken van en een vervolg geven op de resultaten van het project herijking regelgeving VROM.

Begin december 2003 is de gemengde commissie aan de slag gegaan en zij heeft in de periode december 2003 tot maart 2004 gewerkt aan deze twee scenario's. De commissie is drie keer bijeen geweest. De gemengde commissie was samengesteld uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, ambtenaren van het ministerie van VROM, het ministerie van Financiën, Actal, IPO en VNG (de laatste 2 als agendalid) en deskundigen (zie bijlage 1). Parallel aan het werk van de gemengde commissie vond in opdracht van VROM door bureau SIRA consulting een actualisatie van de nulmetingen van de VROM-regelgeving plaats; deze nulmetingen zijn begin maart 2004 opgeleverd. De commissie is uitgegaan van die laatste metingen.

Hieronder volgen de bevindingen van de gemengde commissie.

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de aanpak van de gemengde commissie reductie administratieve lasten.

In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de resultaten van de herijking van de VROM-regelgeving.

In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op verbetervoorstellen in de uitvoeringspraktijk.

In hoofdstuk 5 worden suggesties gedaan voor additionele lastenreducties.

2. Aanpak

Onder administratieve lasten voor het bedrijfsleven worden verstaan: «De kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie».

Uitgaande van deze definitie zijn er in totaal 127 wetten, besluiten en regelingen van VROM die administratieve lasten met zich brengen.

De actualisatie van de nulmetingen en berekeningen van de reducties is uitgevoerd conform het standaardkostenmodel zoals dat interdepartementaal is afgesproken. Dit betekent dat o.a. is uitgegaan van de fictie van 100% naleving. Kosten die in het belang van het bedrijfsleven zelf zijn tellen ook mee. In de commissie heeft een discussie plaatsgevonden over dit laatste; een deel van de commissie vindt het niet reëel om dergelijke kosten, zoals de lasten van verhandelbare emissierechten, mee te tellen omdat – bij dit voorbeeld – emissiehandel vrijwillig is en veel voordelen biedt voor het bedrijfsleven.

Bij het in beeld brengen van de twee scenario's (25% en 35%) zijn de resultaten van de herijking van de VROM-regelgeving als basis genomen. De herijkingsoperatie is bedoeld om, het geheel van regelgeving van VROM overziend, na te gaan of de gestelde beleidsdoelen op het terrein van VROM met minder, eenvoudiger en beter gestroomlijnde regels kunnen worden gerealiseerd, waardoor ook de uitvoering en handhaving van die regels kunnen worden verbeterd en de administratieve lasten verminderd. Deze omvangrijke operatie heeft geresulteerd in een brief die 17 oktober 2003 (project herijking, brief van 17 oktober 2003 van de bewindslieden van VROM met vergaande vereenvoudigingsvoorstellen (TK, 29 200 XI, nr. 7), gevolgd door het meerjarenprogramma herijking van 23 december 2003 (TK, 29 383, nr. 1). In het meerjarenprogramma heeft de aanpak van de administratieve lasten bij de prioritering om bepaalde zaken deze kabinetsperiode op te pakken, een belangrijke rol gespeeld. In een nota-overleg op 2 februari 2004 heeft de Tweede Kamer met de herijkingsbrieven ingestemd. Een groot deel van de leden van de gemengde commissie heeft ook actief deelgenomen aan de herijkingsoperatie en had zitting in de klankbordgroep. De gemengde commissie heeft bij het begin van haar werkzaamheden de resultaten van de herijking als vertrekpunt genomen. Binnen de gestelde beleidsdoelen en internationale verplichtingen, is een maximale inspanning geleverd om de administratieve lasten terug te dringen. De reductievoorstellen van het project herijking komen, gecorrigeerd naar aanleiding van de meest recente nulmetingen en ervan uitgaande dat ze allemaal worden uitgevoerd, neer op circa € 527 miljoen. De gemengde commissie heeft met de resultaten van de herijking als basis zich in het bijzonder geconcentreerd op de uitvoeringspraktijk. Belangrijke vragen hierbij waren waar zitten de klachten en waar zijn in de uitvoeringspraktijk verbetermogelijkheden, bijvoorbeeld door middel van het toepassen van ICT of één loket.

Tenslotte heeft de gemengde commissie in aanvulling op de voorstellen met betrekking tot de herijking en de uitvoeringspraktijk suggesties gedaan tot verdergaande reductie van administratieve lasten. De omvang daarvan is vermeld in hoofdstuk 5. Op voorhand is niet te zeggen of deze suggesties ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd, omdat op dit moment de consequenties hiervan voor het gestelde beleid niet ten volle kunnen worden overzien.

Samenvattend zijn er dus drie pakketten:

a. herijkingsvoorstellen;

b. herijking + uitvoering;

c. verkenningen van mogelijke verdergaande reducties.

3. De Herijkingsvoorstellen

Zoals eerder al aangegeven is de afgelopen maanden een nulmeting van de administratieve lasten uitgevoerd. Bij VROM betekende dat een herziening van eerdere nulmetingen, waarbij alle administratieve lasten nu tevens zijn ondergebracht in één consistent standaardkostenmodel.

De resultaten daarvan en van de op basis daarvan gewijzigde kwantitatieve reducties volgens de herijkingsvoorstellen zijn in onderstaand schema samengevat. Hierbij is meegenomen de reductie voortvloeiend uit de wijziging van het Bouwbesluit per 1 januari 2003 (€ 11, 3 miljoen); de wijziging van de regeling met betrekking tot legionellapreventie in 2004 (€ 40 miljoen) en enige wijzigingen in de afvalstoffenwetgeving in 2004 (€ 11,4 miljoen).

Cluster	AL Nulmeting	AL-Reductie herijking
Stoffen en producten	€ 38 922 600	€ 7 800 000
Afvalstoffen	€ 72 256 200	€ 17 028 000
Inrichtingen, water, externe veiligheid	€ 934 700 800	€ 402 880 000
Planstelsel en luchtkwaliteit	€ 2 683 400	€ 1 000 000
Bodem	€ 83 673 500	€ 28 000 000
Landbouw	€ 83 496 700	€ 12 600 000
Geluid	€ 229 000
Bouwen	€ 323 600 000	€ 41 300 000
Huurwetgeving en corporaties	€ 52 791 300	€ 10 000 000
Ruimtelijke regelgeving	€ 84 649 400	€ 6 400 000
Totaal	€1 677 002.900	€ 527 008 000

Geconcludeerd kan worden dat volgens deze herziene opgave het totaal aan reducties, die thans voorzien worden op basis van de herijkingsvoorstellen een bedrag van € 527 miljoen of 31,4% beloopt (inclusief de drie hierboven genoemde reducties die niet uit de herijking voortvloeien). Reducties als gevolg van ICT maken hier gedeeltelijk deel van uit.

