29 378
Wijziging van de Luchtvaartwet in verband met wijziging van de heffingen voor de luchthaven Schiphol

nr. 14
NADER VERSLAG

Vastgesteld 5 november 2004

In de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 hebben de leden van de CDA-fractie in de nota naar aanleiding van het verslag bij dit wetsvoorstel aanleiding gevonden tot het maken van nadere opmerkingen en het stellen van nadere vragen. Onder het voorbehoud dat de regering hierop afdoende antwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsontwerp tot wijziging van artikel 77 Luchtvaartwet. Op een aantal punten verschillen deze leden van mening met de regering en op een aantal andere punten zouden zij graag meer duidelijkheid willen verkrijgen. Vandaar dat de leden van de CDA-fractie via dit nader verslag nogmaals met de regering van gedachten willen wisselen over voorliggend wetsvoorstel.

Het wetsontwerp tot wijziging van artikel 77 Luchtvaartwet voert een afzonderlijk tarief in voor doorbelasting van de niet-geluidgerelateerde kosten van titel 8.6 Wet Luchtvaart. Door deze wijziging kan invulling worden gegeven aan het principe «de vervuiler betaalt».

Het tarief van de niet-geluidgerelateerde kosten heeft betrekking op de kosten ter uitvoering van:

– artikel 8.31 Wet Luchtvaart (planschade en nadeelcompensatie);

– artikel 8.33 Wet Luchtvaart (kosten ten gevolge van het aanpassen van bestemmingsplannen aan het LIB);

– de kosten van het Schadeschap Luchthaven Schiphol en zijn uitspraken voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van artikel 9, lid 1m, lid 2a, lid 3a, 3f en 3g van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol (voorgesteld artikel 77, 1e lid onder b).

Het gaat hierbij volgens de leden van de CDA-fractie uitdrukkelijk niet om kosten die voortvloeien uit de geluidsisolatieprogramma's. De niet-geluidgerelateerde kosten hebben derhalve géén betrekking op milieuaspecten, maar betreffen de ruimtelijke ordening rond de Luchthaven Schiphol, in het bijzonder de planschadevergoeding.

Deze regeling heeft echter uitsluitend betrekking op de Luchthaven Schiphol. De leden van de CDA-fractie hebben in eerdere instantie gevraagd of er aansluiting gezocht zou kunnen worden bij bestaande dan wel in behandeling zijnde wetgeving. Er wordt door deze leden dan met name gedacht aan aansluiting bij het op dit moment in behandeling zijnde wetsvoorstel betreffende de Wijziging van de Wet op de ruimtelijke ordening (planschadevergoedingsovereenkomsten, nr. 29 490).

De regering heeft op 22 juni 2004 de nota naar aanleiding van het verslag van eerder genoemd wetsvoorstel aan de Tweede Kamer der Staten Generaal doen toekomen. Het wetsvoorstel strekt er volgens regering toe de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) zo spoedig mogelijk te wijzigen om te voorzien in de mogelijkheid voor een gemeente om met een verzoeker van een wijziging van het planologische regime ten behoeve van de verwezenlijking van een project een planschadevergoedingsovereenkomst te sluiten. De leden van de CDA fractie zouden van de regering willen vernemen of zij wetsontwerp 29 490 heeft betrokken bij de totstandkoming van het voorliggende voorstel tot wijziging van artikel 77 Luchtvaartwet.

Het standpunt van de regering dat «de vervuiler betaalt» wordt door de CDA-fractie gedeeld. Echter, zoals eerder is aangegeven door deze leden zijn zij ook van mening dat «wie betaalt ook mede bepaald».

In de memorie van toelichting van wetsontwerp 29 490 wordt door de regering onder andere aangegeven dat «Bij het vormgeven van de wettelijke basis de positie van de verzoeker, in het bijzonder zijn behoefte aan rechtszekerheid en rechtsbescherming, heeft geleid tot een versterking van zijn rol in het proces van de schadevaststelling, door hem als belanghebbende in dat proces aan te merken. Ook in de overeenkomst kunnen ter versterking van de rechtspositie van de verzoeker nadere regelingen worden getroffen over aspecten van de te volgen kostenverhaalprocedure tussen de gemeente en de verzoeker. Zo kunnen afspraken worden gemaakt over de finale uitleg van bepaalde aspecten van de overeenkomst.»

De door de regering gekozen zorgvuldigheid m.b.t. de «verzoeker», zoals beschreven in wetsvoorstel nummer 29 490, ligt in de ogen van de leden van de CDA-fractie in lijn met het door haar gebezigde adagium «wie betaalt ook mede bepaald».

