Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 29382 nr. 15 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 29382 nr. 15 |
Vastgesteld 20 februari 2006
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 1 februari 2006 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:
– de evaluatie van de Wet beperking export uitkeringen (29 382, nr. 14).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
De heer Meijer (PvdA) is een groot voorstander van de Wet beperking export uitkeringen (Wet beu). Hij toont zich ingenomen met de eerste evaluatie daarvan. Deze voornamelijk kwalitatieve evaluatie wijst uit dat het instrument als zodanig werkt. In 12 tot 13% van de verhoogde risicogevallen in het buitenland zou sprake zijn van fraude. Geldt dit percentage als een soort referentiepunt voor toekomstige evaluaties? Zijn met de nieuw toegetreden EU-lidstaten afspraken gemaakt over het aanpakken van fraude en het toetsen van rechtmatigheid? Zijn met de voor Nederland belangrijkste landen als het gaat om aantallen rechthebbenden verdragen gesloten en zo ja, zijn die operationeel? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de handhavingsverdragen en uitvoeringsprotocollen? Klopt het dat Nederland geen initiatieven zal nemen in de richting van de landen waarmee geen handhavingsverdragen zullen worden gesloten? Wat is daarvan de achtergrond? De heer Meijer is ingenomen met de brief van de staatssecretaris van 28 november en vraagt of hij ervan uit mag gaan dat voor de groep rechthebbenden in de niet-verdragsstaten niets verandert in de uitkeringssituatie. Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel dienaangaande tegemoet zien? Kan de uitkomst van de behandeling van de Toeslagenwet in de Eerste Kamer gevolgen hebben voor de Wet beu? Wanneer kan de Kamer de volgende evaluatie tegemoet zien?
De heer Hessels (CDA) is blij met de cijfers uit de evaluatie van de Wet beu. Deze wet blijkt goed te werken, zij leidt tot opsporing van meer fraudeurs in het buitenland. Belangrijker is dat de wet een preventieve werking heeft. Ook positief is hij over de samenwerking binnen de EU. Het percentage van de terugvorderingen, volgend op de controles ter plekke door UWV en Sociale Verzekeringsbank is erg hoog: één op de acht controles leidt tot terugvordering van de uitkering. Is in dit percentage een bepaalde ontwikkeling te zien? Heeft actieve controle een meetbare preventieve werking, zodat het terugvorderingspercentage daalt, terwijl het aantal controles gelijk blijft?
De heer Hessels vindt dat de staatssecretaris snel en adequaat heeft gereageerd op het verzoek van de fracties van CDA en PvdA om een generaal pardon voor mensen in niet-verdragslanden die daar al woonden. Hij vindt dit een goede stap, die echter net niet ver genoeg gaat. Het gaat vooral om AOW-gerechtigden die weliswaar in 2000 al in het betrokken land woonden, maar naderhand 65 jaar zijn geworden. Het lijkt de heer Hessels een goede zaak om ook die groep hierbij te betrekken. Hij pleit om nog vóór het verschijnen van het wetsvoorstel rond de pardonregeling voor de Wet beu een uitbreiding daarvan te bewerkstelligen, inclusief een snelle, duidelijke invoering van de pardonregeling.
Het antwoord van de staatssecretaris
De staatssecretaris is verheugd te constateren dat de leden ingenomen zijn met de geleverde prestaties. Hij benadrukt dat het percentage van 12 à 13 als het gaat om terugvorderingen als een soort nulmeting kan worden beschouwd. Aan het eind van het jaar zal meer inzicht kunnen worden verkregen. Hierbij gaat het om die landen waarmee in het kader van de Wet beu afspraken zijn gemaakt. Voor de EU-staten verwijst hij naar wat daarover is vastgelegd in de desbetreffende verordeningen, te weten 1408/71 en 574/72. In vergelijking met de vorige opgave zijn met Gambia en Paraguay verdragen ondertekend, die voorlopig worden toegepast. De onderhandelingen met Bolivia, die op een dood spoor zaten, zijn inmiddels vlotgetrokken, wat tot de ondertekening van een verdrag heeft geleid. Met Brazilië moeten nog afspraken worden gemaakt, en met Argentinië zijn de gemaakte afspraken operationeel. Een aantal landen, zoals Rusland, hecht geen belang aan onderhandelingen op dit punt. De lijn is dat, als landen zelf geen direct belang zien en geen bereidheid om te komen tot een verdrag, dit het einde van de initiatieven van Nederland inhoudt.
De staatssecretaris onderstreept dat het niet al te lang hoeft te duren voordat het betrokken wetsvoorstel naar de Kamer komt. Voor de mensen die nu onder de pardonregeling vallen, verandert er niets. Er wonen ongeveer 800 uitkeringsgerechtigden, waaronder 650 AOW’ers in niet-verdragslanden. Daarvan vallen zo’n 350 mensen, waaronder 250 AOW’ers onder de pardonregeling. Hij geeft aan dat het erg moeilijk is om aan te geven hoeveel mensen daarvan tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2006 65 jaar zijn geworden. Hij zal daar overigens nog naar laten kijken. De behandeling van de Toeslagenwet in de Eerste Kamer heeft geen consequenties voor de Wet beu.
De staatssecretaris benadrukt dat niet goed zichtbaar is of er een trend is te onderscheiden in het aantal terugvorderingen. Om een eventuele trend te ontdekken, is iets meer tijd nodig. Hij heeft de stellige overtuiging dat met de ingezette beweging volledig is voldaan aan de wens van de Kamer. Hij neemt kennis van de vraag van de heer Hessels over een concreet geval en zal bij de totstandkoming van de wet dit verzoek nauwkeurig wegen. Daarna zal worden bezien of aan dat verzoek tegemoet kan worden gekomen en zo ja, of er aanleiding is om dat te doen.
Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Bibi de Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), voorzitter, Orgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD), Van Hijum (CDA) en Van der Sande (VVD).
Plv. leden: Depla (PvdA), Koşer Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GroenLinks), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Azough (GroenLinks), Omtzigt (CDA), Visser (VVD), Algra (CDA), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Van As (LPF), Aptroot (VVD), Hessels (CDA) en Van Egerschot (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29382-15.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.