De uitvoering van de belangrijkste herijkingsvoorstellen is reeds ter hand genomen. In het bijzonder kunnen hierbij worden genoemd de VROM-vergunning en de vereenvoudiging van de 8.40 amvb's. Hierbij zij wel het volgende aangetekend. De grootste reductie wordt verwacht van de voorgestelde VROM-vergunning, namelijk € 142,6 miljoen. Overigens kan een deel van de met de VROM-vergunning te behalen winst wellicht in de praktijk al eerder worden behaald door middel van één loket en ICT. Een dergelijke ingewikkelde wetgevingsoperatie kan evenwel waarschijnlijk niet al in 2006 worden afgerond. Niettemin dringt de gemengde commissie aan op een spoedige realisering van een VROM-vergunning, omdat dit van belang is voor de 25% reductiedoelstelling in deze kabinetsperiode. Van de circa € 527 miljoen aan reductievoorstellen ingevolge de herijking kan € 358,4 miljoen deze kabinetsperiode worden gerealiseerd en van de rest ad € 168,6 miljoen is het streven gericht op realisatie in deze kabinetsperiode, maar moet met enige uitloop rekening worden gehouden. De feitelijke reductie zal echter lager liggen omdat ook rekening moet worden gehouden met toenames als gevolg van nationale of internationale regelgeving.

4. Verbetervoorstellen in de uitvoeringspraktijk

De commissie beveelt aan dat VROM zodanige maatregelen neemt ter verbetering van de efficiency van de uitvoering dat in de periode tot en met 2006 in de uitvoeringspraktijk een reductie wordt behaald van 5%. De commissie denkt dat met name door gebruik te maken van ICT, c.q keteninformatiebeleid, een reductie van de administratieve lasten in de uitvoering en handhaving mogelijk is.

De commissie acht het van groot belang dat de vermindering van administratieve lasten door VROM wordt aangepakt door stroomlijning van informatierelaties. De commissie wijst erop dat het hierbij van groot belang is dat aansluiting plaatsvindt bij wat het bedrijfsleven doet. De gemengde commissie beveelt aan dat VROM de volgende activiteiten uitvoert.

Eén loket ofwel geïntegreerde dienstverlening

Het bedrijfsleven zou erbij gebaat zijn wanneer er op het gebied van milieu, ruimte en wonen sprake is van geïntegreerde dienstverlening. Belangrijk onderdeel daarvan kan zijn het eenvoudig en gericht kennisnemen van regelgeving. Hierbij dient een hoge prioriteit te worden gegeven aan het meer toegankelijk maken van de informatieverplichtingen in de 8.40 amvb's door middel van ICT.

Eenmalig aanleveren

Om administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen zal VROM departementsbreed projecten moeten gaan uitvoeren waarbij informatie-uitwisseling met het bedrijfsleven aan de orde is; een en ander met gebruikmaking van de «tools» die ontwikkeld zijn in het rijksbrede project ICTAL van EZ. In dit programma staan drie «tools» centraal: Overheids-transactiepoort (OTP), bedrijvenloket en basisbedrijvenregister. Deze moeten het mogelijk maken dat gegevens van bedrijven in één keer worden aangeleverd en door meerdere overheidsinstanties worden gebruikt.

Eenvoudig aanleveren

Winst valt te behalen in de manier van melden en manier van vergunningaanvragen en wijze van toezenden van onderzoeksgegevens. Een voorbeeld waar dat nu al is geïntroduceerd (per 1 januari 2004), is het elektronische milieujaarverslag. Op dit moment wordt gewerkt aan het plan van aanpak voor het project «VROM-vergunning», welk project onder meer de integratie en stroomlijning beoogt van procedures en termijnen bij de verlening van de diverse vergunningen op het VROM-terrein. De melding bij de 8.40 amvb's heeft verder voor de gemengde commissie topprioriteit.

Stroomlijnen van toezicht

Winst is volgens de commissie te behalen doordat toezichthouders elkaar beter informeren en afspraken maken over gemengde bedrijfsbezoeken. Onder de vlag van het Programma Andere Overheid heeft VROM interdepartementaal het voortouw om te komen tot gezamenlijke inspecties en bundeling van kleinere toezichthouders.

Wetgeving: verplicht gebruik Geo-basisregistraties en belemmeringen wegnemen

VROM dient nog deze kabinetsperiode de wetgeving voor het verplicht gebruik van de basisregistraties gebouwen, adressen, vastgoed en geografische basiskaarten in te dienen bij de Tweede Kamer. De basisregistraties die rijksbreed in voorbereiding zijn vormen de noodzakelijke basis voor toekomstige informatie-uitwisseling in de beleidsketens. Om de doelstellingen van 65% elektronische dienstverlening te kunnen realiseren en eenmalige gegevensverstrekking mogelijk te maken moeten hierover binnen de gehele openbare sector afspraken worden gemaakt. Dat geldt met name voor de gegevenshuishouding van de overheid. De Minister van VROM is coördinerend bewindspersoon voor de geo-informatie en VROM is verantwoordelijk voor het tot stand brengen van vier van de zes basisregistraties in Nederland (gebouwen, adressen, percelen en kaarten).

5. Aanvullende scenario's voor een verdere reductie

Met het oog op het in beeld brengen van een 35% scenario heeft de gemengde commissie VROM gezocht naar additionele voorstellen die daartoe zouden kunnen leiden. Daarbij is een zestal opties in beeld gekomen.

AL-reductievoorstel^1, 2	Reductie; absoluut	Reductie; relatief
1. Het schrappen van alle meet-, registratie-, rapportage-, en onderzoekverplichtingen uit de Wm-vergunning	€ 311 miljoen	19%
2. Het schrappen van alle meet-, registratie-, rapportage-, en onderzoekverplichtingen uit de 8.40 AMvB's	€ 169 miljoen	10%
3. Het halveren van de frequentie van alle meet-, registra- tie en rapportageverplichtingen uit de Wm-vergunning	€ 245 miljoen	15%
4. Het halveren van de frequentie van alle meet-, registra- tie en rapportageverplichtingen uit de 8.40 AMvB's, het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwem- gelegenheden en het Stortbesluit bodembescherming	€ 25 miljoen	2%
5. Het schrappen van alle meldingplichtige bedrijven uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit	€ 202 miljoen	12%
6. Het verdergaand aanpassen van de grenzen voor milieuvergunningplichtige inrichtingen, waardoor 50 000 inrichtingen niet langer milieuvergunningplichtig maar meldingplichtig worden.	€ 329 miljoen	20%

¹ Uitgegaan is van de nulmetingen en niet van de nulmetingen na doorvoering van de herijkingsvoorstellen.

² De reductievoorstellen 1 en 2 kunnen naast elkaar staan en kunnen dan ook worden opgeteld. De voorstellen 2, 4 en 5 echter mogen uiteraard niet worden opgeteld; een van die drie voorstellen sluit de andere twee uit. De voorstellen 1 en 3 kunnen ook niet naast elkaar worden uitgevoerd.

Hierbij zij nadrukkelijk aangetekend dat het bij deze opties gaat om technische verkenningen die nog niet zijn getoetst op juridische en maatschappelijke haalbaarheid. Zo kan EU regelgeving realisatie daarvan in de weg staan. Bovendien kan het realiseren daarvan zodanige gevolgen hebben voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de milieudoelstellingen dat er om die reden vanaf moet worden afgezien.

Bijlage 2 tenslotte bevat een totaaloverzicht van alle bij het identificatieproces in beeld gekomen reductievoorstellen. Schematisch is daarbij aangegeven welke daarvoor in het herijkingsproject reeds zijn gehonoreerd, welke door de gemengde commissie zijn aangedragen en welke tijdens het nulmetingsonderzoek door deskundigen naar voren zijn gebracht.

