29 378
Wijziging van de Luchtvaartwet in verband met wijziging van de heffingen voor de luchthaven Schiphol

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID HAVERKAMP C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 171

Ontvangen 24 november 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel B, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Aan het derde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in de eerste volzin, is in ieder geval belanghebbende bij een uitspraak van het Schadeschap Luchthaven Schiphol als bedoeld in het eerste lid, tweede volzin.

II

Onder vernummering van artikel II tot artikel III, wordt een nieuw artikel II ingevoegd, luidende:

ARTIKEL II

Artikel 8.31 van de Wet luchtvaart wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.

2. Een nieuw tweede lid wordt ingevoegd, luidende:

2. Een aanvraag om schadevergoeding wordt ingediend binnen vijf jaar nadat de desbetreffende bepaling van het luchthavenindelingbesluit of het luchthavenverkeerbesluit of het desbetreffende besluit op grond van een van genoemde besluiten onherroepelijk is geworden. Van de aanvrager heft Onze Minister van Verkeer en Waterstaat een recht ten bedrage van € 300. De aanvrager wordt gewezen op de verschuldigdheid van het recht en wordt medegedeeld dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangegeven rekening moet zijn bijgeschreven. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven, wordt de aanvrager niet ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest. Indien op de aanvraag geheel of gedeeltelijk positief wordt beslist, stort Onze Minister van Verkeer en Waterstaat het betaalde recht terug.

Toelichting

Het Schadeschap Luchthaven Schiphol spreekt zich- door middel van een onafhankelijke besliscommissie – uit over de schade die voortvloeit uit planologische besluitvorming. Waar die uitspraken gaan over besluitvorming op het terrein van de luchtvaart, worden de vastgestelde schadebedragen na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel doorberekend aan de sector.

Gezien de doorberekening heeft de sector belang bij deze uitspraken van het Schadeschap. Door middel van onderdeel B dit amendement wordt dit expliciet in de wet opgenomen door de luchtvaartmaatschappijen aan te merken als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiermee wordt aangesloten bij de regeling van artikel 49a, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals dat wordt voorgesteld in wetsvoorstel 29 490 met betrekking tot de planschadevergoedingsovereenkomst. De woorden «in ieder geval» zijn toegevoegd om duidelijk te maken dat anderen die niet bij deze wettelijke bepaling zijn aangewezen als belanghebbende, toch als zodanig kunnen worden aangemerkt.

Naast de duidelijkheid omtrent het kunnen indienen van bezwaar en beroep, betekent deze wettelijke aanwijzing als belanghebbende tevens dat de luchtvaartmaatschappijen door de besliscommissie van het Schadeschap dienen te worden gehoord voordat het schadebesluit wordt genomen. Op grond van artikel 1:2, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk dat rechtspersonen die voor de behartiging van een algemeen en collectief belang zijn opgericht en daarvoor actief zijn, als belanghebbende worden beschouwd. De doelstelling van de rechtspersoon dient in de statuten te zijn opgenomen. Indien op luchtvaartterrein een dergelijke rechtspersoon bestaat en actief is, kan de besliscommissie volstaan met het horen daarvan en behoeven niet alle luchtvaartmaatschappijen individueel te worden gehoord. Als dat het geval is, zijn de uitvoeringslasten bij de besliscommissie aanvaardbaar te noemen.

Het indienen van bezwaar of beroep tegen een besluit van de besliscommissie heeft, overeenkomstig artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht, geen schorsende werking. Aan de aanvrager wordt derhalve het toegekende schadebedrag uitgekeerd, tenzij expliciet schorsing van het bestreden besluit wordt gevraagd.

Om ervoor te zorgen dat een aanvraag om schadevergoeding niet «zo maar» wordt ingediend maar pas na zorgvuldige afweging, worden in artikel 8.31 van de Wet luchtvaart twee maatregelen opgenomen: een verjaringstermijn en de verplichting om een recht te voldoen. Beide maatregelen zijn eveneens gemodelleerd naar het in wetsvoorstel 29 490 voorgestelde artikel 49, tweede en derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Haverkamp

De Krom

Verdaas


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.

Naar boven