Eerdergenoemde leden zouden mede gezien wetsvoorstel nummer 29 490 nogmaals van de regering willen vernemen waarom zij de mening van de leden van de CDA-fractie niet kan onderschrijven dat de sector betrokken dient te worden bij de uitspraken van het Schadeschap voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van artikel 9, eerste lid, tweede lid, onderdeel a, en de leden 3a, 3fen 3g, van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol? Bijvoorbeeld door met de initiatiefnemer van een project in de omgeving van Schiphol een planschadevergoedingsovereenkomst zoals bedoeld in wetsvoorstel 29 490 af te sluiten. Is de regering de voornemens om ook in het voorliggende wetsvoorstel een verjaringstermijn op te nemen?

Zoals eerder is aangegeven door de leden van de CDA-fractie dient expliciet duidelijk te zijn welke kosten wel en welke kosten niet doorbelast kunnen worden aan de sector, en op welke wijze dit zal geschieden. De door deze leden gewenste duidelijkheid vinden zij niet terug in de nota naar aanleiding van het verslag.

Het door de regering gegeven antwoord dat «alle kosten worden doorbelast» vinden de leden van de CDA-fractie geen recht doen aan de door hen gestelde vraag om expliciet aan te geven welke kosten doorbelast zouden kunnen worden. Via het Schadeschap luchthaven Schiphol kan een aanvraagformulier worden verkregen waarmee particulieren een verzoek kunnen indienen tot vergoeding van schade op grond van het gestelde in de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. Op 5 november 2004 was de lijst als volgt opgesteld.

Plannen/besluiten die schade kunnen veroorzaken

– Uitbreiding van het luchtvaartterrein van de luchthaven Schiphol (vijfde baan).

– Instellen van geluidszones (als aangegeven in het Aanwijzingsbesluit van 23 oktober 1996) en veiligheidszones en/of vrijwaringzones (als aangegeven in de Planologische Kernbeslissing Schiphol en Omgeving) rond de luchthaven Schiphol.

– Luchthavenindelingbesluit en/of luchthavenverkeerbesluit van 20 februari 2003 (dit is de nieuwe regelgeving met betrekking tot de luchthaven Schiphol).

– Aanpassing van het hoofdwegennet: de aanleg van rijksweg A5 (Verlengde Westrandweg).

– Aanleg van de omgelegde rijksweg A9 om Badhoevedorp.

– Aanleg van de provinciale weg N22-Noord.

– Aanleg van het groengebied in de gemeente Haarlemmermeer, het zogenaamde: «Groene Carré».

– Aanleg openbaar vervoerbaan «Zuidtangent».

– Aanleg van de waterlopen met bijbehorende werken in het gebied Haarlemmermeer-Noord.

– Aanpassing van het lokale wegennet zijnde, de IJweg, de Vijfhuizerweg en de Rijnlanderweg en/of de aanleg van fietspad langs de rijksweg A5 (tussen Hoofdvaart westzijde en de IJweg) en/of de aanleg van fietspad langs de vijfde start- en landingsbaan (tussen de Schipholweg en de IJweg) in het gebied Haarlemmermeer-Noord.

– Besluit tot peilwijziging door het waterschap Groot-Haarlemmermeer van 25 september 1998.

De leden van de CDA-fractie willen van de regering vernemen of bovengenoemde plannen/besluiten allemaal onder artikel 9 van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol vallen. Kan de regering aangegeven hoe de in dat artikel opgenomen lijst van schadeoorzaken tot stand is gekomen en of deze lijst in de toekomst verder wordt uitgebreid? Zo ja, welke procedure wordt daarbij dan gevolgd?

In de memorie van toelichting bij wetsvoorstel 29 490 spreekt de regering over het feit dat «Er sprake kan zijn van (netto)schade die uitkomt boven de financiële nadelen die behoren tot het maatschappelijke risico dat elke burger behoort te dragen. Deze netto schade – die de gelardeerde redelijkerwijs dus niet meer hoeft te dragen – vormt het kader waarbinnen het deel van de planschadevergoeding zou dienen te blijven dat de gemeente door middel van de overeenkomst in rekening zou kunnen brengen bij de verzoeker.» Kan de regering aangegeven of in het onderhavige wetsvoorstel ook rekening wordt gehouden met het begrip «netto schade»?

In wetvoorstel 29 490 wordt in het derde en vierde lid van artikel 49, vooruitlopend op de nieuwe WRO, de heffing van een recht geïntroduceerd voor het in behandeling nemen van verzoeken om een vergoeding van planschade. Het recht bedraagt € 300, welk bedrag op grond van het vierde lid kan worden gewijzigd bij algemene maatregel van bestuur. Het recht wordt teruggestort indien op de aanvraag geheel of ten dele positief wordt beslist. Kan de regering aangeven of een dergelijk recht ook van toepassing is op verzoeken waarmee particulieren verzoek kunnen indienen tot vergoeding van schade op grond van het gestelde in de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol? Mocht dat niet het geval zijn is de regering voornemens een dergelijk recht te introduceren?

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Voorzitter, van Gent (GL), Timmermans (PvdA), van Bommel (SP), van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), van Lith (CDA), van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), de Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), ten Hoopen (CDA), van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), de Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en Buijs (CDA).

Naar boven