6. Conclusie en samenvatting

1. Bij uitvoering van de herijkingsvoorstellen bedraagt de reductie van de administratieve lasten 31,4 %

AL VROM per 31-12-2002	Reductie herijking	Percentage reductie
€ 1 677 002.900	€ 527 008 000	31,4%

2. Nog niet op juridische en maatschappelijke consequenties getoetste verdergaande suggesties van de gemengde commissie.

AL-reductievoorstel	Reductie; absoluut	Reductie; relatief
1. Het schrappen van alle meet-, registratie-, rapportage-, en onderzoekverplichtingen uit de Wm-vergunning	€ 311 miljoen	19%
2. Het schrappen van alle meet-, registratie-, rapportage-, en onderzoekverplichtingen uit de 8.40 AMvB's	€ 169 miljoen	10%
3. Het halveren van de frequentie van alle meet-, registra- tie en rapportageverplichtingen uit de Wm-vergunning	€ 245 miljoen	15%
4. Het halveren van de frequentie van alle meet-, registratie en rapportageverplichtingen uit de 8.40 AMvB's, het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en het Stortbesluit bodembescherming	€ 25 miljoen	2%
5. Het schrappen van alle meldingplichtige bedrijven uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit	€ 202 miljoen	12%
6. Het verdergaand aanpassen van de grenzen voor milieuvergunningplichtige inrichtingen, waardoor 50 000 inrichtingen niet langer milieuvergunningplichtig maar meldingplichtig worden.	€ 329 miljoen	20%

3. Bijlage 2 bevat een totaaloverzicht van alle tot dusverre in beeld gekomen reductievoorstellen.

4. De commissie beveelt aan de voorstellen als bedoeld onder punt 2 en 3, voor zover nog niet gehonoreerd, nader te onderzoeken op juridische en maatschappelijke consequenties.

BIJLAGE 1

Samenstelling gemengde commissie administratieve lasten VROM

mr. J. H. G. van den Broek (VNO-NCW)

ing. H. H. de Groot (MKB-Nederland)

drs F. Veenema (MKB-Nederland)

drs B. van der Gijp (NEPROM)

H. van den Oever (Uneto/VNI)

ir. J. Scholte Albers (Gewestelijke Land en tuinbouworganisatie)

ir. J. J. Eberwijn/M. van Rooij (plaatsvervanger van Eberwijn) (Bouwned)

dhr. R. Wijnands NVTB (Nederlandse Vereniging van Toeleveranciers in de Bouw)

S. van der Put VNG (agendalid)

dhr. J. Kramer IPO (agendalid)

J. de Vries (Stichting Natuur en Milieu)

P. F. H. Bont (Actal)

F. Germs Ministerie van Financiën

drs. T. van Gorp Ministerie van Financiën

dhr. R. Tomey

Leden VROM:

mr. ing. J. H. Enter (voorzitter)

mr. drs. C. A. Janssen (secretaris)

drs. F. C. Stam

mr. drs. L. Beijen

drs. N.J. Benschop

drs. M.A. de Rooij

drs. W. Klein (inspectie VROM)

Aan de vergaderingen werd deelgenomen door bureau SIRA consulting, welk bureau de nulmetingen heeft uitgevoerd

BIJLAGE 2

Overzicht reductievoorstellen uit herijking, gemengde commissie en aanvullende informatieverzameling

Reductievoorstellen

In het onderstaande overzicht zijn de AL-reductievoorstellen opgenomen die zijn geïdentificeerd in de projecten (1) Herijking VROM regelgeving, (2) Gemengde Commissie en (3) Aanvullende informatieverzameling nulmeting AL. In het overzicht is – indien dit relevant is – aanvullende informatie opgenomen in het de kolom «Toelichting». Daarnaast is aangegeven wat het AL-reductiepotentieel is van de betreffende voorstellen. Hierbij is aangegeven of (S) gebruik is gemaakt van een schatting aangeleverd door VROM of (B) een berekening met het AL-kostenmodel is uitgevoerd. Indien onvoldoende informatie beschikbaar is om de AL-reductie te kwantificeren dan is dit aangegeven met (O).

	Reductievoorstel	Herijking	Gemengde commissie	Aanvullend	Verkenning AL-reductie	Toelichting	AL-reductie	Berekend (B)/ Geschat (S)/Onbekend (O)
1.	Stoffen en Producten	3	2	5	0	In de herijking is er van uitgegaan dat via de clusteraanpak, ICT en gemengd toezicht een AL-reductie van 20% kan worden gerealiseerd voor dit cluster	€ 7 800 000
1.1	Geen Nederlandse eisen stellen bovenop Europese eisen inzake stoffen en voor oplei- dingen, e.d. (VNO-NCW)		x			Nader onderzocht moet worden waar extra eisen specifiek betrekking op hebben		O
1.2	Ontwerpregeling inzake meldingen en vergun- ningen voor NARS (toekomstig) harmoniseren met EU-regelgeving. (VNO-NCW)		x			Het betreft nieuwe regelgeving. Deze is niet in de AL-meting opgenomen.		O
1.3	Besluit detectie radioactief schroot: nu moeten alle gegevens van een binnenkomende partij worden geregistreerd. Men is van plan dit op te delen in een gedeelte van de gegevens die voor iedere partij moet worden geregistreerd en een gedeelte dat alleen bij detectie van radioactiviteit moet worden geregistreerd. (Interview SIRA)			x		AL-reductie moet worden onderzocht		O
1.4	Er kunnen regelingen worden geschrapt: – Regeling merkteken asbestonderzoek (de AL zijn nu opgenomen in het Asbestverwijderingsbesluit) – Regeling merkteken asbestverwijdering (de AL zijn nu opgenomen in het Asbestverwijde- ringsbesluit) – Besluit asbestvrije frictiematerialen (komt in een productbesluit) – Asbestbesluit milieubeheer (Interview SIRA)			x		Asbest besluit miliebeheer wordt geïntegreerd met verguning verlening Wm. Daarnaast zal afstemming plaats vinden met arbo-regelgeving. (niet gekwantificeerd)		O
1.5	Besluit asbest verwijdering: De informatieverplichtingen, die betrekking hebben op de regelgeving rond de sloop van asbestbevattende gebouwen en objecten en de verwijdering van asbestafval, hebben overlap met de wetgeving van het ministerie van Sociale Zaken. Deze regelgeving kan worden overgebracht naar het ministerie van Sociale Zaken. Hoewel dit een AL reductie geeft voor het ministerie van VROM, is dit slechts een verschuiving van de lasten. (Interview SIRA)			x		Zie bovenstaand reductievoorstel.		O
1.6	Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen: De overgang van de Kernfysische dienst (KFD) van het ministerie van SZW naar het ministerie van VROM biedt mogelijkheden tot het redu- ceren van administratieve lasten. Op dit moment controleert de KFD alleen de nucleaire aspecten van de bedrijven, worden de milieu- aspecten door de milieu-inspectie gecontroleerd en de arbeidsomstandigheden door de arbeidsinspectie. Door deze taken te bundelen onder de KFD kunnen de inspecties efficiënter worden en kan het aantal controles worden verlaagd. (Interview SIRA)			x		Voorbeeld van cluster aanpak en gemengd toezicht (in totaal 20% reductie van totaal AL cluster 1 (zie herijkingsbrief))		O
1.7	Besluit in-, uit-, doorvoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen: De indeling die nu aanwe- zig is tussen de verschillende materialen in het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radio- actieve stoffen wordt gewijzigd. Hierbij wordt minder onderscheid gemaakt tussen de verschillende materialen en verdwijnt het onderscheid tussen in-, uit- en doorvoer. Voor elk vervoer van radioactieve stoffen dient dan een melding gedaan te worden, terwijl voor elk vervoer van splijtstoffen een vergunning is vereist. Er zullen minder vergunningen nodig zijn, maar wel meer meldingen worden gedaan. Netto-effect is niet duidelijk. (Interview SIRA)			x				O
1.8	Besluit VOS en daarbij behorende uitvoeringsregelingen worden vereenvoudigd en samengevoegd. (Herijkingsbrief)	x				AL-reductie moet worden onderzocht		O
1.9	Schrappen Besluiten typekeuring verwarmingstoestellen en houtkachels en aansluiten op EU regelgeving (Herijkingsbrief). x					AL-reductie moet worden onderzocht (minimum eisen EU regelgeving zijn nog niet geinventariseerd)		O
1.10	Schrappen saneringsregelingen voor asbestwegen omdat saneringsoperaties binnenkort zijn afgerond. (Herijkingsbrief)	x				AL-reductie moet worden onderzocht. Niet bekend is wanneer saneringsoperaties zullen zijn afgerond.		O
2.	Afval	6	10	4	0		€ 8 675 420
2.1	Minder samenloop van regels, zodat een registratieverplichting slechts in het kader van één regeling hoeft te worden uitgevoerd. (VNO-NCW)		x					O
2.2	Maximumtermijn voor vergunningen voor afvalinrichtingen schrappen. (VNO-NCW)		x					O
2.3	Grond die vrijkomt bij het spoelen van akker- bouwproducten, groenten en bloembollen of die aangemerkt wordt als tarra, wordt door de Afvalstoffenwet/Bouwbesluit beschouwd als afvalstof. De AL als gevolg hiervan kan worden gereduceerd als het ontheffingenstelsel voor deze stoffen wordt uitgebreid. De grondkwaliteitskaarten die de gemeenten moeten opstellen zouden hiervoor een legitimatie kunnen zijn. (LTO)		x					O
2.4	Vereenvoudigen van het meldingensysteem van afval ontvangst en afgifte. (VNO-NCW)	x						O
2.5	Meldingen inzake afvalstoffen niet complexer maken dan meldingen van andere transporten en stoffen. (VNO-NCW)	x						O
2.6	Het KCA-logo heeft geen toegevoegde waarde en niet gelijk oplopend met wetgeving in andere EU lidstaten. (VNO-NCW)		x					O
2.7	Besluit stortplaatsen en stortverboden afval- stoffen versimpelen bij ondersteuning door afvalstoffenbelasting, (VNO-NCW)		x					O
2.8	Schrappen van de regeling lekvrije verwijdering van kabelafval. Een aparte bepaling is overbodig, (VNO-NCW)		x					O
2.9	Schrappen van niet relevante regelgeving: Regeling merkteken niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar sloopafval, Regeling niet- herbruikbaar en niet-verbrandbaar sloopafval, Regeling verklaring stortverbod afvalstoffen, (VNO-NCW)		x					O
2.10	Instellen ondergrens voor bedrijven die moeten rapporteren in toekomstig besluit beheerverpakkingen, papier en karton (VNO-NCW)		x			Het betreft regelgeving die op peil- datum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen		O
2.11	Alleen hergebruik vereisen voor verpakkingen die echt in te zamelen zijn toekomstig besluit beheerverpakkingen, papier en karton (VNO-NCW)		x			Het betreft regelgeving die op peil- datum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen		O
2.12	De regeling van het besluit melden van bedrijfs- of gevaarlijke afvalstoffen vereenvoudigen, papiermolen en foutkans zijn nu te groot wegens aantal handelingen. (VNO-NCW)		x					O
2.13	Regeling acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen op stortplaatsen: de lange termijn die nu nodig is voor het verkrijgen van de uitslag van de voorbemonstering (110 dagen) is geen werkbare termijn voor het bedrijfsleven. (Interview SIRA)			x		Geen effect op de AL	€ –	B
2.14	Regeling acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen op stortplaatsen: Direct invoeren van Europese richtlijnen. Hiermee wachten geeft uitstel van een uiteindelijk noodzakelijke inverstering en maakt de huidige onderzoeken en resulaten waardeloos. (Interview SIRA)			x				O
2.15	Regeling Niet-reinigbaar straalgrit. (alleen smeltslak straalgrit). Om te bepalen of deze vorm van straalgrit nog bruikbaar is dient deze in een erkend laboratorium te worden onder- zocht. Reductie van de AL kan worden bereikt door straalgrit te gebruiken dat vaker kan worden hergebruikt. Hierdoor zal er minder smeltslak straalgrit worden aangeboden en zijn er ook minder onderzoeken noodzakelijk. (Interview SIRA)			x		Het betreft een AL-reductie die door bedrijven kan worden gerealiseerd (geen VROM-actie)
2.16	Schrappen Besluit en Regeling beheer land- en tuinbouwfolies (Herijkingsbrief)	x					€ 127 800	B
2.17	Invoering Besluit mobiele puinbrekers, waar- door de vergunningplicht voor de branche komt te vervallen. (Herijkingsbrief)	x				AL-reductie moet worden onderzocht. De AL-reductie wordt gerealiseerd in cluster 3 Inrichtingen		O
2.18	1 Besluit beheer PCB's met harmonisatie van begrippen en voorschriften. (Herijkingsbrief)	x				AL-reductie is beperkt		O
2.19	Het vervangen van de mededeling in de afval productbesluiten door een eenvoudigere melding. (Herijkingsbrief)	x				AL-reductie moet worden onderzocht		O
2.20	Effecten voorgenomen Besluit melden afval- stoffen			x			€ 1 605 700	B
	Er wordt in de herijkingsbrief vanuit gegaan dat de reductievoorstellen zullen leiden tot 10% reductie van de AL van het cluster						€ 6 941 920	B
3.	Inrichtingen	9	25	2	0		€ 315 182 800
3.1	Eisen aan inrichtingen vanuit nationale regel- geving scherper stellen en geen ruimte geven voor aanscherping aan de lagere overheden en de Raad van State. Alleen nadere eisen toestaan als de vergunningverlener aantoont dat het locale milieubelang scherpere eisen vereist. (VNO-NCW)		x			AL-reductie moet worden onderzocht		O
3.2	«Uniforme formulieren voor: – het aanvragen van vergunningen (zoals de Wm); – het doen van meldingen (8.40 amvb's). Hierin moeten niet teveel details worden gevraagd en worden de vele verschillende (en soms zeer gedetailleerde) gemeentelijke formulieren te vervangen. Voor het goed reduceren van de administratieve lasten dienen deze formulieren ook digitaal beschikbaar te zijn. (MKB)	x				De winst zit zowel in vereenvoudiging van het invullen als in vermindering van het overleg hierna met het bevoegd gezag.	€ 12 800 000	S
3.3	Lasten van naleving niet afwentelen op bedrijven door middel van rapportage-verplichtingen. (VNO-NCW)		x					O
3.4	Voor elk bedrijf één bevoegd gezag benoemen, zij het gemeente, provincie of Rijk (1-loket gedachte). (IPO, VNO-NCW)	x				De 1-loket-gedachte kan worden gecombineerd met ICT maatregelen. (Herijkingsbrief)		O
3.5	Ondergrens voor het moeten hebben van een gebruiksvergunning ophogen. (VNO-NCW)		x			Het betreft AL die bij de nulmeting van gemeenten worden meegenomen
3.6	De vergunningplicht van de Wet milieubeheer (Wm) dient voor zoveel mogelijk middelgrote bedrijven te vervallen. Deze bedrijven zouden onder algemene regels moeten vallen. (VNO-NCW, verder uitgewerkt door MKB Nederland)	x				De vergunningplicht zou voor mini- maal 20 000 bedrijven moeten worden afgeschaft. Dit zou een reductie van 80 miljoen kunnen betekenen.	€ 80 000 000	S
3.	Wm-vergunning
3.7	Invoering van de VROM-vergunning (MKB)	x				Aangenomen mag worden dat 1 VROM-vergunning de kosten met 25% kan reduceren. Het betreft hier voornamelijk overlegkosten met het bevoegd gezag. Dit betekent bij de Wm-vergunning een reductie van € 140 miljoen en bij de bouwvergunning een reductie van € 30 miljoen.	€ 140 000 000	S
3.8	Herziening Inrichtingen en vergunningenbesluit: – Het schrappen van alle overbodige verplichtingen uit de milieuvergunning aanvraag. (MKB) – Maximumtermijn voor vergunning afschaffen: zie afval (VNO-NCW) – Categoriëen van bedrijven strakker omschrijven en zo reikwijdte verfijnen. (VNO-NCW)	x				Het IVB zal worden herzien: – verdeling bevoegheden over bevoegde instanties worden zo eenduidig mogelijk gemaakt. – omschrijving van categorieen worden verhelderd en gestroomlijnd. – overbodige verplichtingen tot gegevensverstrekking worden geschrapt. – vergunningprocedure wordt gestroomlijnd. – adviesrol VROM-inspectie wordt ingeperkt.	€ 1 600 000	S
3.9	Wijzigingsvergunningen afgeschaffen. In plaats hiervan zou met de wijzigingsgegevens een integrale nieuwe vergunning worden opgesteld zodat er altijd maar een Wm-vergunning is. Daarnaast moet de procedure worden geïnte- greerd met art 8.24 Wm. Voor wijzigingen kan in veel gevallen worden volstaan met een melding. (VNO-NCW)	x					€ 5 000 000	S
3.10	Wm-vergunning: Differentiatie in het begrip afvalverwerker omdat nogal veel stoffen (bijvoorbeeld voor nuttige toepassing) onder afval vallen en dus veel bedrijven onder de administratief zware afvalregelgeving vallen. (VNO-NCW)		x					O
3.11	Wm-vergunning: Art 13.4 Wm (melding aan omwonenden) moet zo veel mogelijk worden beperkt tot goedkope middelen zoals het plaatsen van een melding in een huis-aan-huis blad. (VNO-NCW)		x			Kennisname regelgeving is niet meegenomen in de definitie AL.
	Wm-vergunning: Definitie van ongewoon voorval strakker omschrijven om nodeloze meldingen (art. 17) tegen te gaan. (VNO-NCW)		x					O
	8.40 AMvB's
3.12	Het reduceren van het aantal verplichtingen uit de 8.40 amvb's. Er moet alleen worden voor- geschreven wat absoluut nodig is. (MKB)
	Onderstaand zijn hier 3 mogelijkheden voor opgenomen.
	1. Intrekken van (gedeelte) van bepaalde AMvB's					G-cie concludeert dat dit niet zal worden gedaan
	2. Kleine bedrijven uitzonderen van bepaalde verplichtingen. Vereenvoudigen door het maken van onderscheid tussen kleine, middelgrote en grote bedrijven waardoor kleine bedrijven minder regels krijgen opgelegd.	x				In de Herijkingsbrief is aangenomen dat de helft van de bedrijven van minder regels profiteert	€ 58 000 000	S
3.13	3. Beperking van doelgroepen waarvoor de AMvB's gelden (bv. horeca)					G-cie concludeert dat dit niet zal worden gedaan
3.14	Uniformering voorschriften uit 8.40 AMvB's: – Samenvoeging AMvB's waardoor betere afstemming van voorschriften wordt bereikt. – Opnemen voorschriften lozingenbesluit bodembescherming in AMvB's waardoor afstemming plaats vind van V&W en VROM voorschriften.	x						O
3.15	Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer: afschaffen van controle op condenswater in dieselolietanks (VNO-NCW)		x					O
3.16	Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer: Meer stoffen voor drinkwaterbehandeling onder de bepalingen laten vallen (VNO-NCW)		x					O
3.17	Ondergrens voor gevaarlijke stoffen verhogen bij het besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer (VNO-NCW)		x					O
3.18	Besluit ter uitvoering art. 1.3 WVO: categoriëen van bedrijven strakker omschrijven en zo reikwijdte verfijnen. (VNO-NCW)		x					O
3.19	Geen Nederlandse eisen stellen bovenop Europese eisen inzake veiligheid en milieu en voor certificatie en accreditatie, e.d. van tankstations (VNO-NCW)		x					O
3.20	Het afschaffen van de verplichting tot het laten keuren van vloeistofdichte vloeren en het verkrijgen van een PBV-verklaring. Een bedrijf kan het bodemrisico minimaliseren door bodembeschermende voorzieningen en maatregelen (niet zijnde een vloeistofdichte vloer) welke noch een keuring noch PBV verklaring noodzakelijk maken. Wel kan het zo zijn dat op basis van een (verplichte) risico-analyse een keuring als nadere eis worden opgelegd.		x
4.	Overige regelgeving
3.21	Het intrekken van het Besluit financiële zekerheid. (MKB en VNO-NCW)		x			Het betreft regelgeving die op peildatum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen
3.22	Besluit milieuverslaglegging: reduceren van bereik, zowel in aantal bedrijven als in gege- vens bij eenvoudige inrichtingen (NB: bij berekening van reductie rekening houden met de noodzaak tot registratie van deze gegevens vanuit andere regelgeving). (VNO-NCW)	x					€ 14 450 000	B
3.23	Besluit milieuverslaglegging: Beperking van mogelijkheden voor lagere overheden om extra gegevens te vragen. (VNO-NCW)		x					O
3.24	Besluit risico's en zware ongevallen 1999: Vereenvoudigen van berekeningsmethodiek van risico's (VNO-NCW)		x					O
3.25	Besluit hygiene, gezondheid en veiligheid kampeerterreinen: schrappen (NB: bij berekening van AL reductie rekening houden met de noodzaak tot bekendmaking van noodinstruc- ties vanuit andere regelgeving), (VNO-NCW)		x				€ 180 000	B
3.26	De volgende regelingen schrappen (in verband met invoering NOx-emissiehandel) en harmoni- seren met LCP richtlijn: Besluit emissie-eisen stookinstallaties A, Besluit emissie-eisen stookinstallaties B, Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A/B. (VNO-NCW)		x				€ 3 152 800	B
3.27	Regeling oplosmiddelenboekhouding en VOS emissies: verminderen rapportagefrequentie als er geen belangrijke wijzigingen zijn geweest. (VNO-NCW)		x			AL-reductie moet worden onderzocht		O
3.28	Automatiseren van de oplosmiddelen boekhouding kan een AL reductie opleveren (Interview SIRA)			x		Het betreft een AL-reductie die door bedrijven moet worden gerealiseerd (geen VROM-actie)
3.29	Toekomstige AMvB CO2-emissiehandel: Afstemming tussen bevoegd gezag voor de vergunning en emissieautoriteit en aansluiten bij de Europese richtlijn (VNO-NCW)		x			Het betreft regelgeving die op peil- datum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen
3.30	Ontwerpbesluit legionellapreventie: alleen van toepassing maken op tappunten waar aerosolen vrijkomen (VNO-NCW)		x					O
3.31	Ontwerpbesluit legionellapreventie: verduidelijken regelgeving (VNO-NCW)		x					O
3.31	Ontwerpbesluit legionellapreventie: voorkomen van slechte adviezen zoals onder de Regeling wel eens gebeurde. (VNO-NCW)		x					O
3.32	Toekomstig registratiebesluit externe veiligheid: precieze gegevens die moeten worden geregi- streerd bekijken. (VNO-NCW)		x			Het betreft regelgeving die op peil- datum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen
3.33	Toekomstig registratiebesluit externe veiligheid: verduidelijken regelgeving (VNO-NCW)		x			Het betreft regelgeving die op peil- datum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen
3.34	Toekomstig registratiebesluit externe veiligheid: specifieker invullen en zo dreigende wanorde voorkomen (VNO-NCW).		x			Het betreft regelgeving die op peil- datum niet geldig was en daarom niet in de AL-meting is opgenomen
3.35	Wet en Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden: Er wordt in de regelgeving te weinig rekening gehouden met commerciele zwembaden. Door de particuliere baden wordt soms voor zelfregulatie gepleit, soms juist ook niet (regelgeving voorkomt free-riders gedrag). Zelfregulatie leidt tot AL-reductie. (Interview SIRA)			x		Besloten is regelgeving in stand te houden om freeriders gedrag tegen te gaan.
4.	Planstelsels	3	3	2	0		€ 1 600 000
4.1	Geen m.e.r. bij nieuwbouw op een bestaand industrie terrein (VNO-NCW)		x					O
4.2	Reduceren van de m.e.r. procedure tot EU richtlijnen. (VNO-NCW, Interview SIRA)	x					€ 1 200 000	S
4.3	Voorfase van de m.e.r. samen laten lopen met de voorbereidende fase van de Wm-vergunning (Interview SIRA) (Bedrijfsleven geeft aan dat de kosten die worden gereduceerd met het verkor- ten van de startnotitie terug zullen komen in de m.e.r. zelf, Interview SIRA)	x						O
4.4	Verkleinen van de hoeveelheid m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten (Interview SIRA)	x					€ 400 000	S
4.5	Er wordt nu door het bevoegd gezag geen gebruik gemaakt van de beoordelingsplicht (er wordt direct een m.e.r. gevraagd). Door hier wel gebruik van te maken (evt. Door een ander orgaan als de commissie m.e.r.) kan voor het bedrijfsleven een AL reductie worden bereikt. (Interview SIRA)			x				O
4.6	Uniformiteit in de eisen van provincies in het bepalen van de richtlijnen. Nu is er veel verschil in de eisen tussen en zelfs binnen provincies. (Interview SIRA)			x				O
4.7	Afschaffen van de commissie m.e.r. (VNO-NCW)		x					O
4.8	Wet luchtverontreiniging: Eisen aan inrichtingen vanuit nationale regelgeving scherper stellen en geen ruimte geven voor aanscher- ping aan de lagere overheden en de Raad van State. Alleen nadere eisen toestaan als de vergunningverlener aantoont dat het locale milieubelang scherpere eisen vereist. (VNO-NCW)		x			In de regelgeving zal expliciet tot uitdrukking worden gebracht dat grenswaarden rechtstreeks en bindend doorrekenen naar ruimtelijke plannen. Geen effect op de AL. (Herijkingsbrief)	€ –	S
5.	Bodem	2	11	3	0		€ 18 000 000
5.1	Electronische aanvraag voor een beschikking bij bodemsanering (IPO)		x					O
5.2	Een uniforme aanpak van veel voorkomende saneringsgevallen door middel van de invoe- ring van het besluit uniforme saneringen. (IPO, MKB en VNO-NCW)	x				Het betreft toekomstige regelgeving die niet in de nulmeting is meegenomen	€ 500 000	S
5.3	In besluit opslaan in ondergrondse tanks 1994 de zekerheidsstelling en de kreditwaardigheid schrappen en eventueel het gehele besluit schrappen. (VNO-NCW)		x			De AL-reductie is opgenomen m.b.t. het schrappen voor het hele besluit		O
5.4	Sterke vereenvoudiging van het bouwstoffenbesluit (MKB)	x				AL-reductie moet worden onderzocht. Onduidelijk is waar de vereenvoudiging exact betrekking op heeft.	€ 10 000 000	S
5.5	Stimuleren van een uniforme aanpak in het bouwstoffenbesluit en het terug dringen van uitzonderingen (VNO-NCW)		x			AL-reductie is beperkt		O
5.6	De normen van het bouwstoffenbesluit afstemmen met de normen uit andere regelgeving. (VNO-NCW)		x			AL-reductie is beperkt		O
5.7	Opnemen vrijstelling informatieplicht m.b.t. hergebruik van bouwstoffen van beton, keramiek, natuursteen en bakstenen. Deze bouwstoffen dienen bij eerste gebruik gewoon te worden gekeurd volgens de regels van het Bouwstoffenbesluit. Bij hergebruik vervalt de eis om opnieuw de kwaliteit van de bouwstof aan te tonen. (Interview SIRA)			x		In evaluatie van het besluit wordt geraamd dat jaarlijks tussen de drie en zeven miljoen ton van deze bouwstoffen opnieuw wordt gebruikt. Indien gewerkt zou worden met partijkeurin- gen van gemiddeld 1 000 ton á 1 500 Euro, zouden de kosten bij 5 miljoen ton 7,5 miljoen Euro per jaar zijn.	€ 7 500 000	B
5.8	Regeling beoordeling reinigbaarheid grond bodemsanering: richtlijn drainage en controlesystemen alsnog actualiseren (VNO-NCW)		x					O
5.9	Invoeren van de EU-eisen voor de richtlijn stortplaatsen voor baggerspecie op het land. (VNO-NCW)		x					O
5.10	Regeling stortplaatsen baggerspecie op het land. De vermelde metingen zijn alleen voor de locatie en mogelijk dubbelop met de metingen van het stortbesluit bodembescherming. Van de metingen die extra zijn op de metingen uit het stortbesluit wordt het nut betwijfeld en hier is mogelijk dan ook een grond voor administratieve lasten reductie. (Interview SIRA)			x				O
5.11	Men ervaart stortplaatsen als overgereguleerd. Voor een deel is het terecht dat er scherpe controle is op bepaalde onderdelen, maar er zijn ook gedetailleerde regels die hier weinig mee te maken hebben. Zo krijgen stortplaatsen regelmatig te maken met handhavers en handhavingsmiddelen die onterecht worden ingezet. Dit levert niet alleen veel administratieve last op maar ook veel weerstand tegen de regelgeving en de handhavers. Voorgesteld is dat stortplaatsen met doelhandhaving willen werken, waarbij alleen wordt gecontroleerd op relevante zaken. (Interview SIRA)			x				O
5.12	Transparentie en helderheid in verband met bijlage II van de EU richtlijn waarborgen voor de regelingen acceptatiecriteria asbest en acceptatiecriteria stortplaatsen. (VNO-NCW)		x					O
5.13	Wet milieubeheer: beperken van lasten inzake de nazorg van stortplaatsen (VNO-NCW)		x			Nader onderzocht moet worden waar specifiek lasten omlaag moeten.		O
5.14	Wet milieubeheer: bevorderen van uniformiteit (VNO-NCW)		x			Effect op AL is niet duidelijk. Nader onderzocht moet worden waar unifor- miteit betrekking op heeft.		O
5.15	Wet milieubeheer: Regelgeving aan laten sluiten bij de Europese regelgeving (VNO-NCW)		x					O
5.16	De wet belasting op de milieugrondslag dient geen milieudoeleinden (VNO-NCW)		x					O
6.	Landbouw	2	7	0	0		€ 12 339 700
6.1	De afzonderlijke AMvB's voor akkerbouwbedrijven, melkveehouderijen en loonwerkbedrijven worden samengevoegd tot één geïntegreerde AMvB- Landbouwbedrijven, die naar verwachting zal leiden tot een reductie van de administratieve lastendruk bij boeren (realistischere voorschriften). (LTO)	x					€ 11 674 700	O
6.2	Vereenvoudigen van het Besluit glastuinbouw (LTO)	x					€ 665 000	S
6.3	Toelatingseisen bestrijdingsmiddelen: Afstem- ming van handhavingsacties (één controleur namens de diverse overheden) zou in tal van opzichten een belangrijke verbetering zijn (efficiëntie en verminderen conflicterende bepalingen), alsmede het aanleveren van gegevens aan één loket. De mensen werkzaam bij dit loket moeten dan wel de regelgeving in de breedte kennen en op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in de landbouw en de uitvoe- ringspraktijk. (LTO)		x					O
6.4	Toelatingseisen bestrijdingsmiddelen: het convenant is waardevol instrument op milieu- belasting terug te dringen en knelpunten in de gewasbescherming op te lossen. Voorkomen moet worden dat het convenant uitmondt in een enorme lastenverzwaring voor telers. Deze situatie dreigt momenteel te ontstaan bij de uitwerking van de gewasbeschermingsplannen. De gewasbeschermings-plannen die ondernemers moeten opstellen moeten daarom eenvoudig zijn en aansluiten bij de huidige praktijk van registreren en waarnemen van ziekten en plagen. (VNO-NCW)		x					O
6.5	Uitvoeren van de Herijkingsvoorstellen voor BOOM en MINAS. (VNO-NCW)		x			Betreft regelgeving van LNV
6.6	Heroverwegen van regelgeving met «landbouwkundige onmisbaarheid» daar dit concept om zeep is geholpen. (VNO-NCW)		x					O
6.7	Breng de Bestrijdingsmiddelenwet geheel onder de hoede van LNV. (VNO-NCV)		x			Geen effect op AL	€ –	B
6.8	Meststoffenbesluit compost vrijstellen van MINAS. (VNO-NCW)		x			Betreft regelgeving van LNV
6.9	Schrappen van achterhaalde regelgeving: Besluit werkwijze Bestrijdingsmiddelencommissie, Regeling samenstelling Bestrij- dingsmiddelencommissie 1993 (VNO-NCW)		x			Geen effect op AL	€ –	B
7.	Geluid	0	4	1	0		€ –
7.1	Beperken van de landelijke grenswaarden voor akoestisch onderzoek. Volgens MKB Nederland wordt dit te snel gedaan en dit wordt al een hoge en hinderlijke last ervaren. (MKB)		x			AL-reductie komt terug in Wm-vergunning / 8.40 AMvB's		O
7.2	Inrichtingen van voor 1992 niet alsnog tot een akoestisch onderzoek verplichten (VNO-NCW)		x			AL-reductie komt terug in Wm-vergunning/8.40 AMvB's		O
7.3	Meer aandacht voor cumulatie, maar zonder vergunningen (VNO-NCW)		x					O
7.4	De Europese regelgeving als uitgangspunt nemen voor de volgende regelingen en besluiten: Besluit geluidproductie bromfietsen Besluit geluidproductie motorvoertuigen Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen Besluit aanwijzing keuringsinstantie geluidproductie motorvoertuigen Regeling geluidemissie buitenmaterieel Regeling keuringsvoorschr. en EEG-documen- ten geluidproductie motorvoertuigen Regeling typekeuring geluidproductie bromfietsen Regeling typek. geluidproductie uitlaatsyste- men motorvoertuigen en bromfietsen (VNO-NCW)		x					O
7.5	Besluit geluidsemissie buitenmaterieel: De inspecties op de typekeuringen komen in de praktijk nauwelijks voor. Bij Bredenoord is nog nooit geïnspecteerd op de conformiteit van de keuringsresultaten met de feitelijk gang van zaken. Bredenoord vindt dit onbegrijpelijk. Het is voor hen echter geen reden om niet aan de wettelijke verplichtingen te voldoen, omdat de klanten eisen stellen m.b.t. de kwaliteit van de aggregaten. Geluidemissie is hier een onderdeel van. Zelfregulering van de keuringen/ certificeringen zal leiden tot een reductie van de AL. (Interview SIRA)			x				O
8.	Bouwen	1	2	1			€ 41 300 000
8.1	Invoering van de VROM-vergunning (MKB)	x				Aangenomen mag worden dat 1 VROM-vergunning de kosten met 25% kan reduceren. Het betreft hier voorna- melijk overlegkosten met het bevoegd gezag. Dit betekent bij de Wm-vergun- ning een reductie van € 140 miljoen en bij de bouwvergunning een reductie van € 30 miljoen.	€ 30 000 000	B
8.2	Versoepeling van de bouwvergunningsprocedure			x			€ 11 300 000	B
8.3	Er worden gestreefd naar uniformiteit in de bouwverordening. (VNO-NCW)		x					O
8.4	In het nieuwe bouwbesluit is een gebrek aan integratie met asbest/arbo wetgeving. (VNO-NCW)		x					O
9.	Corporaties en huurregelgeving	3	0	8	0		€ 1 100
9.1	BBSH: Het verminderen van de eisen van artikel 7.1 van de BBSH. Woningcorporaties hoeven hierbij geen statutenwijziging meer voor te leggen aan de minister als zij activiteiten onder- nemen buiten de nú in de statuten vermelde gemeentegrenzen. (Interview SIRA)			x		Zie BBSH: minimaliseren van gegevens.		O
9.2	BBSH: Het toezicht op de woningcorporaties wordt nu door twee instellingen gedaan. De minister en het CFV (in een adviserende rol). Door één instelling in plaats van twee het toezicht te laten houden kan dit een reductie opleveren van de administratieve lasten. (Interview SIRA)			x		Er wordt onderzocht in hoeverre het toezicht door het CFV, de VROM-inspectie en het DG Wonen kan worden terug gebracht tot 1 toezichtsinstantie. (niet gekwantificeerd, Herijkingsbrief)		O
9.3	BBSH: Het minimaliseren van de gegevens die worden gevraagd voor het volkshuisvestingsverslag en het CFV (artikel 26 en Bijlage II en III van de BBSH) kan een reductie opleveren van de administratieve lasten. (Interview SIRA)			x		Onderzocht wordt of de regelgeving op het terrein van de corporaties meer kan worden toegespitst op het behoud van het maatschappelijk gebonden vermo- gen van corporaties en of procematige voorschriften kunnen worden vermin- derd. De regelgeving en het toezicht richten zich dan vooral op het verhin- deren van weglek van het vermogen in aanwendingen die niet aansluiten bij de taak van corporaties. (niet gekwantificeerd, Herijkingsbrief)		O
9.4	Schrappen Wet bevordering eigenwoningbezit levert AL reducties op voor het bedrijfsleven. (Interview SIRA)			x			€ 1 100	B
9.5	Huurprijzenwet woonruimte, de huurwet en de wet op de huurcommissie zijn over gebracht naar twee andere wetten. De algemene regel- gevingen zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek Hoofdstuk 7 en de procedures van de geschillen zijn opgenomen in de uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. Hierdoor zijn een deel van de administratieve lasten overgegaan naar het ministerie van Justitie. Hoewel dit een administratieve lasten verlichting oplevert voor het ministerie van VROM is het alleen een verschuiving van de lasten. (Interview SIRA)			x		Overgang van huurprijzenwet woon- ruimte, huurwet en de Wet op de huurcommissies naar het BW H7.4 is inmiddels voltooid. (1 Augustus 2003, Herijkingsbrief)		O
9.6	Artikel 20.2 van de huurprijzenwet woonruimte (het rappelverzoek) kan vervallen en worden vervangen door het laten sturen van een aangetekende brief door de verhuurder. Eventueel: Afschaffen van de rappelprocedure en de nu geldende aangetekende brief. Veel van deze verzoeken gaan namelijk voorbij aan het doel van de regelgeving (Interview SIRA)			x				O
9.7	Uniformeren van bezwaar- en beroepsproce- dures voor alle soorten bezwaren. (Interview SIRA)			x				O
9.8	Huurprijzenwet woonruimte, huurwet: Woning- corporaties moeten meer zelf de problemen met de huurders oplossen en niet zo snel naar de huurcommissie stappen. (Interview SIRA)			x				O
9.9	De wachttijden bij de huurcommissie zijn geen directe administratieve last, maar wel heel vervelend voor de woningcorporaties. Het reduceren hiervan zal een hoop irritatie weg werken. (Interview SIRA)	x				Er wordt onderzocht of het mogelijk is om de 59 huurcommissies onder te brengen onder 1 ZBO. Dit zal een lichte daling van de AL geven. Wanneer de sector zelf een geschillencommissie opricht vervallen de AL voor de verhuurders. (Herijkingsbrief)	€ –	B
9.10	De huisvestingswet zal worden herzien: * Het huidige wijzigingsvoorstel zal worden ingetrokken. * De gemeenten moeten meer mogelijkheden krijgen bij de uitvoering van het huisvestingsbeleid (AL Gemeenten, Interview SIRA)	x				Het betreft AL die bij de nulmeting van gemeenten worden meegenomen
9.11	De operatie EOS leidt tot een aanzienlijke lasten daling van 50%. Tegelijkertijd zullen hierdoor de bestuurslasten van de gemeenten dalen. Met het intrekken van het Besluit vangnetregeling huursubsidie wordt een daling van de bestuurs- lasten beoogd. (Herijkingsbrief)	x				De AL van € 26 mln voor de/het Huursubsidiewet/besluit is door procedureverandering en invoering van automatisch systeem teruggebracht tot € 2,7 mln. Deze reductie is reeds in 2002 gerealiseerd.	€ –	B
10.	Ruimtelijke regelgeving en stedelijke vernieuwing	0	2	3	0		€ 6 531 100
10.1	Effect als gevolg van de invoering voorgenomen Wro als vervanging van bestaande WRO			x			€ 6 384 100	B
10.2	Schrappen van de wet voorkeursrecht gemeen- ten bij gebrek aan bestaansrecht. (VNO-NCW)		x				€ 147 000	B
10.3	De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing kan vervallen. De grootste administratieve lasten post uit deze wet, de sloopvergunning, wordt opgenomen in de Wro. Andere artikelen komen volledig te vervallen. De reductie van de admi- nistratieve lasten is beperkt omdat de grootste lasten slechts worden verschoven. (Interview SIRA)			x				O
10.4	Actualiseren en verbeteren van de onteigeningswet (VNO-NCW)		x					O
10.5	De mogelijkheid van provincies om bij beden- kingen tegen bestemmingsplannen extra informatie te vragen wordt uit de regelgeving verwijderd. De administratieve last van deze informatieverplichting zal hierdoor dalen. (Interview SIRA)			x				O
11.	Algemene reductievoorstellen	2	3	1	0		€ –
11.1	Regelingen over opleidingseisen en examineringen worden mogelijk ondergebracht onder de regelgeving van OCW. (Herijkingsbrief)	x				Verschuiving AL
11.2	Integratie van typekeuringsregelgeving van motorvoertuigen (luchtemissies, geluid). Wordt mogelijk ondergebracht bij V&W onder het Voertuigregelement (voorschriften overzichtelijk op 1 plek). (herijkingsbrief)	x				Typekeuringen de bij een rijksinstelling worden uitgevoerd (RDW) betreffen leges en geen AL	€ –	B
11.3	Registraties in het kader brengen van certificeringen (vorm van zelfregulatie). (LTO)		x
11.4	Lagere overheden beperken in hun mogelijkheid om aanvullende verplichtingen te stellen (oa. onderzoeken voor vergunningen, extra gegevens voor milieuverslaglegging, BvA en BEES). Deze eisen worden al op nationaal niveau gesteld. Het hele idee van versimpelde regelgeving gaat zo verloren. (VNO-NCW)		x
11.5	Onderzoeken en wegsnijden van overlap tussen accreditatie-, certificatie- en erkenningsverplich- tingen. (VNO-NCW)		x
11.6	Er kunnen reducties worden behaald van administratieve lasten door het combineren en uniformeren van alle inkomensafhankelijke regelingen. Hierdoor kan de informatie die voor deze regelingen nodig is op één punt worden verzameld en verwerkt. Bedrijven hoeven zo maar eenmalig en op één punt inkomensgegevens af te geven. (Interview SIRA)			x
12.	Verkenning van mogelijke verder gaande reducties	0	0	0	6
12.1	Het schrappen van alle meet-, registratie-, rapportage en onderzoeksverplichtingen uit de milieuvergunning				x
12.2	Het schrappen van alle meet-, registratie-, rapportage en onderzoeksverplichtingen uit de 8.40 AMvB's				x
12.3	Het halveren van de frequentie van meet-, registratie en onderzoeksverplcihtingen uit de milieuvergunning				x
12.4	Het halveren van de frequentie van meet-, registratie en onderzoeksverplichtingen uit de 8.40 AMvB's				x
12.5	Het schrappen van alle meldingsplichtige bedrijven uit het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer				x
12.6	Het onderbrengen onder AMvB van 50 000 bedrijven die nu nog Wm-vergunningplichtig zijn.				x
	Totaal	31	69	30	6		€ 411 430 120